SECTIE H         ELEKTRICITEIT

              Aantekeningen

 

              Deze Aantekeningen dekken de basisprincipes en algemene instructies voor het gebruik van Sectie H.

I.           Onder Sectie H vallen:

a)         elektrische basiselementen, waaronder alle elektrische eenheden en de algemene mechanische structuur van apparatuur en schakelingen vallen, inclusief de samenstelling van diverse basiselementen tot wat worden genoemd gedrukte schakelingen (printed circuits), en tevens tot op zekere hoogte het maken van deze elementen (voorzover niet elders ondergebracht);

b)         het opwekken van elektriciteit, waaronder de opwekking, omzetting en distributie van elektriciteit vallen samen met het regelen van de overeenkomstige toestellen;

c)         toegepaste elektriciteit, waaronder vallen:

(i)         algemene gebruikstechnieken, nl. die van elektrische verwarming en elektrische verlichtingsschakelingen;

(ii)        enige speciale gebruikstechnieken, hetzij elektrisch hetzij elektronisch in strikte zin, die niet vallen onder andere Secties van de Classificatie, inclusief:

1.         elektrische lichtbronnen, inclusief lasers;

2.         elektrische röntgentechniek;

3.         elektrische plasmatechniek, en de opwekking en versnelling van elektrisch geladen deeltjes of neutronen;

d)         elektronische basisschakelingen en hun regeling;

e)         radio of elektrische communicatietechniek;

f)          het gebruik van een specifiek materiaal voor het maken van het beschreven artikel of element. In dit verband moet gewezen worden op de paragrafen 88 tot 90 van de Gids.

II.          In deze Sectie worden de volgende algemene regels toegepast:

a.         Met inachtneming van de uitzonderingen zoals zoals vermeld onder I© hierboven, wordt elk elektrisch aspect of deel dat hoort bij een bepaalde apparatuur of werking, of een bepaald proces, object of artikel, geklasseerd in één van de Secties van de Classificatie anders dan in Sectie H, altijd geklasseerd in de subklasse voor die apparatuur of werking, of dat proces, object of artikel. Daar waar gezamelijke kenmerken met betrekking tot technische onderwerpen van overeenkomstige aard zijn uitgebracht op klasseniveau, is het elektrische aspect of deel, in overeenstemming met de apparatuur of werking, of het proces, object of artikel, geklasseerd in een subklasse waaronder de algemene elektrische toepassingen voor het technische onderwerp in kwestie geheel vallen;

b.         The hierboven onder (a) bedoelde elektrische toepassingen, algemeen of specifiek, houden in:

i.           de therapeutische processen en apparatuur, in klasse A61;

ii.          de elektrische processen en apparatuur die worden gebruikt in verschillende laboratoriumacitiviteiten en industriële activiteiten, in de klassen B01 en B03, en in subklasse B23K;

iii.         de elektriciteitstoevoer, en de elektrische aandrijving en verlichting bij voertuigen in het algemeen en bij bijzondere voertuigen, in de subsectie “Transport” van Sectie B;

iv.         de elektrische ontstekingssystemen van verbrandingsmotoren, in subklasse F02P, en van verbrandingsapparatuur in het algemeen, in subklasse F23Q;

v.          het gehele elektrische gedeelte van Sectie G, d.w.z. meetinrichtingen inclusief apparatuur voor het meten van elektrische variabelen, het controleren, het signaleren en het berekenen. Elektriciteit in die Sectie wordt in het algemeen gezien als middel en niet als einddoel op zich;

c.         Alle elektrische toepassingen, zowel algemeen als specifiek, veronderstellen dat de elektrische basisaspecten in Sectie H voorkomt (zie I(a) hierboven) voor wat betreft de elektrische basiselementen die zij bevatten. Deze regel geldt ook voor toegepaste elektriciteit zoals bedoeld onder I(c) hierboven, die zelf onder Sectie H valt.

