SECTIE H ELEKTRICITEIT
Deze
Aantekeningen dekken de basisprincipes en algemene instructies voor het gebruik
van Sectie H.
I.
Onder Sectie H vallen:
a)
elektrische basiselementen, waaronder alle elektrische eenheden en
de algemene mechanische structuur van apparatuur en schakelingen vallen,
inclusief de samenstelling van diverse basiselementen tot wat worden genoemd
gedrukte schakelingen (printed circuits), en tevens tot op zekere hoogte het
maken van deze elementen (voorzover niet elders ondergebracht);
b)
het opwekken van elektriciteit, waaronder de opwekking, omzetting
en distributie van elektriciteit vallen samen met het regelen van de
overeenkomstige toestellen;
c)
toegepaste elektriciteit, waaronder vallen:
(i)
algemene gebruikstechnieken, nl. die van elektrische verwarming en
elektrische verlichtingsschakelingen;
(ii)
enige speciale gebruikstechnieken, hetzij elektrisch hetzij
elektronisch in strikte zin, die niet vallen onder andere Secties van de
Classificatie, inclusief:
1.
elektrische lichtbronnen, inclusief lasers;
2.
elektrische röntgentechniek;
3.
elektrische plasmatechniek, en de opwekking en versnelling van
elektrisch geladen deeltjes of neutronen;
d)
elektronische basisschakelingen en hun regeling;
e)
radio of elektrische communicatietechniek;
f)
het gebruik van een specifiek materiaal voor het maken van het
beschreven artikel of element. In dit verband moet gewezen worden op de
paragrafen 88 tot 90 van de Gids.
II.
In deze Sectie worden de volgende algemene regels toegepast:
a.
Met inachtneming van de uitzonderingen zoals zoals vermeld onder
I© hierboven, wordt elk elektrisch aspect of deel dat hoort bij een bepaalde
apparatuur of werking, of een bepaald proces, object of artikel, geklasseerd in
één van de Secties van de Classificatie anders dan in Sectie H, altijd
geklasseerd in de subklasse voor die apparatuur of werking, of dat proces,
object of artikel. Daar waar gezamelijke kenmerken met betrekking tot
technische onderwerpen van overeenkomstige aard zijn uitgebracht op
klasseniveau, is het elektrische aspect of deel, in overeenstemming met de
apparatuur of werking, of het proces, object of artikel, geklasseerd in een
subklasse waaronder de algemene elektrische toepassingen voor het technische
onderwerp in kwestie geheel vallen;
b.
The hierboven onder (a) bedoelde elektrische toepassingen,
algemeen of specifiek, houden in:
i.
de therapeutische processen en apparatuur, in klasse A61;
ii.
de elektrische processen en apparatuur die worden gebruikt in
verschillende laboratoriumacitiviteiten en industriële activiteiten, in de
klassen B01 en B03, en in subklasse B23K;
iii.
de elektriciteitstoevoer, en de elektrische aandrijving en
verlichting bij voertuigen in het algemeen en bij bijzondere voertuigen, in de
subsectie “Transport” van Sectie B;
iv.
de elektrische ontstekingssystemen van verbrandingsmotoren, in
subklasse F02P, en van verbrandingsapparatuur in het algemeen, in subklasse
F23Q;
v.
het gehele elektrische gedeelte van Sectie G, d.w.z.
meetinrichtingen inclusief apparatuur voor het meten van elektrische
variabelen, het controleren, het signaleren en het berekenen. Elektriciteit in
die Sectie wordt in het algemeen gezien als middel en niet als einddoel op
zich;
c.
Alle elektrische toepassingen, zowel algemeen als specifiek,
veronderstellen dat de elektrische basisaspecten in Sectie H voorkomt (zie I(a)
hierboven) voor wat betreft de elektrische basiselementen die zij bevatten.
Deze regel geldt ook voor toegepaste elektriciteit zoals bedoeld onder I(c)
hierboven, die zelf onder Sectie H valt.
III.
In deze Sectie komen de volgende speciale gevallen voor:
a.
Onder de algemene toepassingen die onder andere Secties dan Sectie
H vallen, is het vermeldenswaard, dat elektrische verwarming in het algemeen
valt onder de subklassen F24D en F24H, of klasse F27, en dat elektrische
verlichting in het algemeen gedeeltelijk valt onder klasse F21, omdat er in
Sectie H (zie I(c) hierboven) plaatsen zijn in subklasse H05B waaronder
dezelfde technische onderwerpen vallen;
b.
In de beide gevallen waarover onder (a) hierboven wordt gesproken,
vallen onder de subklassen van Sectie F die gaan over de respectievelijke
onderwerpen, in hoofdzaak in de eerste plaats het gehele mechanische gedeelte
van de apparatuur of inrichtingen, terwijl het elektrische gedeelte als zodanig
valt onder subklasse H05B;
c.
In het geval van verlichting moet onder dit mechanische gedeelte
de materiaalopstelling van de verschillende elektrische elementen vallen,
d.w.z. hun geometrische of fysieke positie ten opzichte van elkaar; dit aspect
valt onder de subklassen van klasse F21, de elementen zelf en de primaire
schakelingen blijven in Sectie H. Hetzelfde geldt voor elektrische
lichtbronnen, als zij zijn gecombineerd met lichtbronnen van een ander soort. Deze vallen onder subklasse H05B, terwijl de fysieke
opstelling die de combinatie vormt valt onder de subklassen van klasse F21; [16]
d.
Met betrekking tot verwarming vallen niet
alleen de elektrische elementen en schakelontwerpen als zodanig
onder subklasse H05B, maar ook de elektrische aspecten van hun opstelling, daar
waar het zaken met een algemene toepassing betreft; elektrische ovens worden op
zich beschouwd. De fysieke plaatsing van de elektrische elementen in ovens valt
onder Sectie F. Als een vergelijk wordt gemaakt met elektrische
lasschakelingen, die in samenhang met lassen vallen onder subklasse B23K,
blijkt dat elektrische verwarming niet valt onder de algemene regel zoals
vermeld onder II hierboven.
Aantekening
(1) Processen waarbij sprake is van
slechts één technisch vakgebied, bijv. drogen of coaten, waarin elders is
voorzien, worden geklasseerd in de relevante klasse voor dat vakgebied.
(2) De aandacht wordt gevestigd op de
Aantekeningen volgend op de titels van klasse B81 en subklasse B81B met betrekking
tot “microstructurele inrichtingen” en “microstructurele systemen”. [7]
H 01 H ELEKTRISCHE
SCHAKELAARS; RELAIS; SELECTIESCHAKELAARS; NOODBESCHERMINGSINRICHTINGEN
(contactkabels H01B 7/10; elektrolytische zelfonderbrekers H
Aantekeningen
(1) Deze subklasse dekt (in de groepen H01H
69/00 tot H01H 87/00) inrichtingen voor het beschermen van elektrische
leidingen of elektrische machines of apparatuur ingeval van ongewenste
veranderingen in gewone elektrische werkcondities, waarbij de elektrische
conditie direct dient als invoer voor de inrichting.
(2) Deze subklasse dekt geen bases, omhulsels
of afdekkingen voor twee of meer schakelinrichtingen of voor zowel een
schakelinrichting als een andere elektrische component, bijv. een verzamelrail
of leidingverbindingsklem. Die bases, omhulsels of afdekkingen vallen onder
groep H02B 1/26.
(3) In deze subklasse worden de volgende
termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:
- “relais” betekent een schakelinrichting
met contacten die worden bediend door elektrische invoeren die, direct of indirect,
alle mechanische energie leveren voor het veroorzaken van zowel het sluiten als
openen van de contacten;
- “aandrijfmechanisme” heeft betrekking op
de middelen waardoor een bedieningskracht die wordt uitgeoefend op de
schakelaar wordt overgebracht naar het bewegende contact of de bewegende
contacten;
- “bedienen” wordt in een bredere zin
gebruikt dan “in werking stellen” dat is voorbehouden voor die delen die niet
met de hand worden aangeraakt om te schakelen;
- “werken” of “werking” betekent een
zelf-inducerende beweging van delen bij een specifieke schakeltrap. Deze
betekenissen zijn van toepassing op alle delen van de werkwoorden “bedienen”;
“in werking stellen” en “werken”, en op daarvan afgeleide woorden, bijv. op
“werking”.
(4) In deze subklasse wordt details als volgt geklasseerd:
- details van een niet-specifieke soort
schakelinrichting, of die toepasbaar zijn bij twee of meer soorten
schakelinrichtingen die worden beschreven door de termen of uitdrukkingen
“schakelaar”, “relais”, “selectieschakelaar” en “noodbeveiligingsinrichtingen”,
worden geklasseerd in de groepen H01H 1/00 tot H01H 9/00;
- details van een niet-specifieke soort
schakelaar, of die toepasbaar zijn bij twee of meer soorten schakelaars zoals
gedefinieerd in de groepen H01H 13/00 tot H01H 43/00 en de subgroepen H01H
35/02, H01H 35/06, H01H 35/14, H01H 35/18, H01H 35/24 en H01H 35/42, alle
hierna genoemd basissoorten, worden geklasseerd in de groepen H01H 1/00 tot
H01H 9/00;
- details van een niet-specifiek soort
relais, of die toepasbaar zijn bij twee of meer soorten relais zoals
gedefinieerd in de groepen H01H 51/00 tot H01H 61/00, hierna genoemd
basissoorten, worden geklasseerd in groep H01H 45/00;
- details van een niet-specifieke beveiligingsinrichting,
of die toepasbaar zijn bij twee of meer soorten beveiligingsinrichtingen zoals
gedefinieerd in de groepen H01H 73/00 tot H01H 83/00, hierna genoemd
basissoorten, worden geklasseerd in groep H01H 71/00. Details die alleen zijn
beschreven met betrekking tot, of duidelijk alleen toepasbaar bij,
schakelinrichtingen van één enkele basissoort, worden echter geklasseerd in de
groep die van toepassing is op schakelinrichtingen van die basissoort, bijv.
H01H 19/02 of H01H 75/04;
- mechanische structurele details van de
regellichamen van schakelaars of van toetsenborden zoals toetsen, drukknoppen,
hefbomen of andere mechanismen voor het overdragen van de kracht op de
geactiveerde elementen, worden geklasseerd in deze subklasse, zelfs als zij worden
gebruikt voor het regelen van elektronische schakelaars.