III.         In deze Sectie komen de volgende speciale gevallen voor:

a.         Onder de algemene toepassingen die onder andere Secties dan Sectie H vallen, is het vermeldenswaard, dat elektrische verwarming in het algemeen valt onder de subklassen F24D en F24H, of klasse F27, en dat elektrische verlichting in het algemeen gedeeltelijk valt onder klasse F21, omdat er in Sectie H (zie I(c) hierboven) plaatsen zijn in subklasse H05B waaronder dezelfde technische onderwerpen vallen;

b.         In de beide gevallen waarover onder (a) hierboven wordt gesproken, vallen onder de subklassen van Sectie F die gaan over de respectievelijke onderwerpen, in hoofdzaak in de eerste plaats het gehele mechanische gedeelte van de apparatuur of inrichtingen, terwijl het elektrische gedeelte als zodanig valt onder subklasse H05B;

c.         In het geval van verlichting moet onder dit mechanische gedeelte de materiaalopstelling van de verschillende elektrische elementen vallen, d.w.z. hun geometrische of fysieke positie ten opzichte van elkaar; dit aspect valt onder de subklassen van klasse F21, de elementen zelf en de primaire schakelingen blijven in Sectie H. Hetzelfde geldt voor elektrische lichtbronnen, als zij zijn gecombineerd met lichtbronnen van een ander soort. Deze vallen onder subklasse H05B, terwijl de fysieke opstelling die de combinatie vormt valt onder de subklassen van klasse F21; [16]

d.         Met betrekking tot verwarming vallen niet alleen de elektrische elementen en schakelontwerpen als zodanig onder subklasse H05B, maar ook de elektrische aspecten van hun opstelling, daar waar het zaken met een algemene toepassing betreft; elektrische ovens worden op zich beschouwd. De fysieke plaatsing van de elektrische elementen in ovens valt onder Sectie F. Als een vergelijk wordt gemaakt met elektrische lasschakelingen, die in samenhang met lassen vallen onder subklasse B23K, blijkt dat elektrische verwarming niet valt onder de algemene regel zoals vermeld onder II hierboven.

 

H 01        ELEKTRISCHE BASISELEMENTEN

 

              Aantekening

 

              (1)            Processen waarbij sprake is van slechts één technisch vakgebied, bijv. drogen of coaten, waarin elders is voorzien, worden geklasseerd in de relevante klasse voor dat vakgebied.

              (2)            De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen volgend op de titels van klasse B81 en subklasse B81B met betrekking tot “microstructurele inrichtingen” en “microstructurele systemen”. [7]

 

H 01 G    CONDENSATOREN; ELEKTROLYTISCHE CONDENSATOREN, GELIJKRICHTERS, DETECTOREN, SCHAKELINRICHTINGEN, LICHTGEVOELIGE INRICHTINGEN OF TEMPERATUURGEVOELIGE INRICHTINGEN (selectie van specifieke materialen als diëlectricum H01B 3/00; condensatoren met een potentiaalsprongbarrière of een oppervlaktebarrière H01L 29/00)

 

H 01 G      2/00                    Details van condensatoren die niet vallen onder één van de groepen H01G 4/00 tot H01G 11/00 [6,13]

H 01 G      2/02                    .    Bevestigingen [6]

H 01 G      2/04                    .    .    speciaal aangepast voor bevestiging op een chassis [6]

H 01 G      2/06                    .    .    speciaal aangepast voor bevestiging op een steun voor een gedrukt circuit [6]

H 01 G      2/08                    .    Koelvoorzieningen; Verwarmingsvoorzieningen; Ventilatievoorzieningen [6]

H 01 G      2/10                    .    Behuizingen;  Inkapselingen [6]

H 01 G      2/12                    .    Bescherming tegen corrosie (H 01 G 2/10 heeft voorrang) [6]

H 01 G      2/14                    .    Bescherming tegen elektrische of thermische overbelasting (door koelen H01G 2/08) [6]

H 01 G      2/16                    .    .    met smeltelementen [6]

H 01 G      2/18                    .    .    met verbreekbare contacten [6]

H 01 G      2/20                    .    Voorzieningen voor het voorkomen van ontlading bij de randen van elektroden [6]

H 01 G      2/22                    .    Elektrostatisch of magnetisch afschermen [6]

H 01 G      2/24                    .    Onderscheidingsmarkeringen, bijv. kleurcodering [6]

 

              Aantekening

 

              In deze subklasse heeft de groep H01G 11/00 voorrang boven de groepen H01G 4/00 en H01G 9/00. [13]

 

H 01 G      4/00                    Vaste condensatoren;  Processen voor het maken daarvan (elektrolytische condensatoren H01G 9/00) [2]

H 01 G      4/002                  .    Details [6]

H 01 G      4/005                  .    .    Elektroden [6]

H 01 G      4/008                  .    .    .    Selectie van materialen [6]