Mechanische
details die direct een elektronisch effect veroorzaken, worden echter
geklasseerd in groep H03K 17/94. [4]
H 01
H 1/00 Contacten
(vloeibare contacten H01H 29/04)
H 01
H 1/02 . gekenmerkt door het materiaal daarvan
H 01
H 1/021 . . Composietmateriaal
[8]
Aantekeningen
(1) In deze groep wordt de volgende uitdrukking gebruikt met de
aangegeven betekenis:
- “composietmateriaal” is een materiaal gemaakt uit twee of
meer verschillende materialen, bijv. gecoat materiaal, gelaagde materialen of
koolstofvezels in een koperbasis of een kopermatrix. [8]
(2) Onderwerpen die kunnen worden geklasseerd in meer dan één van
de groepen H01H 1/023 tot H01H 1/029, moeten worden geklasseerd in alle
relevante groepen. [8]
H 01
H 1/023 . . . met een edelmetaal als basismateriaal [8]
H 01
H 1/0233 . . . . en
met carbiden [8]
H 01
H 1/0237 . . . . en
met oxiden [8]
H 01
H 1/025 . . . met koper als basismateriaal [8]
H 01
H 1/027 . . . met koolstofdeeltjes of koolstofvezels [8]
H 01
H 1/029 . . . met geleidend materiaal dat is gedispergeerd
in een elastische drager of een elastisch bindmateriaal [8]
H 01
H 1/04 . . Samenwerkende
contacten van verschillend materiaal
H 01
H 1/06 . gekenmerkt door de vorm of structuur van het
contact-makende oppervlak, bijv. gegroefd
H 01
H 1/08 . . bevochtigd
met kwik
H 01
H 1/10 . . Gelamineerde
contacten met een gescheiden contactoppervlak
H 01
H 1/12 . gekenmerkt door de wijze waarop
samenwerkende contacten elkaar raken
H 01
H 1/14 . . tegen
elkaar liggend
H 01
H 1/16 . . . door rollen; door omwikkelen; Rolcontacten of
kogelcontacten
H 01
H 1/18 . . . met opvolgende verschuiving
H 01
H 1/20 . . . Brugcontacten
H 01
H 1/22 . . . met een star draaibaar deel dat het
bewegende contact draagt
H 01
H 1/24 . . . met een verende bevestiging
H 01
H 1/26 . . . . met
een veerbladsteun
H 01
H 1/28 . . . . . Stelsel van drie of meer
contact-ondersteunende veerbladen
H 01
H 1/30 . . . . in
steungeleiders
H 01
H 1/32 . . . Zelf-richtende contacten
H 01
H 1/34 . . . met een voorziening voor het verstellen van
de positie van een contact ten opzichte van het samenwerkende contact
H 01
H 1/36 . . langs
elkaar schuivend [9]
H 01
H 1/38 . . . Contacten met een stekker en contrastekker
H 01
H 1/40 . . . Contacten die zodanig zijn bevestigd dat het
contact-makende oppervlak is een vlak ligt met de aangrenzende isolatie
H 01
H 1/42 . . . Contacten met een mes en contactveer
H 01
H 1/44 . . . met een verende bevestiging
H 01
H 1/46 . . . Zelf-richtende contacten
H 01
H 1/48 . . . met een voorziening voor het verstellen van
de positie van een contact ten opzichte van het samenwerkende contact
H 01
H 1/50 . Middelen voor het verhogen van de
contactdruk, het voorkomen van de trilling van contacten, het bij elkaar houden
van contacten na aanraking of het voorspannen van contacten naar de open
positie
H 01
H 1/52 . . Aangepaste
contacten die werken als grendels
H 01
H 1/54 . . door
magneetkracht
H 01
H 1/56 . Contactvoorzieningen die zorgen voor een
make-before-break werking, bijv. voor het onder belasting wisselen van
aftakking
H 01
H 1/58 . Elektrische verbindingen naar of tussen contacten;
Aansluitklemmen [9]
H 01
H 1/60 . Hulpmiddelen die structureel samenhangen met
de schakelaar voor het reinigen of smeren van contact-makende oppervlakken
(reinigen door het normaal verschuiven van contacten H01H 1/18 of H01H 1/36)
H 01
H 1/62 . Verwarmen of koelen van contacten
H 01
H 1/64 . Beschermende omhulsels, keerplaten of
schermen voor contacten [9]
H 01
H 1/66 . . Contacten
die zijn afgedicht in een gevacumeerde of met gas gevulde omhulling, bijv.
magnetische dry-reed contacten
H 01
H 3/00 Mechanismen
voor het bedienen van contacten (thermische bedieningsmiddelen
of ontkoppelmiddelen H01H 37/02) [9]
H 01
H 3/02 . Bedieningsdelen, d.w.z. voor het bedienen
van een aandrijfmechanisme door een mechanische kracht buiten de schakelaar
H 01
H 3/04 . . Hefbomen
(tuimelaars H01H 23/14)
H 01
H 3/06 . . . Middelen voor het aan een drijfas vastzetten
van het aandrijfmechanisme
H 01
H 3/08 . . Draaiknoppen
H 01
H 3/10 . . . Middelen voor het aan een drijfas vastzetten
van het aandrijfmechanisme
H 01
H 3/12 . . Drukknoppen
H 01
H 3/14 . . aangepast
voor bediening door een ander deel van het menselijk lichaam dan de hand, bijv.
door de voet
H 01
H 3/16 . . aangepast
om in werking te worden gesteld bij een grens of een andere vooraf bepaalde
positie in de baan van een lichaam, waarbij de relatieve beweging tussen
schakelaar en lichaam in eerste instantie bedoeld is voor iets anders dan het
in werking stellen van de schakelaar, bijv. voor een deurschakelaar,
eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H 01
H 3/18 . . . waarbij de beweging in één richting
opzettelijk door de hand gebeurt, bijv. voor het automatisch instellen van
uitgezette richtingaanwijzers
H 01
H 3/20 . . waarin
een extra beweging daarvan, of van een hulpstuk daaraan, nodig is vóór het
kunnen uitvoeren of benutten van de hoofdbeweging, bijv. voor ontgrendeling of
koppeling
H 01
H 3/22 . Vermogensvoorzieningen in de schakelaar zelf
voor het bedienen van het aandrijfmechanisme
H 01
H 3/24 . . gebruikmakend
van een pneumatische of hydraulische aandrijver
H 01
H 3/26 . . gebruikmakend
van een dynamo-elektrische motor (voor het opslaan van energie in een veermotor
H01H 3/30)
H 01
H 3/28 . . gebruikmakend
van een elektromagneet (voor het opslaan van energie in een veermotor H01H
3/30; voor het bedienen van relais H01H 45/00)
H 01
H 3/30 . . gebruikmakend
van een veermotor
H 01
H 3/32 . Aandrijfmechanismen, d.w.z. voor het
overbrengen van de aandrijfkracht naar de contacten (voorzieningen met
klikwerking H01H 5/00; inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging H01H
7/00)
H 01
H 3/34 . . gebruikmakend
van een pal
H 01
H 3/36 . . gebruikmakend
van een riem, ketting of koord
H 01
H 3/38 . . gebruikmakend
van een veer of een andere flexibele drijfaskoppeling
H 01
H 3/40 . . gebruikmakend
van een wrijvingsdrijfwerk, tandwieldrijfwerk of drijfwerk met een schroef en
moer
H 01
H 3/42 . . gebruikmakend
van een nok of excentriek
H 01
H 3/44 . . gebruikmakend
van een sterradmechanisme of Genèvemechanisme
H 01
H 3/46 . . gebruikmakend
van een stangoverbrenging of hefboomoverbrenging, bijv. een kniehefboom
H 01
H 3/48 . . gebruikmakend
van een inrichting met een verloren beweging
H 01
H 3/50 . . met
indexeermiddelen of plaatsbepalingsmiddelen, bijv. het indexeren met een kogel
en veer
H 01
H 3/52 . . met
middelen voor het garanderen van stopzetting bij tussenliggende werkposities
H 01
H 3/54 . Mechanismen voor het koppelen of ontkoppelen
van bedieningsdelen, aandrijfmechanismen of contacten
H 01
H 3/56 . . gebruikmakend
van een elektromagnetische aandrijfkoppeling
H 01
H 3/58 . . gebruikmakend
van een wrijvingskoppeling, tandwielkoppeling of andere mechanische
aandrijfkoppeling
H 01
H 3/60 . Mechanische voorzieningen voor het voorkomen
of dempen van trillingen of schokken
H 01
H 3/62 . Smeermiddelen die structureel samenhangen
met de schakelaar (voor het smeren van contact-makende oppervlakken H01H 1/60)
H 01
H 5/00 Voorzieningen
met klikwerking, d.w.z. waarin tijdens één openingsbediening of sluitbediening
energie eerst wordt opgeslagen en daarna wordt vrijgegeven voor het produceren
of ondersteunen van de contactbeweging
H 01
H 5/02 . Energie die wordt opgeslagen door het
aantrekken of afstoten van magnetische delen
H 01
H 5/04 . Energie die wordt opgeslagen door het
vervormen van elastische delen (door het vervormen van een bimetaalelement in
thermisch in werking gestelde schakelaars H01H 37/54)
H 01
H 5/06 . . door
het samendrukken of uittrekken van schroefveren
H 01
H 5/08 . . . waarbij het ene uiteinde van de veer een
beweging overbrengt naar het contactlichaam terwijl het andere uiteinde wordt
verplaatst door het bedieningsdeel
H 01
H 5/10 . . . waarbij het ene uiteinde van de veer vastzit
aan het stationaire of beweegbare deel van de schakelaar, en het andere
uiteinde reageert op een beweegbaar of stationair stijf deel via
respectievelijk pennen, nokken, tandvlakken of andere vormvlakken
H 01
H 5/12 . . . met twee of meer klikbewegingen achter
elkaar
H 01
H 5/14 . . door
het verdraaien van torsiedelen
H 01
H 5/16 . . . met extra middelen voor het tijdelijk
vasthouden van delen totdat het torsielichaam voldoende gespannen is
H 01
H 5/18 . . door
het doorbuigen van bladveren
H 01
H 5/20 . . . waarbij één blad over het dode punt heen
wordt bewogen
H 01
H 5/22 . . . waarbij de bladveer tenminste één been met
klikwerking heeft, en tenminste één apart been dat het contact draagt of in
werking stelt
H 01
H 5/24 . . . . met
drie benen
H 01
H 5/26 . . . met twee of meer klikbewegingen achter
elkaar
H 01
H 5/28 . . . waarbij twee aparte bladveren een
kniehefboom vormen
H 01
H 5/30 . . door
het uitbuigen van schijfveren
H 01
H 7/00 Inrichtingen
voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging tussen het op gang
brengen van de schakelbediening en het openen of sluiten van de contacten
(tijdschakelaars en tijd-programmaschakelaars H01H 43/00)
H 01
H 7/02 . met tijd-instelmiddelen in de vorm van een
fluïdum
H 01
H 7/03 . . met
buffers
H 01
H 7/04 . . met
vleugels, d.w.z. waaierregelaars
H 01
H 7/06 . met thermische tijd-instelmiddelen [9]
H 01
H 7/08 . waarbij de tijd wordt ingesteld door
mechanische snelheidsregelinrichtingen
H 01
H 7/10 . . door
een échappement
H 01
H 7/12 . . . mechanisch
H 01 H 7/14 . . . elektromagnetisch
H 01 H 7/16 . Inrichtingen voor het garanderen van de werking van een schakelaar
op een vooraf bepaald punt in de wisselstroomcyclus (circuitvoorzieningen H01H
9/56)
H 01
H 9/00 Details
van schakelinrichtingen die niet vallen onder de groepen H01H 1/00 tot H01H
7/00 [9]
H 01
H 9/02 . Bases, omhulsels of afdekkingen
(onderbrengen van meer dan één schakelaar of van een schakelaar met een andere
elektrische component H02B 1/26)
H 01
H 9/04 . . Stofdichte,
spatwaterdichte, druipwaterdichte, waterdichte of ontploffingsvrije omhulsels
H 01
H 9/06 . . Omhulsels
van schakelaars die zijn uitgevoerd als handgreep met een ander doel dan het in
werking stellen van de schakelaar, bijv. als de handgreep van een stofzuiger
H 01
H 9/08 . Voorzieningen voor het kunnen vervangen van een
schakelaar, bijv. een patroonbehuizing
H 01
H 9/10 . Toepassing van ingebouwde zekeringen
(afzonderlijk op of in een gemeenschappelijke drager bevestigen van schakelaars
en zekeringen H02B 1/18) [9]
H 01
H 9/12 . Middelen voor het aarden van delen van de
schakelaar die gewoonlijk niet geleidend zijn verbonden met de contacten
H 01
H 9/14 . Ingebouwde veiligheidsvonkenbanen
H 01
H 9/16 . Weergeefmiddelen voor de schakelconditie,
bijv. “aan” of “uit”
H 01
H 9/18 . Onderscheidingsmarkeringen op schakelaars,
bijv. voor het aanduiden van de plaats van de schakelaar in het donker;
Aangepaste schakelaars voor het opnemen van onderscheidingsmarkeringen
H 01
H 9/20 . Mechanismen voor het onderling blokkeren,
blokkeren of vergrendelen [9]
H 01
H 9/22 . . voor
het onderling blokkeren van een omhulsel, afdekking of beschermingsblindering
en een mechanisme voor het bedienen van contacten
H 01
H 9/24 . . voor
het onderling blokkeren van twee of meer delen van het mechanisme voor het
bedienen van contacten
H 01
H 9/26 . . voor
het onderling blokkeren van twee of meer schakelaars (door een te verwijderen
deel H01H 9/28)
H 01
H 9/28 . . voor
het blokkeren van schakeldelen door een sleutel of een vergelijkbaar te
verwijderen deel (schakelaars die worden bediend door een sleutel H01H 27/00;
blokkeren door een te verwijderen deel van een tweedelige koppelinrichting
H01R)
H 01
H 9/30 . Middel voor het doven of voorkomen van een
vlamboog tussen stroom-dragende delen
H 01
H 9/32 . . Isolatielichamen
die tussen contacten kunnen worden gestoken
H 01
H 9/34 . . Stationaire
delen voor het beperken of opdelen van de vlamboog, bijv. een sperplaat
H 01
H 9/36 . . . Metalen delen
H 01
H 9/38 . . Hulpcontacten
waarop de vlamboog wordt overgebracht vanaf de hoofdcontacten (gebruikmakend
van vlamboogafleiders H01H 9/46)
H 01
H 9/40 . . Meervoudige
hoofdcontacten voor het opdelen van de stroom door, of een potentiaalverschil
langs, de vlamboog
H 01
H 9/42 . . Impedanties
die verbonden zijn met contacten
H 01
H 9/44 . . gebruikmakend
van een blaasmagneet of blaasspoel
H 01
H 9/46 . . gebruikmakend
van vlamboogafleiders (gebruikmakend van een blaasmagneet H01H 9/44) [9]
H 01
H 9/48 . Middelen voor het voorkomen van ontlading
naar niet-stroom-dragende delen, bijv. gebruikmakend van een coronaring
H 01
H 9/50 . Middelen voor het detecteren van de
aanwezigheid van een vlamboog of ontlading
H 01
H 9/52 . Koelen van schakeldelen (koelen van
contacten H01H 1/62)
H 01
H 9/54 . Circuitvoorzieningen die niet zijn aangepast
aan een bijzondere toepassing van de schakelinrichting en die niet elders
kunnen worden ondergebracht
H 01
H 9/56 . . voor
het garanderen van de werking van de schakelaar op een vooraf bepaald punt in
de wisselstroomcyclus
H 01
H 11/02 . voor kwikschakelaars
H 01
H 11/04 . voor schakelcontacten
H 01
H 11/06 . . Vastmaken
van contacten op een drager
H 01
H 13/00 Schakelaars
met één of meer rechtlijnig beweegbare bedieningsdelen die maar in één richting
kunnen worden geduwd of getrokken, bijv. een drukknopschakelaar (waarin
het bedieningsdeel flexibel is H01H 17/00)
H 01
H 13/02 . Details [8,9]
H 01
H 13/04 . . Omhulsels;
Afdekkingen
H 01
H 13/06 . . . Stofdichte, spatwaterdichte,
druipwaterdichte, waterdichte of ontploffingsvrije omhulsels
H 01
H 13/08 . . . Omhulsels van schakelaars die zijn
uitgevoerd als handgreep met een ander doel dan het in werking stellen van de
schakelaar
H 01
H 13/10 . . Bases;
Daarop bevestigde stationaire contacten
H 01
H 13/12 . . Beweegbare
delen; Daarop bevestigde contacten
H 01
H 13/14 . . . Bedieningsdelen, bijv. een drukknop
H 01
H 13/16 . . . . aangepast
om te worden bediend door een ander deel van het menselijk lichaam dan de hand,
bijv. door de voet
H 01
H 13/18 . . . . aangepast
om in werking te worden gesteld bij een grens of een andere vooraf bepaalde positie
in de baan van een lichaam, waarbij de relatieve beweging tussen schakelaar en
lichaam in eerste instantie bedoeld is voor iets anders dan het in werking
stellen van de schakelaar, bijv. voor een deurschakelaar, eindschakelaar of
vloer-niveauschakelaar van een lift
H 01
H 13/20 . . . Aandrijfmechanismen
H 01
H 13/22 . . . . werkend
met klikwerking (afhankelijk van het vervormen van elastische lichamen H01H
13/26)
H 01
H 13/24 . . . . met
middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H 01
H 13/26 . . Voorzieningen
met klikwerking die afhangt van het vervormen van elastische lichamen
H 01
H 13/28 . . . gebruikmakend van het samendrukken of
uittrekken van een schroefveer
H 01
H 13/30 . . . . waarbij
het ene uiteinde van de veer een beweging overbrengt naar het contactlichaam
terwijl het andere uiteinde wordt bewogen door het bedieningsdeel
H 01
H 13/32 . . . . waarbij
het ene uiteinde van de veer vastzit aan het stationaire of beweegbare deel van
de schakelaar, en het andere uiteinde reageert met een beweegbaar of stationair
stijf lichaam via respectievelijk pennen, nokken, tandvlakken of andere
vormvlakken
H 01
H 13/34 . . . . met
twee of meer klikbewegingen achter elkaar
H 01
H 13/36 . . . gebruikmakend van het doorbuigen van
bladveren
H 01
H 13/38 . . . . Eén
blad dat over het dode punt heen wordt bewogen
H 01
H 13/40 . . . . Bladveren
met tenminste één been met klikwerking, en tenminste één apart been dat het
contact draagt of in werking stelt
H 01
H 13/42 . . . . . met drie benen
H 01
H 13/44 . . . . met
twee of meer klikbewegingen achter elkaar
H 01
H 13/46 . . . . waarbij
twee afzonderlijke bladveren een kniehefboom vormen
H 01
H 13/48 . . . gebruikmakend van het uitbuigen van
schijfveren
H 01
H 13/50 . met één bedieningslichaam
H 01
H 13/52 . . waarbij
het contactdeel direct na wegvallen van de bedieningskracht terugkeert in de
oorspronkelijke toestand, bijv. de drukknopschakelaar van een deurbel
H 01
H 13/54 . . waarbij
het contact een vooraf bepaald tijdsinterval later dan het wegvallen van de
bedieningskracht terugkeert in de oorspronkelijke toestand, bijv. voor het
verlichten van een trappenhuis
H 01
H 13/56 . . waarbij
het contact in de oorspronkelijke toestand terugkeert bij de volgende
uitoefening van de bedieningskracht
H 01
H 13/58 . . . waarbij een contact-aandrijvend lichaam
stapsgewijze in één richting wordt geroteerd
H 01
H 13/60 . . . waarbij een contact-aandrijvend lichaam
afwisselend in tegengestelde richtingen wordt bewogen
H 01
H 13/62 . . waarbij
het contact in de oorspronkelijke toestand terugkeert na het handmatig
vrijgeven van een grendel (grendels die worden vrijgegeven door een tweede
drukknop H01H 13/68)
H 01
H 13/64 . . waarbij
de schakelaar meer dan twee elektrisch onderscheidende posities heeft, bijv.
drukknopschakelaars met meerdere posities
H 01
H 13/66 . . . waarbij het bedieningslichaam slechts twee
posities heeft
H 01
H 13/68 . met twee bedieningslichamen, één voor het
openen en één voor het sluiten van hetzelfde stel contacten (één
bedieningslichaam dat naar verschillende kanten naar buiten uitsteekt door het
schakelomhulsel voor het afwisselend drukken op de tegenoverliggende uiteinden
H01H 15/22)
H 01
H 13/70 . met meerdere bedieningslichamen die
samenwerken met verschillende stellen contacten, bijv. een toetsenbord (aan
elkaar bevestigen van meerdere onafhankelijke schakelaars H02B) [9]
H 01
H 13/702 . . met
contacten die worden gedragen door of worden gevormd uit lagen in een
meerlaagse structuur, bijv. membraanschakelaars [7]
H 01
H 13/703 . . . gekenmerkt door afstandshouders tussen de
contact-dragende lagen [8]
H 01
H 13/704 . . . gekenmerkt door de lagers, bijv. door hun
materiaal of opbouw (H01H 13/703 heeft voorrang) [8]
H 01
H 13/705 . . . gekenmerkt door constructie, bevestiging of
opstelling van bedieningsdelen, bijv. drukknoppen of toetsen [7,8]
H 01
H 13/7057 . . . . gekenmerkt
door de opstelling van bedieningsdelen in relatie tot elkaar, bijv.