H 01 G      4/01                    .    .    .    Vorm van zelfdragende elektroden [6]

H 01 G      4/012                  .    .    .    Vorm van niet-zelfdragende elektroden [6]

H 01 G      4/015                  .    .    .    Speciale voorzieningen voor zelfherstel [6]

H 01 G      4/018                  .    .    Diëlectrica [6]

H 01 G      4/02                    .    .    .    Gasdiëlectrica of dampdiëlectrica [2,6]

H 01 G      4/04                    .    .    .    Vloeibare diëlectrica [2,6]

H 01 G      4/06                    .    .    .    Vaste diëlectrica [2,6]

H 01 G      4/08                    .    .    .    .    Anorganische diëlectrica [2,6]

H 01 G      4/10                    .    .    .    .    .    Metaaloxidediëlectrica [2,6]

H 01 G      4/12                    .    .    .    .    .    Keramische diëlectrica [2,6]

H 01 G      4/14                    .    .    .    .    Organische diëlectrica [2,6]

H 01 G      4/16                    .    .    .    .    .    van vezelmateriaal, bijv. papier [2,6]

H 01 G      4/18                    .    .    .    .    .    van synthetisch materiaal, bijv. cellulosederivaten (H01G 4/16 heeft voorrang) [2,6]

H 01 G      4/20                    .    .    .    gebruikmakend van combinaties van diëlectrica uit meer dan één van de groepen H01G 4/02 tot H01G 4/06 (H01G 4/12 heeft voorrang) [2,6]

H 01 G      4/22                    .    .    .    .    geïmpregneerd [2,6]

H 01 G      4/224                  .    .    Behuizing; Inkapseling [6]

H 01 G      4/228                  .    .    Aansluitklemmen [6]

H 01 G      4/232                  .    .    .    voor het elektrisch verbinden van twee of meer lagen van een gestapelde of gerolde condensator [6]

H 01 G      4/236                  .    .    .    voor geleiding door de behuizing, d.w.z. doorvoeren [6]

H 01 G      4/242                  .    .    .    waarbij het capacitieve element de aansluitklem omgeeft [6]

H 01 G      4/245                  .    .    .    .    Lippen tussen de lagen van een gerolde elektrode [6]

H 01 G      4/248                  .    .    .    waarbij de aansluitklemmen het capacitieve element omvatten of omgeven, bijv. doppen (H01G 4/252 heeft voorrang) [6]

H 01 G      4/252                  .    .    .    waarbij de aansluitklemmen worden gecoat op het capacitieve element (H01G 4/232 heeft voorrang) [6]

H 01 G      4/255                  .    .    Middelen voor het corrigeren van de capaciteitswaarde [6]

H 01 G      4/258                  .    .    Middelen voor het compenseren van temperatuur [6]

H 01 G      4/26                    .    Gevouwen condensatoren [2]

H 01 G      4/28                    .    Buisvormige condensatoren [2]

H 01 G      4/30                    .    Gestapelde condensatoren (H01G 4/33 heeft voorrang) [2,6]

H 01 G      4/32                    .    Gewikkelde condensatoren [2]

H 01 G      4/33                    .    Condensatoren in de vorm van een dunne of dikke film [6,13]

H 01 G      4/35                    .    Doorvoercondensatoren of antiruiscondensatoren [6]

H 01 G      4/38                    .    Meervoudige condensatoren, d.w.z. structurele combinaties van vaste condensatoren [2]

H 01 G      4/40                    .    Structurele combinaties van vaste condensatoren met andere elektrische elementen die niet vallen onder deze subklasse, waarbij de structuur in hoofdzaak bestaat uit een condensator, bijv. RC-combinaties [2,13]

 

H 01 G      5/00                    Condensatoren waarin de capaciteit wordt gevarieerd door mechanische middelen, bijv. door het draaien van een drijfas; Processen van het maken daarvan [2]

H 01 G      5/01                    .    Details

H 01 G      5/011                  .    .    Elektroden [6]

H 01 G      5/012                  .    .    .    waarbij tenminste één van de elektroden een verplaatsbare vloeistof of verplaatsbaar poeder is [6]

H 01 G      5/013                  .    .    Diëlectrica [6]

H 01 G      5/014                  .    .    Behuizing;  Inkapseling [6]

H 01 G      5/015                  .    .    Stroomcollectoren [6]