voorgebouwde groepen toetsen [8]
H 01
H 13/7065 . . . . gekenmerkt
door het mechanisme tussen toetsen en gelaagde toetsenborden [8]
H 01
H 13/7073 . . . . . gekenmerkt door veren, bijv. Euler-veren [8]
H 01
H 13/708 . . . waarin alle vaste en beweegbare contacten
worden gedragen door isolerende lichamen (H01H 13/705 heeft voorrang) [7]
H 01
H 13/712 . . . . waarbij
alle isolerende lichamen in hoofdzaak plat zijn [7]
H 01 H
13/715 . . . waarin elke contact-set een contact omvat
dat niet is vastgezet op of deel uitmaakt van een steun-laag, bijv. een
klikkoepel [7]
H 01
H 13/718 . . . waarin sommige of alle beweegbare contacten
worden gevormd in één geleidende plaat, bijv. gevormd door het ponsen van
plaatmetaal (H01H 13/705 heeft voorrang) [7]
H 01
H 13/72 . . waarin
de schakelaar middelen heeft voor het beperken van het aantal
bedieningslichamen dat zich gelijktijdig in de werkende positie kan bevinden
H 01
H 13/74 . . . waarbij elk contactstel alleen in de
oorspronkelijke toestand terugkeert bij het in werking stellen van één van de
andere bedieningslichamen
H 01
H 13/76 . . waarin
alle of sommige bedieningslichamen verschillende combinaties van contactstellen
in werking stellen, bijv. waarbij tien bedieningslichamen verschillende
combinaties uit vier contactstellen in werking stellen
H 01
H 13/78 . . gekenmerkt
door de contacten of de contactpunten [8]
H 01
H 13/785 . . . gekenmerkt door het materiaal van de
contacten, bijv. geleidende polymeren [8]
H 01
H 13/79 . . . gekenmerkt door de vorm van de contacten,
bijv. gespreide vingers of spiraalnetwerken [8]
H 01
H 13/80 . . . gekenmerkt door de wijze van samenwerken van
de contacten, bijv. waarbij beide contacten kunnen bewegen of met contacten
zonder opvering [8]
H 01
H 13/803 . . . gekenmerkt door de schakelfunctie ervan,
bijv. contacten die gewoonlijk zijn gesloten of de opeenvolgende werking van
contacten [8]
H 01 H
13/807 . . . gekenmerkt door de ruimtelijke opstelling
van de contacten, bijv. op of over elkaar liggend [8]
H 01
H 13/81 . . gekenmerkt
door de elektrische verbindingen met externe inrichtingen [8]
H 01
H 13/82 . . gekenmerkt
door ventilatiemiddelen voor de contactruimte [8]
H 01
H 13/83 . . gekenmerkt
door opschriften, bijv. Braille, LCD’s, lichtgevende elementen of optische
elementen [8]
H 01
H 13/84 . . gekenmerkt
door ergonomische functies, bijv. voor miniatuurtoetsenborden; gekenmerkt door
bedieningsgevoelige functies, bijv. geluidsfeedback (opschriften H01H 13/83) [8]
H 01
H 13/85 . . . gekenmerkt door voelbare feedbackaspecten [8]
H 01
H 13/86 . . gekenmerkt
door het omhulsel, bijv. afgesloten omhulsels of omhulsels die kunnen worden
verkleind [8]
H 01
H 13/88 . . Speciaal
aangepaste processen voor het maken van rechtlijnig beweegbare schakelaars met
meerdere bedieningselementen in samenhang met verschillende sets contacten,
bijv. toetsenborden [8]
H 01
H 15/00 Schakelaars
met één of meer rechtlijnig beweegbare bedieningsdelen die in tegenovergestelde
richting kunnen worden bediend, bijv. een schuifschakelaar
H 01
H 15/02 . Details
H 01
H 15/04 . . Stationaire
delen; Daarop bevestigde contacten
H 01
H 15/06 . . Verplaatsbare
delen; Daarop bevestigde contacten
H 01
H 15/08 . . . Contactvoorzieningen die zorgen voor een make-before-break werking, bijv. voor
het onder belasting wisselen van aftakking
H 01
H 15/10 . . . Bedieningsdelen
H 01
H 15/12 . . . . aangepast
om te worden bediend door een ander deel van het menselijk lichaam dan de hand,
bijv. door de voet
H 01
H 15/14 . . . . aangepast
om in werking te worden gesteld bij een grens of een andere vooraf bepaalde
positie in de baan van een lichaam, waarbij de relatieve beweging tussen
schakelaar en lichaam in eerste instantie bedoeld is voor iets anders dan voor
het in werking stellen van de schakelaar, bijv. een deurschakelaar,
eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H 01
H 15/16 . . . Aandrijfmechanismen
H 01
H 15/18 . . . . werkend
met klikwerking
H 01
H 15/20 . . . . met
middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H 01
H 15/22 . met één bedieningsdeel dat naar buiten uitsteekt
naar verschillende kanten door het schakelomhulsel voor het afwisselend drukken
op tegenoverliggende uiteinden
H 01
H 15/24 . met één bedieningsdeel dat alleen naar
buiten uitsteekt naar één kant door het schakelomhulsel voor het afwisselend
drukken en trekken
H 01
H 17/00 Schakelaars
met een flexibel bedieningsdeel waaraan alleen kan worden getrokken, bijv. een
koord of ketting
H 01 H 17/02 . Details
H 01 H 17/04 . . Stationaire delen (geleiders H01H 17/14)
H 01
H 17/06 . . Beweegbare
delen (geleiders H01H 17/14)
H 01
H 17/08 . . . Bedieningsdelen, bijv. een koord
H 01
H 17/10 . . . . aangepast
om te worden bediend door een ander deel van het menselijk lichaam dan de hand,
bijv. door de voet
H 01
H 17/12 . . . . aangepast
om in werking te worden gesteld bij een grens of een andere vooraf bepaalde
positie in de baan van een lichaam, waarbij de relatieve beweging tussen
schakelaar en lichaam in eerste instantie bedoeld is voor iets anders dan voor
het in werking stellen van de schakelaar, bijv. een deurschakelaar,
eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H 01
H 17/14 . . Geleidingsmiddelen
voor het flexibele bedieningsdeel
H 01
H 17/16 . met één flexibel bedieningsdeel waaraan aan
één uiteinde kan worden getrokken
H 01
H 17/18 . . vastgezet
aan een deel van het schakelaandrijfmechanisme met alleen een hoekbeweging
H 01
H 17/20 . . . waarbij het contact in de oorspronkelijke
toestand terugkeert direct na het wegvallen van de bedieningskracht
H 01
H 17/22 . . . waarbij het contact in de oorspronkelijke
toestand terugkeert bij de volgende uitoefening van de bedieningskracht
H 01
H 17/24 . . vastgezet
aan een deel van het schakelaandrijfmechanisme met zowel een hoekbeweging als rechtlijnige
beweging
H 01
H 17/26 . met twee flexibele bedieningsdelen; met één
bedieningsdeel waaraan aan beide uiteinden kan worden getrokken
H 01
H 17/28 . . vastgezet
aan één of meer delen van het schakelaandrijfmechanisme met alleen een rechtlijnige
beweging
H 01
H 17/30 . . vastgezet
aan één of meer delen van het schakelaandrijfmechanisme met alleen een
hoekbeweging
H 01
H 19/00 Schakelaars
die worden bediend door een bedieningsdeel dat kan ronddraaien om een lengteas
daarvan en waarop direct wordt ingewerkt door een massief lichaam buiten de
schakelaar, bijv. door een hand, waarin dat deel over een onbeperkte of
niet-specifieke hoek kan worden verdraaid [8,9]
H 01
H 19/02 . Details
H 01
H 19/03 . . Middelen
voor het beperken van de draaiingshoek van het bedieningsdeel [8]
H 01
H 19/04 . . Omhulsels;
Afdekkingen
H 01
H 19/06 . . . Stofdichte, spatwaterdichte,
druipwaterdichte, waterdichte of ontploffingsvrije omhulsels
H 01
H 19/08 . . Bases;
Daarop bevestigde stationaire contacten
H 01
H 19/10 . . Verplaatsbare
delen; Daarop bevestigde contacten
H 01
H 19/11 . . . met indexeermiddelen [8]
H 01
H 19/12 . . . Contactvoorzieningen die zorgen voor een make-before-break werking, bijv. voor
het onder belasting wisselen van aftakking
H 01
H 19/14 . . . Bedieningsdelen, bijv. een draaiknop
H 01
H 19/16 . . . . aangepast
om te worden bediend door een ander deel van het menselijk lichaam dan de hand,
bijv. door de voet
H 01
H 19/18 . . . . aangepast
om in werking te worden gesteld bij een grens of een andere vooraf bepaalde
positie in de baan van een lichaam, waarbij de relatieve beweging tussen
schakelaar en lichaam in eerste instantie bedoeld is voor iets anders dan voor
het in werking stellen van de schakelaar, bijv. een deurschakelaar,
eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H 01
H 19/20 . . . Aandrijfmechanismen waarbij hoekverplaatsing
van het bedieningsdeel in elke richting effectief is
H 01
H 19/22 . . . . met
een verloren beweging
H 01
H 19/24 . . . . werkend
met klikwerking
H 01
H 19/26 . . . . met
middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H 01
H 19/28 . . . Aandrijfmechanismen waarbij hoekverplaatsing
van het bedieningsdeel slechts in één richting effectief of mogelijk is
H 01
H 19/30 . . . . met
een verloren beweging
H 01
H 19/32 . . . . werkend
met klikwerking
H 01
H 19/34 . . . . met
middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H 01
H 19/36 . waarbij het bedieningsdeel slechts twee
elektrisch verschillende posities heeft, bijv. relatief verplaatst over 180°
H 01
H 19/38 . . Omschakelaars
H 01
H 19/40 . . . met alleen axiale contactdruk
H 01
H 19/42 . . met
meer dan twee elektrisch verschillende condities, bijv. voor het sluiten van
één of beide van twee circuits
H 01
H 19/44 . . . met alleen axiale contactdruk
H 01
H 19/46 . waarbij het bedieningsdeel drie werkende
posities heeft, bijv. een sterdriehoekschakelaar
H 01
H 19/48 . . met
alleen axiale contactdruk
H 01
H 19/50 . waarbij het bedieningsdeel vier werkende
posities heeft, bijv. een groepenschakelaar
H 01
H 19/52 . . met
alleen axiale contactdruk
H 01
H 19/54 . waarbij het bedieningsdeel tenminste vijf of
een onbekend aantal werkende posities heeft
H 01
H 19/56 . . Onder
een hoek beweegbare delen met contacten, bijv. een wals-schakelaar
H 01
H 19/58 . . . met alleen axiale contactdruk, bijv. een
schijfschakelaar of wafer schakelaar
H 01
H 19/60 . . Onder
een hoek beweegbare delen zonder contacten
H 01
H 19/62 . . . Contacten die in werking worden gesteld door
radiale nokken
H 01
H 19/63 . . . Contacten die in werking worden gesteld door
axiale nokken [2]
H 01
H 19/635 . . . Contacten die in werking treden door een
rechtlijnig beweegbaar lichaam dat vastzit aan een bedieningsdeel, bijv. via
een pen en gat [8]
H 01
H 19/64 . Omhulde schakelaars die zijn aangepast voor
een ganged werking als ze in serie
geschakeld zijn met identieke schakelaars, bijv. gestapelde schakelaars
H 01 H
21/00 Schakelaars die
worden bediend een bedieningsdeel in de vorm van een draaibaar lichaam waarop
wordt ingewerkt door een massief lichaam, bijv. een hand, waarin dit deel
alleen kan worden verdraaid over een beperkte hoek (tuimelschakelaars H01H
23/00; schakelaars met een bedieningsdeel dat onder een hoek beweegbaar is in
meer dan één vlak H01H 25/04) [8]
H 01
H 21/02 . Details
H 01
H 21/04 . . Omhulsels;
Afdekkingen
H 01
H 21/06 . . . onderling gekoppeld met het
bedieningsmechanisme
H 01
H 21/08 . . . Stofdichte, spatwaterdichte,
druipwaterdichte, waterdichte of ontploffingsvrije omhulsels
H 01
H 21/10 . . . Omhulsels van schakelaars die zijn
uitgevoerd als handgreep met een ander doel dan het in werking stellen van de
schakelaar
H 01
H 21/12 . . Bases;
Daarop bevestigde stationaire contacten
H 01
H 21/14 . . Middelen
voor het verhogen van de contactdruk
H 01
H 21/16 . . Aanpassing
voor ingebouwde zekeringen
H 01
H 21/18 . . Beweegbare
delen; Daarop bevestigde contacten
H 01
H 21/20 . . . Contactvoorzieningen die zorgen voor een make-before-break werking, bijv. voor
het onder belasting wisselen van aftakking
H 01
H 21/22 . . . Bedieningsdelen, bijv. een handgreep
H 01
H 21/24 . . . . die
in de oorspronkelijke toestand terugkeren na wegvallen van de bedieningskracht
H 01
H 21/26 . . . . . aangepast om te worden bediend door een
ander deel van het menselijk lichaam dan de hand, bijv. door de voet
H 01
H 21/28 . . . . . aangepast om in werking te worden gesteld
bij een grens of een andere vooraf bepaalde positie in de baan van een lichaam,
waarbij de relatieve beweging tussen schakelaar en lichaam in eerste instantie
bedoeld is voor iets anders dan voor het in werking stellen van de schakelaar,
bijv. een deurschakelaar, eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H 01
H 21/30 . . . . die
niet in de oorspronkelijke toestand terugkeren na wegvallen van de
bedieningskracht
H 01
H 21/32 . . . . . aangepast om te worden bediend door een
ander deel van het menselijk lichaam dan de hand, bijv. door de voet
H 01
H 21/34 . . . . . aangepast om in werking te worden gesteld
bij een grens of een andere vooraf bepaalde positie in de baan van een lichaam,
waarbij de relatieve beweging tussen schakelaar en lichaam in eerste instantie
bedoeld is voor iets anders dan voor het in werking stellen van de schakelaar,
bijv. een deurschakelaar, eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H 01 H
21/36 . . . Aandrijfmechanismen
H 01
H 21/38 . . . . met
een verloren beweging
H 01
H 21/40 . . . . met
klikwerking
H 01
H 21/42 . . . . . geproduceerd door het samendrukken of
uitrekken van een schroefveer
H 01
H 21/44 . . . . . geproduceerd door doorbuigende bladveren
H 01
H 21/46 . . . . . met twee of meer klikbewegingen achter
elkaar
H 01
H 21/48 . . . . met
een pal-mechanisme
H 01
H 21/50 . . . . met
indexeermiddelen of blokkeermiddelen, bijv. het indexeren door een kogel en veer;
met middelen voor het garanderen van stopzetting bij tussenliggende werkende
posities
H 01
H 21/52 . . . . met
middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H 01
H 21/54 . Hefboomschakelaars met een bladvormig
contact dat samenwerkt met één of twee veerklemcontacten, bijv. een
mes-schakelaar of opdeler
H 01
H 21/56 . . waarbij
slechts in één positie contact wordt gemaakt
H 01
H 21/58 . . Omschakelaars
zonder stabiele tussenposities
H 01
H 21/60 . . Omschakelaars
met een stabiele tussenpositie
H 01
H 21/86 . Schakelaars met een raakcontact dat wordt
gedragen door het bedieningsdeel, bijv. de tapping
sleutel van een telegraaf
H 01
H 21/88 . . met
een tussenliggende rustpositie
H 01
H 23/00 Tuimelschakelaars,
d.w.z. schakelaars met als kenmerk dat ze worden bediend door tuimelen van een
bedieningslichaam in de vorm van een pendelknop [8]
Aantekening
In deze groep wordt de term
“tuimelen” gedefinieerd als een kantelbeweging in één vlak om een as die parallel
loopt aan het vooraanzicht van de schakelaar, en die zich in hoofdzaak in het
midden tussen de uiteinden van de pendelknop bevindt. [8]
H 01
H 23/02 . Details
H 01
H 23/04 . . Omhulsels;
Afdekkingen
H 01
H 23/06 . . . Stofdichte, spatwaterdichte,
druipwaterdichte, waterdichte of ontploffingsvrije omhulsels
H 01
H 23/08 . . Bases;
Daarop bevestigde stationaire contacten
H 01
H 23/10 . . Aanpassing
voor ingebouwde zekeringen
H 01
H 23/12 . . Beweegbare
delen; Daarop bevestigde contacten
H 01
H 23/14 . . . Tuimelaars
H 01
H 23/16 . . . Aandrijfmechanismen
H 01
H 23/18 . . . . met
een verloren beweging
H 01
H 23/20 . . . . met
klikwerking
H 01
H 23/22 . . . . met
middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H 01
H 23/24 . met twee werkende posities
H 01
H 23/26 . . waarbij
één van de posities onstabiel is
H 01
H 23/28 . met drie werkende posities
H 01
H 23/30 . . met
een stabiele middenpositie, en waarbij één of beide eindposities onstabiel zijn
H 01
H 25/04 . Bedieningsdelen die onder een hoek kunnen
bewegen in meer dan één vlak, bijv. een joystick
H 01
H 25/06 . Bedieningsdelen die zowel onder een hoek als
rechtlijnig kunnen bewegen, waarbij de rechtlijnige beweging langs de as van de
hoekbeweging plaatsvindt
H 01
H 27/00 Schakelaars
die worden bediend door een te verwijderen lichaam, bijv. een sleutel,
contactstop of plaat; Schakelaars die worden bediend door het instellen van
lichamen in overeenstemming met één vooraf bepaalde combinatie uit diverse
instelmogelijkheden (gecombineerd met verbindingsklemmen met een stekker en
contrastekker H01R 13/70; met een stroom-dragende stekker H01R 31/08) [9]
H 01
H 27/04 . Isolerende stekkers of platen die tussen
gewoonlijk gesloten contacten worden gestoken
H 01
H 27/06 . Sleutels die worden ingestoken en dan
omgedraaid voor het laten werken van de schakelaar
H 01
H 27/08 . . waarin
de sleutel niet kan worden verwijderd totdat de schakelaar is teruggekeerd in
de oorspronkelijke positie
H 01
H 27/10 . Schakelaars die worden bediend door het
instellen van lichamen in overeenstemming met één vooraf bepaalde combinatie
uit diverse instelmogelijkheden
H 01
H 29/00 Schakelaars
met tenminste een vloeistofcontact (massieve contacten die zijn
bevochtigd met of gedoopt in kwik H01H 1/08)
H 01
H 29/02 . Details
H 01
H 29/04 . . Contacten;
Containers voor vloeistofcontacten
H 01
H 29/06 . . . Vloeistofcontacten die worden gekenmerkt
door het materiaal
H 01
H 29/08 . . Middelen
voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H 01
H 29/10 . . . door het beperken van de stroming van de
contactvloeistof
H 01
H 29/12 . . Bedieningsmechanismen
die zijn aangepast om te worden bediend door een ander deel van het menselijk
lichaam dan de hand, bijv. door de voet
H 01
H 29/14 . . Bedieningsmechanismen
die zijn aangepast om in werking te worden gesteld bij een grens of een andere
vooraf bepaalde positie in de baan van een lichaam, waarbij de relatieve
beweging tussen schakelaar en lichaam in eerste instantie bedoeld is voor iets
anders dan voor het in werking stellen van de schakelaar, bijv. een
deurschakelaar, eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H 01
H 29/16 . bediend door het in een stationaire
contactvloeistof dopen van een massief contact
H 01
H 29/18 . waarbij het oppervlakteniveau van de
contactvloeistof wordt bewogen door een niet-elektrische contact-makende
plunjer
H 01
H 29/20 . bediend door het kantelen van de
contactvloeistofcontainer [9]
H 01
H 29/22 . . waarbij
contact wordt gemaakt en verbroken tussen de vloeistof en een vaste stof
H 01
H 29/24 . . waarbij
contact wordt gemaakt en verbroken tussen de vloeistof en een vloeistof
H 01
H 29/26 . waarbij het oppervlakteniveau van de
contactvloeistof wordt bewogen door een middelpuntvliedende kracht
H 01
H 29/28 . waarbij het oppervlakteniveau van de
contactvloeistof wordt bewogen door fluïdumdruk
H 01
H 29/30 . waarbij het oppervlakteniveau van de
contactvloeistof wordt bewogen door uitzetten of verdampen
H 01
H 29/32 . waarbij het contact wordt gemaakt door een
vloeistofstraal, bijv. een aardschakelaar met een contact dat wordt gemaakt
door een waterstraal [9]
H 01
H 31/00 Schakelaars
met luchtonderbreking voor hoogspanning zonder vlamboog-dovende of
vlamboog-voorkomende middelen (in combinatie met
hoogspanningsschakelaars of sterkstroomschakelaars met vlamboog-dovende of
vlamboog-voorkomende middelen H01H 33/00) [3,9]
H 01 H 31/02 . Details
H 01 H 31/04 . . Grendel-mechanismen [9]
H 01
H 31/06 . . . voor het onderling vergrendelen van een
omhulsel, afdekking of beschermende bekleding met een mechanisme voor het
bedienen van contacten
H 01
H 31/08 . . . voor het onderling vergrendelen van twee of
meer delen van het mechanisme voor het bedienen van contacten
H 01
H 31/10 . . . voor het onderling vergrendelen van twee of
meer schakelaars [9]
H 01
H 31/12 . . Aanpassing
voor ingebouwde zekeringen
H 01
H 31/14 . met een brugcontact dat niet elektrisch is
verbonden met één van de leidingcontacten in de open positie van een schakelaar
H 01
H 31/16 . . met
een onder een hoek beweegbaar brugcontact of contact-dragend lichaam
H 01
H 31/18 . . . in werking gesteld door het bewegen van één
of meer scheidingsschakelaars
H 01
H 31/20 . . . . waarbij
tenminste één scheidingsschakelaar kan roteren om de eigen geometrische as
H 01
H 31/22 . . . waarbij één of meer contacten rechtlijnig
kunnen bewegen ten opzichte van het dragende lichaam
H 01
H 31/24 . . met
een rechtlijnig beweegbaar brugcontact
H 01
H 31/26 . met een beweegbaar contact dat elektrisch
verbonden blijft met één leiding in de open positie van een schakelaar
H 01
H 31/28 . . met
een onder een hoek beweegbaar contact
H 01
H 31/30 . . . in werking gesteld door het bewegen van één
of meer scheidingsschakelaars
H 01
H 31/32 . . met
een rechtlijnig beweegbaar contact
H 01
H 31/34 . met een beweegbaar contact dat is aangepast
voor aangrijping van een bovengrondse transmissieleiding, bijv. voor het
aftakken
H 01 H
31/36 . . Contacten
die worden bewogen door een pantograaf
H 01
H 33/00 Hoogspanningsschakelaars
of sterkstroomschakelaars met vlamboog-dovende of vlamboog-voorkomende middelen
H 01
H 33/02 . Details
H 01
H 33/04 . . Vlamboog-dovende
of vlamboog-voorkomende middelen tussen stroom-dragende delen [9]
H 01
H 33/06 . . . Isolatielichamen die tussen contacten kunnen
worden gestoken
H 01
H 33/08 . . . Stationaire delen voor het begrenzen of
opdelen van de vlamboog, bijv. een sperplaat
H 01
H 33/10 . . . . Metalen
delen
H 01
H 33/12 . . . Hulpcontacten waarop de vlamboog wordt
overgebracht vanaf de hoofdcontacten (gebruikmakend van vlamboogafleiders H01H
33/20)
H 01
H 33/14 . . . Meervoudige hoofdcontacten voor het opdelen
van de stroom door de vlamboog, of voor een potentiaalval langs de vlamboog
H 01
H 33/16 . . . Impedanties die zijn verbonden met contacten
H 01
H 33/18 . . . gebruikmakend van een blaasmagneet
H 01
H 33/20 . . . gebruikmakend van vlamboogafleiders
(gebruikmakend van een blaasmagneet H01H 33/18) [9]
H 01
H 33/22 . . . Selectie van fluïda voor het doven van een
vlamboog
H 01
H 33/24 . . Middelen
voor het voorkomen van ontlading naar niet-stroom-dragende delen, bijv.