H 01 G      5/017                  .    .    Temperatuurcompensatie [6]

H 01 G      5/019                  .    .    Middelen voor het corrigeren van de capaciteitskarakteristieken [6]

H 01 G      5/04                    .    gebruikmakend van het variëren van het effectieve elektrodegebied [6]

H 01 G      5/06                    .    .    ten gevolge van het roteren van vlakke of in hoofdzaak vlakke elektroden [6]

H 01 G      5/08                    .    .    .    die opeenvolgend actief worden [6]

H 01 G      5/10                    .    .    ten gevolge van het roteren van schroefvormige elektroden [6]

H 01 G      5/12                    .    .    ten gevolge van het roteren van gedeeltelijk cilindervormige, kegelvormige of bolvormige elektroden [6]

H 01 G      5/14                    .    .    door het in lengterichting bewegen van elektroden [6]

H 01 G      5/16                    .    gebruikmakend van het variëren van de afstand tussen elektroden [6]

H 01 G      5/18                    .    .    ten gevolge van het veranderen van de inclinatie, bijv. door doorbuigen of spiraalsgewijze omwikkelen [6]

H 01 G      5/38                    .    Meervoudige condensatoren, bijv. ganged

H 01 G      5/40                    .    Structurele combinaties van variabele condensatoren met andere elektrische elementen die niet vallen onder deze subklasse, waarbij de structuur in hoofdzaak bestaat uit een condensator, bijv. RC-combinaties [6,13]

 

H 01 G      7/00                    Condensatoren waarin de capaciteit wordt gevarieerd door niet-mechanische middelen; Processen voor het maken daarvan [2]

H 01 G      7/02                    .    Electrets, d.w.z. met een permanent gepolariseerd diëlectricum

H 01 G      7/04                    .    met een diëlectricum dat wordt geselecteerd voor het variëren van de diëlectrische constante bij een toegepaste temperatuur

H 01 G      7/06                    .    met een diëlectricum dat wordt geselecteerd voor het variëren van de diëlectrische constante bij een toegepaste spanning, d.w.z. ferro-elektrische condensatoren (electrets H01G 7/02)

 

H 01 G      9/00                    Elektrolytische condensatoren, gelijkrichters, detectoren, schakelinrichtingen, lichtgevoelige inrichtingen of temperatuurgevoelige inrichtingen; Processen voor het maken daarvan [2]

H 01 G      9/004                  .    Details [6]

H 01 G      9/008                  .    .    Aansluitklemmen [6]

H 01 G      9/012                  .    .    .    speciaal aangepast voor massieve condensatoren [6]

H 01 G      9/02                    .    .    Diafragma’s;  Synchronisatiescheiders [6]

H 01 G      9/022                  .    .    Elektrolyten; Absorptiemiddelen [6,13]

H 01 G      9/025                  .    .    .    Massieve elektrolyten (H01G 11/54 heeft voorrang) [6,13]

H 01 G      9/028                  .    .    .    .    Organische halfgeleiderelektrolyten, bijv. TCNQ [6]

H 01 G      9/032                  .    .    .    .    Anorganische halfgeleiderelektrolyten, bijv. MnO2 [6]

H 01 G      9/035                  .    .    .    Vloeibare elektrolyten, bijv. impregnerende materialen (H01G 11/54 heeft voorrang) [6,13]

H 01 G      9/04                    .    .    Elektroden [6]

H 01 G      9/042                  .    .    .    gekenmerkt door het materiaal (H01G 11/22 heeft voorrang) [6,13]

H 01 G      9/045                  .    .    .    .    op basis van aluminium [6]

H 01 G      9/048                  .    .    .    gekenmerkt door de structuur (H01G 11/22 heeft voorrang) [6,13]

H 01 G      9/052                  .    .    .    .    Gesinterde elektroden [6]

H 01 G      9/055                  .    .    .    .    Elektroden in de vorm van een geëtste folie [6]

H 01 G      9/058                  .    .    .    speciaal aangepast voor tweelaagse condensatoren [6]

H 01 G      9/06                    .    .    .    Bevestigen in containers [6]

H 01 G      9/07                    .    .    Diëlectrische lagen [6]

H 01 G      9/08                    .    .    Behuizing;  Inkapseling [6]

H 01 G      9/10                    .    .    .    Afdichten, bijv. van invoerdraden [6]