gebruikmakend van een coronaring
H 01
H 33/26 . . Middelen
voor het detecteren van de aanwezigheid van een vlamboog of andere ontlading
H 01
H 33/28 . . Stroomvoorzieningen
in de schakelaar voor het bedienen van het aandrijfmechanisme
H 01
H 33/30 . . . gebruikmakend van een fluïdumaandrijver
H 01 H 33/32 . . . . pneumatisch
H 01 H 33/34 . . . . hydraulisch
H 01
H 33/36 . . . gebruikmakend van een dynamo-elektrische
motor [9]
H 01
H 33/38 . . . gebruikmakend van een elektromagneet [9]
H 01
H 33/40 . . . gebruikmakend van een veermotor
H 01
H 33/42 . . Aandrijfmechanismen
H 01
H 33/44 . . Inrichtingen
voor het garanderen van de werking van de schakelaar op een vooraf bepaald punt
in de wisselstroomcyclus (circuitvoorzieningen H01H 33/59)
H 01
H 33/46 . . Grendelmechanismen
H 01
H 33/48 . . . voor het onderling vergrendelen van een
omhulsel of afdekking en een mechanisme voor het bedienen van contacten
H 01
H 33/50 . . . voor het onderling vergrendelen van twee of
meer delen van het mechanisme voor het bedienen van contacten
H 01
H 33/52 . . . voor het onderling vergrendelen van twee of
meer schakelaars
H 01
H 33/53 . . Afdekkingen
(voor een schakeldrijfwerk H02B 1/26); Reservoirs, tanks, leidingwerk of
kleppen voor een vlamboog-dovend fluïdum; Accessoires daarvoor, bijv.
veiligheidsvoorzieningen of overdrukinrichtingen [3]
H 01
H 33/55 . . . Oliereservoirs of olietanks; Middelen voor
het laten zakken daarvan (in samenhang met een terugtrekmechanisme voor de isolatie
van een schakelaar H02B 11/08)
H 01
H 33/56 . . . Gasreservoirs
H 01
H 33/57 . . . Terugwinnen van een vloeistof of gas
H 01
H 33/575 . . . Overdrukinrichtingen voor normaal gebruik of
noodgebruik [3]
H 01
H 33/58 . . . Dempers voor het onderdrukken van ruis bij
het schakelen [3]
H 01
H 33/59 . . Niet
elders ondergebrachte circuitvoorzieningen die niet zijn aangepast aan een
specifieke toepassing van de schakelaar, bijv. voor het garanderen van de
werking van de schakelaar op een vooraf bepaald punt van de wisselstroomcyclus
H 01
H 33/60 . Schakelaars waarin de middelen voor het
doven of voorkomen van de vlamboog niet zijn voorzien van aparte middelen voor
het verkrijgen of laten toenemen van een stroming van een vlamboog-dovend
fluïdum
H 01
H 33/64 . . waarbij
de onderbreking plaatsvindt in een gas (vacuümschakelaars H01H 33/66) [9]
H 01
H 33/65 . . . waarbij de onderbreking plaatsvindt in lucht
onder atmosferische druk, bijv. in de open lucht [9]
H 01
H 33/66 . . Vacuümschakelaars
H 01
H 33/662 . . . Behuizingen of afschermingen [7]
H 01
H 33/664 . . . Contacten; Middelen voor het uitdoven van
bogen, bijv. afbrandringen [7]
H 01
H 33/666 . . . Bedieningsvoorzieningen [7]
H 01
H 33/668 . . . Middelen voor het verkrijgen of in stand
houden van het vacuüm [7]
H 01
H 33/68 . . Schakelaars
met vloeistofonderbreking, bijv. met olie-onderbreking
H 01
H 33/70 . Schakelaars met afzonderlijke middelen voor
het richten, verkrijgen of laten toenemen van een stroming van een
vlamboog-dovend fluïdum
H 01
H 33/72 . . met
stationaire delen voor het richten van de stroming van een vlamboog-dovend
fluïdum, bijv. een vlamboog-dovende kamer
H 01
H 33/73 . . . waarbij de onderbreking plaatsvindt in lucht
bij atmosferische druk, bijv. in de open lucht
H 01
H 33/74 . . . waarbij de onderbreking plaatsvindt in een
gas (in lucht bij atmosferische druk H01H 33/73)
H 01
H 33/75 . . . Schakelaars met vloeistofonderbreking, bijv.
met olie-onderbreking
H 01
H 33/76 . . waarbij
het vlamboog-dovende gas zich ontwikkeld uit stationaire delen; Selectie van
materiaal daarvoor
H 01
H 33/77 . . . waarbij de onderbreking plaatsvindt in lucht
bij atmosferische druk
H 01
H 33/78 . . . waarbij de onderbreking plaatsvindt in een
gas (in lucht bij atmosferische druk H01H 33/77)
H 01
H 33/80 . . waarbij
de stroming van het vlamboog-dovende fluïdum uit een druk-bron wordt geregeld
door een klep
H 01
H 33/82 . . . waarbij het fluïdum lucht of gas is
H 01
H 33/825 . . . . met
een gesloten circuit van lucht of gas (H01H 33/835 heeft voorrang) [3]
H 01
H 33/83 . . . . waarin
de contacten worden geopend door de stroming van lucht of gas
H 01
H 33/835 . . . . . met een gesloten circuit voor lucht of gas [3]
H 01
H 33/84 . . . waarbij het fluïdum vloeistof is, bijv. olie
H 01
H 33/85 . . . . waarbij
de contacten worden geopend door de stroming van vloeistof
H 01
H 33/86 . . waarbij
de stroming van het vlamboog-dovende fluïdum onder druk uit de contactruimte
wordt geregeld door een klep
H 01
H 33/867 . . . waarbij het fluïdum lucht of gas is [3]
H 01
H 33/873 . . . . met
een gesloten circuit voor lucht of gas [3]
H 01
H 33/88 . . waarbij
de stroming van het vlamboog-dovende fluïdum wordt geproduceerd of verhoogd
door de beweging van zuigers of andere druk-producerende delen
H 01
H 33/90 . . . waarbij deze verplaatsing wordt veroorzaakt
door, of in samenhang met, het bedieningsmechanisme voor het contact
H 01
H 33/91 . . . . waarbij
het vlamboog-dovende fluïdum lucht of gas is
H 01
H 33/915 . . . . . met een gesloten circuit van lucht of gas [3]
H 01
H 33/92 . . . . waarbij
het vlamboog-dovende fluïdum vloeistof is, bijv. olie
H 01
H 33/94 . . . waarbij deze verplaatsing uitsluitend wordt
veroorzaakt ten gevolge van de druk die wordt veroorzaakt door de vlamboog zelf
of door een hulpvlamboog
H 01
H 33/95 . . . . waarbij
het vlamboog-dovende fluïdum lucht of gas is
H 01
H 33/96 . . . . waarbij
het vlamboog-dovende fluïdum vloeistof is, bijv. olie
H 01
H 33/98 . . waarbij
de stroming van het vlamboog-dovende fluïdum op gang wordt gebracht door een
hulpvlamboog of een gedeelte van de vlamboog, zonder bewegende delen voor het
produceren of laten toenemen van de stroming
H 01
H 33/985 . . . waarbij het fluïdum lucht of gas is [3]
H 01
H 33/99 . . . waarbij het fluïdum vloeistof is [3]
H 01
H 35/00 Schakelaars
die worden bediend door het veranderen van een fysische conditie (bediend
door het veranderen van een magnetisch of elektrisch veld H01H 36/00; thermisch
in werking gestelde schakelaars H01H 37/00) [9]
Aantekening
Een schakelinrichting wordt
geklasseerd in overeenstemming met de fysische conditie die - bij verandering -
werkt als invoer voor de inrichting, bijv. een externe explosie die een
drukgolf veroorzaakt welke op een schakelaar inwerkt wordt geklasseerd in groep
H01H 35/24, een explosie die in de schakelaar plaatsvindt in groep H01H 37/00
als die door warmte wordt opgewekt, in groep H01H 39/00 als die elektrisch
wordt opgewekt en in groep H01H 35/14 als die door een uitwendige slag wordt
opgewekt.