H 01 G      9/12                    .    .    .    Ontluchtingen of andere middelen die uitzetting mogelijk maken [6]

H 01 G      9/14                    .    .    Structurele combinaties voor het modificeren van, of compenseren voor, elektrische karakteristieken van elektrolytische condensatoren [13]

H 01 G      9/145                  .    Vloeibare elektrolytische condensatoren (H01G 11/00 heeft voorrang) [6,13]

H 01 G      9/15                    .    Massieve elektrolytische condensatoren (H01G 11/00 heeft voorrang) [6,13]

H 01 G      9/16                    .    speciaal aangepast voor gebruik als gelijkrichters of detectoren (H01G 9/22 heeft voorrang)

H 01 G      9/18                    .    Zelfonderbrekers

H 01 G      9/20                    .    Lichtgevoelige inrichtingen

H 01 G      9/21                    .    Temperatuurgevoelige inrichtingen [6]

H 01 G      9/22                    .    Inrichtingen waarbij gebruik wordt gemaakt van gecombineerde reductie en oxidatie, bijv. een redoxopstelling of solion

H 01 G      9/26                    .    Structurele combinaties van elektrolytische condensatoren, gelijkrichters, detectoren, schakelinrichtingen, lichtgevoelige inrichtingen of temperatuurgevoelige inrichtingen met elkaar [6]

H 01 G      9/28                    .    Structurele combinaties van elektrolytische condensatoren, gelijkrichters, detectoren of schakelinrichtingen met andere elektrische componenten die niet vallen onder deze subklasse [6]

 

H 01 G    11/00                   Hybride condensatoren, d.w.z. condensatoren met verschillende positieve en negatieve elektroden; Tweelaagse elektrische [EDL] condensatoren;  Processen voor het maken daarvan of van delen daarvan [13]

 

              Aantekening

 

              De groep H01G 11/02 heeft voorrang boven de groepen H01G 11/04 tot H01G 11/14. [13]

 

H 01 G    11/02                   .    gebruikmakend van gecombineerde reductie-oxidatie reacties, bijv. een redoxregeling of solion [13]

H 01 G    11/04                   .    Hybride condensatoren [13]

H 01 G    11/06                   .    .    waarbij één van de elektroden het mogelijk maakt dat ionen daarin omkeerbaar kunnen worden doped, bijv. lithiumion-condensatoren [LICs] [13]

H 01 G    11/08                   .    Structurele combinaties, bijv. samenstelling of verbinding, van hybride of EDL condensatoren met andere elektrische componenten, waarbij tenminste één hybride of EDL condensator de hoofdcomponent vormt [13]

H 01 G    11/10                   .    Meerdere hybride of EDL condensatoren, bijv. reeksen of modules (behuizingen, omhulsels, omlijstingen of bevestigingen daarvan H01G 11/78) [13]

H 01 G    11/12                   .    .    Gestapelde hybride of EDL condensatoren [13]

H 01 G    11/14                   .    Voorzieningen of processen voor het afstellen of beschermen van hybride of EDL condensatoren (speciaal aangepaste noodbeschermingscircuitvoorzieningen voor condensatoren, die zorgen voor het automatisch omschakelen in geval van een ongewenste verandering van de normale werkcondities H02H 7/16; noodbeschermingscircuitvoorzieningen voor het beperken van overstroom of overspanningen zonder onderbreking H02H 9/00) [13]

H 01 G    11/16                   .    .    tegen elektrische overbelastingen, bijv. inclusief zekeringen [13]

H 01 G    11/18                   .    .    tegen thermische overbelastingen, bijv. verwarming, koeling of ventilatie [13]

H 01 G    11/20                   .    .    Reformatie of processen voor het verwijderen van onzuiverheden, bijv. doorblazen [13]

H 01 G    11/22                   .    Elektroden [13]

H 01 G    11/24                   .    .    gekenmerkt door structurele aspecten van de materialen waaruit de elektroden bestaan of die daarvan deel uitmaken, bijv. de vorm, oppervlakte of porositeit; gekenmerkt door structurele aspecten van de poeders of deeltjes die daarvoor zijn gebruikt [13]

H 01 G    11/26                   .    .    gekenmerkt door hun structuur, bijv. gelaagdheid, porositeit of oppervlakte-aspecten [13]

H 01 G    11/28                   .    .    .    aangebracht of afgezet op een stroomcollector; Lagen of fasen tussen elektroden en stroomcollectoren, bijv. kleefmiddelen [13]