H 01
H 35/02 . Schakelaars die worden bediend door het
veranderen van de positie, helling of oriëntatie van de schakelaar zelf ten
opzichte van het zwaartekrachtveld (kantelen van een kwikcontainer H01H 29/20;
veranderen van de positie ten gevolge van het veranderen van een
vloeistofniveau H01H 35/18)
H 01
H 35/06 . Schakelaars die worden bediend door het
veranderen van snelheid (bediend door het veranderen van fluïdumstroming H01H
35/24)
H 01
H 35/10 . . Centrifugaal-schakelaars
(waarbij het kwikniveau wordt verplaatst door centrifugaal-werking H01H 29/26)
H 01
H 35/12 . . bediend
door het omkeren van de bewegingsrichting
H 01
H 35/14 . Schakelaars die worden bediend door het
veranderen van versnelling, bijv. een schokschakelaar, trilschakelaar of
botsingsschakelaar
H 01
H 35/18 . Schakelaars die worden bediend door het
veranderen van vloeistofniveau of vloeistofdichtheid, bijv. een
vlotterschakelaar (door een magneet die wordt gedragen door een vlotter H01H
36/02) [9]
H 01
H 35/24 . Schakelaars die worden bediend door het
veranderen van fluïdumdruk, door fluïdumdrukgolven of door het veranderen van
fluïdumstroming (waarin de drukverandering wordt veroorzaakt door een
verandering van temperatuur H01H 37/36)
H 01
H 35/26 . . Details
H 01
H 35/28 . . . Compenseren voor variaties in omgevingsdruk
of omgevingstemperatuur
H 01
H 35/30 . . . Middelen voor het overbrengen van druk op
een bedieningsdeel dat op druk reageert, bijv. door een capsule en capillaire
buis
H 01
H 35/32 . . in
werking gesteld door een balg
H 01
H 35/34 . . in
werking gesteld door een diafragma
H 01
H 35/36 . . in
werking gesteld door een gekrulde flexibele buis, bijv. een Bourdon-buis
H 01
H 35/38 . . in
werking gesteld door een zuiger met cilinder
H 01
H 35/40 . . in
werking gesteld door inrichtingen die continue fluïdumstroming toestaan, bijv.
een schoep
H 01
H 35/42 . Schakelaars die worden bediend door het
veranderen van vochtigheid
H 01
H 36/00 Schakelaars
die in werking worden gesteld door het veranderen van een magnetisch of een
elektrisch veld, bijv. door het veranderen van de relatieve positie van een
magneet en schakelaar of door afscherming
H 01
H 36/02 . in werking gesteld door het bewegen van een
vlotter die een magneet draagt
H 01
H 37/00 Thermisch
in werking gestelde schakelaars [9]
H 01
H 37/02 . Details
H 01
H 37/04 . . Bases;
Behuizingen; Bevestigen
H 01
H 37/06 . . . met het oog op vervanging, bijv. een
patroonbehuizing
H 01
H 37/08 . . Meters;
Onderscheidingsmarkeringen
H 01
H 37/10 . . Compenseren
voor variaties in omgevingstemperatuur of omgevingsdruk
H 01
H 37/12 . . Middelen
voor het instellen van de aan/uit-temperatuur
H 01
H 37/14 . . . door het vooruitlopend elektrisch verwarmen
H 01
H 37/16 . . . door het variëren van de hoeveelheid
invoerwarmte die wordt opgenomen door het thermische element, bijv. door het
verplaatsen van een afscherming
H 01
H 37/18 . . . door het variëren van de voorspanning op het
thermische element ten gevolge van een aparte veer
H 01
H 37/20 . . . door het variëren van de positie van het
thermische element ten opzichte van de basis of het omhulsel van de schakelaar
H 01
H 37/22 . . . door het verstellen van een lichaam dat de
beweging overbrengt van het thermische element naar contacten of een grendel
H 01
H 37/24 . . . door het verstellen van de positie van het
beweegbare contact op het aandrijflichaam
H 01
H 37/26 . . . door het verstellen van de aanslag voor de
uit-positie van het beweegbare contact
H 01
H 37/28 . . . door het verstellen van de positie van het
vaste contact
H 01
H 37/30 . . . door het variëren van de positie van de
contacteenheid ten opzichte van de basis of het omhulsel van de schakelaar
H 01
H 37/32 . . Thermisch-gevoelige
lichamen [9]
H 01
H 37/34 . . . Middelen voor het overbrengen van warmte
daarheen, bijv. een capsule op afstand van het contactlichaam
H 01
H 37/36 . . . in werking gesteld door het uitzetten of
krimpen van een fluïdum met of zonder verdamping (waarbij het fluïdum een
contact van de schakelaar vormt H01H 29/04 of H01H 29/30)
H 01
H 37/38 . . . . met
een balg
H 01
H 37/40 . . . . met
een diafragma
H 01
H 37/42 . . . . met
een gekrulde flexibele buis, bijv. een Bourdon-buis
H 01
H 37/44 . . . . met
een zuiger met cilinder
H 01
H 37/46 . . . in werking gesteld ten gevolge van het
uitzetten of krimpen van een vaste stof (afbuiging van een bimetaalelement H01H
37/52)
H 01
H 37/48 . . . . met
verlengbare stijve staven of buizen
H 01
H 37/50 . . . . met
onder spanning verlengbare draden
H 01
H 37/52 . . . in werking gesteld ten gevolge van het
afbuigen van een bimetaalelement
H 01
H 37/54 . . . . waarbij
het bimetaalelement tevens onderhevig is aan klikwerking
H 01
H 37/56 . . . . met
een spiraalvormig of schroefvormig gewikkeld bimetaalelement
H 01
H 37/58 . . . in werking gesteld ten gevolge van het
thermisch geregeld veranderen van de magnetische permeabiliteit
H 01
H 37/60 . . Middelen
voor het produceren van een klikwerking (bij een bimetaalelement H01H 37/54;
veroorzaakt door een magneet H01H 37/66)
H 01
H 37/62 . . Andere
dan thermische middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde
tijdvertraging
H 01
H 37/64 . . Contacten
H 01
H 37/66 . . . Magnetisch versterken van de contactdruk;
Magneten die klikwerking veroorzaken
H 01
H 37/68 . . . afgedicht in een gevacumeerde of met gas
gevulde buis
H 01
H 37/70 . . . Terugstelmiddelen
H 01
H 37/72 . Schakelaars waarin de openingsbeweging en
sluitbeweging van een contact worden veroorzaakt door respectievelijk het
verwarmen en koelen, of omgekeerd
H 01
H 37/74 . Schakelaars waarin alleen de
openingsbeweging of alleen de sluitbeweging van een contact wordt veroorzaakt
door het verwarmen of koelen [9]
H 01
H 37/76 . . Contactlichamen
die in werking worden gesteld door het smelten van een smeltbaar materiaal, dat
in werking wordt gesteld ten gevolge van het verbranden van brandbaar materiaal
of ten gevolge van het exploderen van explosief materiaal [9]
H 01
H 39/00 Schakelinrichtingen
die in werking worden gesteld door een explosie die wordt geproduceerd in de
inrichting, en die op gang wordt gebracht door een elektrische stroom
H 01
H 41/00 Schakelaars
die zorgen voor een geselecteerd aantal opeenvolgende bewerkingen van de
contacten door één handmatige in werking stelling van het bedieningsdeel [9]
H 01
H 41/04 . Schakelaars zonder middelen voor het
instellen of mechanisch opslaan van een meercijferig nummer
H 01
H 41/06 . . bediend
door een kiesschijf of schuif
H 01
H 41/08 . . bediend
door een toetsenbord
H 01
H 41/10 . Schakelaars met middelen voor het instellen
of mechanisch opslaan van een meercijferig nummer
H 01
H 41/12 . . bediend
door een kiesschijf of schuif
H 01
H 41/14 . . bediend
door een toetsenbord
H 01 H
43/00 Tijdschakelaars
of tijdprogramma-schakelaars die zorgen voor een keus in tijdsintervallen voor
het uitvoeren van één of meer schakelhandelingen en die automatisch hun werking
beëindigen na voltooien van het programma [7,9]
H 01
H 43/02 . Details
H 01
H 43/04 . . Middelen
voor het instellen op tijd
H 01
H 43/06 . . . met afzonderlijk instelbare delen voor elke
programmastap, bijv. met nokken
H 01
H 43/08 . . . met een uitwisselbaar programmadeel dat voor
alle programmastappen wordt gebruikt, bijv. met een ponskaart
H 01
H 43/10 . waarbij de contacten met tijdinstelling in
werking worden gesteld ten gevolge van een deel dat roteert met een in
hoofdzaak constante snelheid
H 01
H 43/12 . . automatisch
stoppend na één arbeidscyclus
H 01
H 43/14 . . . waarin voor het herhalen van de werking
terug-stelling van tijdsintervallen nodig is
H 01
H 43/16 . . automatisch
stoppend na een vooraf bepaald aantal arbeidscycli
H 01
H 43/24 . waarbij de contacten met tijdinstelling in
werking worden gesteld ten gevolge van een niet-roterend bewegend deel
H 01
H 43/26 . . waarbij
de inwerkingstelling wordt geproduceerd door een substantie die stroomt onder
invloed van zwaartekracht, bijv. zand of water
H 01
H 43/28 . . waarbij
de inwerkingstelling wordt geproduceerd door een deel waarvan de snelheid wordt
geregeld door fluïdumdrukmiddelen, bijv. door een zuiger en cilinder
H 01
H 43/30 . waarbij de contacten door tijdinstelling in
werking worden gesteld ten gevolge van thermische werking
H 01
H 43/32 . waarbij de contacten door tijdinstelling in
werking worden gesteld ten gevolge van elektrolytische processen; waarbij de
contacten door tijdinstelling in werking worden gesteld ten gevolge van
chemische processen
Relais
H 01
H 45/00 Details
van relais (elektrische circuitvoorzieningen H01H 47/00; van
elektromagnetische relais H01H 50/00; details van elektrisch bediende
selectieschakelaars H01H 63/00)
H 01
H 45/02 . Bases; Omhulsels; Afdekkingen (frames voor
het bevestigen van twee of meer relais of voor het bevestigen van een relais en
een andere elektrische component H02B 1/01, H04Q 1/08 of H05K)
H 01
H 45/04 . . Bevestigen
van een compleet relais of afzonderlijke delen van een relais op een basis of
in een omhulsel
H 01
H 45/06 . . met
vensters; Transparante omhulsels of afdekkingen
H 01
H 45/08 . Meters; Onderscheidingsmarkeringen
H 01
H 45/10 . Elektromagnetisch of elektrostatisch
afschermen (omhulsels H01H 45/02)