H 01 G    11/30                   .    .    gekenmerkt door hun materiaal [13]

H 01 G    11/32                   .    .    .    op basis van koolstof [13]

H 01 G    11/34                   .    .    .    .    gekenmerkt door het carboniseren of activeren van koolstof [13]

H 01 G    11/36                   .    .    .    .    Nanostructuren, bijv. nanovezels, nanobuizen of fullerenen [13]

H 01 G    11/38                   .    .    .    .    Koolstofpasta’s of koolstofmengsels; Bindmiddelen of toevoegmiddelen daarin [13]

H 01 G    11/40                   .    .    .    .    Vezels [13]

H 01 G    11/42                   .    .    .    .    Poeders of deeltjes, bijv. de samenstelling daarvan [13]

H 01 G    11/44                   .    .    .    .    Grondstoffen daarvoor, bijv. harsen of steenkool [13]

H 01 G    11/46                   .    .    .    Metaaloxiden [13]

H 01 G    11/48                   .    .    .    Geleidende polymeren [13]

H 01 G    11/50                   .    .    .    speciaal aangepast voor lithiumion-condensatoren, bijv. voor lithium-doping of voor tussenvoeging [13]

H 01 G    11/52                   .    Condensator separator [13]

H 01 G    11/54                   .    Elektrolyten [13]

H 01 G    11/56                   .    .    Vaste elektrolyten, bijv. gels; Toevoegmiddelen daarin [13]

H 01 G    11/58                   .    .    Vloeibare elektrolyten [13]

H 01 G    11/60                   .    .    .    gekenmerkt door het oplosmiddel [13]

H 01 G    11/62                   .    .    .    gekenmerkt door de opgeloste stof, bijv. zouten, anionen of kationen daarin [13]

H 01 G    11/64                   .    .    .    gekenmerkt door de toevoegmiddelen daarin [13]

H 01 G    11/66                   .    Stroomcollectoren [13]

H 01 G    11/68                   .    .    gekenmerkt door hun materiaal [13]

H 01 G    11/70                   .    .    gekenmerkt door hun structuur [13]

H 01 G    11/72                   .    .    speciaal aangepast voor integratie in meervoudige, gestapelde hybride of EDL condensatoren [13]

H 01 G    11/74                   .    Aansluitklemmen, bijv. extensies van stroomcollectoren [13]

H 01 G    11/76                   .    .    speciaal aangepast voor integratie in meervoudige, gestapelde hybride of EDL condensatoren [13]

H 01 G    11/78                   .    Behuizingen; Omhulsels; Omlijstingen; Bevestigingen [13]

H 01 G    11/80                   .    .    Pakkingen; Afdichtingen [13]

H 01 G    11/82                   .    .    Vastzetten of samenstellen van een condensatorelement in een behuizing, bijv. monteren van elektroden, stroomcollectoren of aansluitklemmen in houders of omlijstingen [13]

H 01 G    11/84                   .    Processen voor het maken van hybride of EDL condensatoren, of van componenten daarvan [13]

H 01 G    11/86                   .    .    speciaal aangepast voor elektroden (carboniseren of activeren van koolstof voor het maken van elektroden H01G 11/34) [13]

 

H 01 G    13/00                   Speciaal aangepaste apparatuur voor het maken van condensatoren; Speciaal aangepaste processen voor het maken van condensatoren die niet vallen onder de groepen H01G 4/00 tot H01G 11/00 [2,13]

H 01 G    13/02                   .    Machines voor het wikkelen van condensatoren [2]

H 01 G    13/04                   .    Drogen; Impregneren [2,13]

H 01 G    13/06                   .    met een voorziening voor het verwijderen van metaalvlakken [2]

 

H 01 G    15/00                   Structurele combinaties van condensatoren of andere inrichtingen die vallen onder tenminste twee verschillende hoofdgroepen van deze subklasse met elkaar (waarbij sprake is van tenminste één hybride of tweelaagse elektrische [EDL] condensator als hoofdcomponent H01G 11/08) [6,13]

 

H 01 G    17/00                   Structurele combinaties van condensatoren of andere inrichtingen die vallen onder tenminste twee verschillende hoofdgroepen van deze subklasse met andere elektrische elementen die niet vallen onder deze subklasse, bijv. RC-combinaties [6,13]