H 01
H 45/12 . Ventileren; Koelen; Verwarmen (voor het bedienen
van elektro-thermische relais H01H 61/013)
H 01
H 45/14 . Aansluitklemvoorzieningen
H 01 H
47/00 Circuitvoorzieningen
die niet zijn aangepast aan een specifieke toepassing van het relais en die
zijn ontworpen voor het verkrijgen van gewenste bedieningskarakteristieken of
voor het zorgen voor een bekrachtigingsstroom [9]
H 01
H 47/02 . voor het modificeren van de werking van het
relais
H 01
H 47/04 . . voor
het in aangetrokken positie houden van een anker, bijv. bij het onderbreken van
het opstartbekrachtigingscircuit; voor het in aangetrokken positie vasthouden
van een anker, bijv. bij verminderde bekrachtigingsstroom
H 01
H 47/06 . . . door het veranderen van het aantal serieel
verbonden slagen of wikkelingen
H 01
H 47/08 . . . door het veranderen van het aantal parallel
verbonden slagen of wikkelingen
H 01
H 47/10 . . . door het inschakelen of uitschakelen van
impedantie buiten de relaiswikkeling
H 01
H 47/12 . . voor
het zorgen voor voorspanning op de elektromagneet
H 01 H
47/14 . . voor
het ongelijk bedienen van het relais
H 01
H 47/16 . . voor
het gezamenlijk, bijv. aanvullend, bedienen van het relais
H 01
H 47/18 . . voor
het inbrengen van een vertraging in de werking van het relais (kortgesloten
geleidende moffen, banden of schijven H01H 50/46)
H 01
H 47/20 . . voor
het produceren van een frequentie-selectieve bediening van het relais
H 01
H 47/22 . voor het toevoeren van bekrachtigingsstroom
voor de relaisspoel
H 01
H 47/24 . . met
lichtgevoelige invoer
H 01
H 47/26 . . met
thermogevoelige invoer
H 01
H 47/28 . . Bekrachtigingsstromen
die worden toegevoerd door een ontladingsbuis
H 01
H 47/30 . . . door een met gas gevulde ontladingsbuis
H 01
H 47/32 . . Bekrachtigingsstromen
die worden toegevoerd door een halfgeleiderinrichting
H 01
H 47/34 . . Bekrachtigingsstromen
die worden toegevoerd door een magnetische versterker
H 01
H 47/36 . . Relaisspoelen
die deel uitmaken van een brugcircuit
H 01
H 50/00 Details
van elektromagnetische relais (elektrische
circuitvoorzieningen H01H 47/00; details van elektrisch bediende
selectieschakelaars H01H 63/00)
H 01
H 50/02 . Bases; Omhulsels; Afdekkingen (frames voor
het bevestigen van twee of meer relais of voor het bevestigen van een relais en
een andere elektrische component H02B 1/01, H04Q 1/08 of H05K)
H 01
H 50/04 . . Bevestigen
van een compleet relais of aparte delen van een relais op een basis of in een
omhulsel
H 01
H 50/06 . . met
vensters; Transparante omhulsel of afdekkingen
H 01
H 50/08 . Meters; Onderscheidingsmarkeringen
H 01
H 50/10 . Elektromagnetisch of elektrostatisch afschermen
(omhulsels H01H 50/02)
H 01
H 50/12 . Ventileren; Koelen; Verwarmen (voor het
bedienen van elektro-thermische relais H01H 61/013)
H 01
H 50/14 . Aansluitklemvoorzieningen
H 01
H 50/16 . Magnetische circuitvoorzieningen [9]
H 01
H 50/18 . . Bewegende
delen van magnetisch circuits, bijv. een anker
H 01
H 50/20 . . . beweegbaar in de spoel en in hoofdzaak in
lengterichting ten opzichte van de as daarvan; coaxiaal beweegbaar ten opzichte
van de spoel
H 01
H 50/22 . . . . waarin
het magnetische circuit in hoofdzaak gesloten is
H 01
H 50/24 . . . Delen die buiten de spoel kunnen roteren of
schommelen
H 01
H 50/26 . . . . Delen
die kunnen bewegen om een mes-rand
H 01
H 50/28 . . . . Delen
die kunnen bewegen ten gevolge van het buigen van een bladveer of riet
H 01
H 50/30 . . . Mechanische voorzieningen voor het voorkomen
of dempen van trilling of schokken, bijv. door het balanceren van het anker
H 01
H 50/32 . . . Mechanisch vergrendelen van beweegbare delen
H 01
H 50/34 . . . Middelen voor het verstellen van
bewegingsgrenzen; Mechanische middelen voor het verstellen van de
terugkeerkracht
H 01
H 50/36 . . Stationaire
delen van een magnetische circuit, bijv. een juk
H 01
H 50/38 . . . Delen van een magnetische hoofdcircuit die
zijn gevormd voor het onderdrukken van vlamboogvorming tussen de contacten van
het relais
H 01
H 50/40 . . . Magnetische hoofdcircuits die zijn vertakt
of die meerdere kernen hebben
H 01
H 50/42 . . . Magnetische hulpcircuits, bijv. voor het in
rustpositie houden of daarheen laten terugkeren van het anker, of voor het
dempen of versnellen van beweging
H 01
H 50/44 . Magnetische spoelen of wikkelingen [9]
H 01
H 50/46 . . Kortgesloten
geleidende moffen, banden of schijven
H 01
H 50/54 . Contactvoorzieningen [9]
H 01
H 50/56 . . Contactveerstelsels
H 01
H 50/58 . . . Structureel daarmee samenhangende
aandrijfvoorzieningen; Bevestigen van aandrijfvoorzieningen op een anker
H 01
H 50/60 . . waarbij
het bewegende contact star is gecombineerd met een beweegbaar deel van het
magnetische circuit
H 01
H 50/62 . . Samenwerkende
beweegbare contacten die worden bediend door afzonderlijke elektrische
bedieningsmiddelen
H 01
H 50/64 . Aandrijfvoorzieningen tussen een beweegbaar
deel van een magnetische circuit en het contact (structureel samenhangend met
contactveerstelsels H01H 50/58)
H 01
H 50/66 . . met
een verloren beweging
H 01
H 50/68 . . met
klikwerking
H 01
H 50/70 . . waarbij
een contact tijdelijk wordt bediend tijdens de slag van een anker
H 01
H 50/72 . . voor
een kwikcontact
H 01
H 50/74 . . Mechanische
middelen voor het produceren van een gewenste natuurlijke bedieningsfrequentie
van de contacten, bijv. voor een zelfonderbreker
H 01
H 50/76 . . . gebruikmakend van een riet of bladveer
H 01
H 50/78 . . . gebruikmakend van een diafragma;
gebruikmakend van een zijwaarts trillende gestrekte draad of lint
H 01
H 50/80 . . . gebruikmakend van een door torsie trillend
deel, bijv. een draad of strook
H 01
H 50/82 . . . gebruikmakend van een veer-belast, draaibaar
traagheidslichaam
H 01
H 50/84 . . . met middelen voor het instellen van de
frequentie of de make-to-break
verhouding
H 01
H 50/86 . Middelen voor het inbrengen van een vooraf
bepaalde tijdvertraging tussen het opstarten van de schakelbediening en het
openen of sluiten van de contacten (circuitvoorzieningen voor het inbrengen van
een vertraging H01H 47/18; kortgesloten geleidende moffen, banden of schijven
H01H 50/46)
H 01
H 50/88 . . Mechanische
middelen, bijv. een buffer
H 01
H 50/90 . . . waarbij de vertraging in beide
bedieningsrichtingen effectief is
H 01
H 50/92 . . Thermische
middelen (bij elektro-thermische relais H01H 61/00)
H 01
H 51/00 Elektromagnetische
relais (relais waarbij gebruik wordt gemaakt van een dynamo-elektrisch
effect H01H 53/00)
H 01
H 51/01 . Relais waarin het anker in één positie wordt
gehouden door een permanente magneet en wordt vrijgemaakt door het bekrachtigen
van een spoel die een tegengesteld magnetisch veld produceert [3]
H 01
H 51/02 . Niet-gepolariseerde relais (H01H 51/01 heeft
voorrang) [3]
H 01
H 51/04 . . met
één anker; met één stelsel van ganged
ankers
H 01
H 51/06 . . . Ankers die beweegbaar zijn tussen twee
eindrustposities, die in één richting worden bewogen ten gevolge van het
bekrachtigen van een elektromagneet en die terugkeren na opheffing van het
bekrachtigen van de elektromagneet door energie die wordt opgeslagen tijdens
het bewegen in de eerste richting, bijv. door gebruik te maken van een veer of
een permanente magneet of door zwaartekracht
H 01
H 51/08 . . . . Contacten
die afwisselend worden geopend en gesloten door opeenvolgende cycli van
bekrachtigen en opheffen van de bekrachtiging van de elektromagneet, bijv. door
gebruik van een pal
H 01
H 51/10 . . . . Contacten
die open of gesloten worden gehouden door een mechanische grendel die wordt
geregeld door een elektromagneet
H 01
H 51/12 . . . Ankers die beweegbaar zijn tussen twee
eindrustposities en die in beide richtingen wordt bewogen ten gevolge van het
bekrachtigen van de ene of de andere van twee elektromagneten zonder dat
energieopslag voor het veroorzaken van de terugkeerbeweging
H 01
H 51/14 . . . . zonder
tussenliggende neutrale rustpositie
H 01
H 51/16 . . . . met
tussenliggende neutrale rustpositie
H 01
H 51/18 . . . Ankers die kunnen roteren over een onbeperkt
aantal omwentelingen
H 01
H 51/20 . . met
twee of meer onafhankelijke ankers
H 01
H 51/22 . Gepolariseerde relais
H 01
H 51/24 . . zonder
tussenliggende neutrale rustpositie
H 01
H 51/26 . . met
tussenliggende neutrale rustpositie
H 01
H 51/27 . Relais met een anker met twee stabiele
magnetische toestanden, die worden bediend door het veranderen van de ene
toestand naar de andere
H 01
H 51/28 . Relais met zowel een anker als contacten in
een afgedicht omhulsel waarbuiten zich de bedieningsspoel bevindt, bijv. met
een contact dat wordt gedragen door een magnetische bladveer of riet (H01H
51/27 heeft voorrang)
H 01
H 51/29 . Relais met een anker, contacten en een
bedieningsspoel in een afgedicht omhulsel (H01H 51/27 heeft voorrang)
H 01
H 51/30 . speciaal aangepast voor inwerkingstelling
door wisselstroom
H 01
H 51/32 . . Frequentierelais;
Mechanisch afgestelde relais
H 01
H 51/34 . Zelfonderbrekers, d.w.z. waarbij de
contacten periodiek of anderszins herhalend wordt geopend of gesloten
H 01
H 51/36 . . waarin
de make-to-break verhouding wordt
gevarieerd door het met de hand instellen of door de stroomsterkte
H 01
H 53/00 Relais
waarbij gebruik wordt gemaakt van het dynamo-elektrische effect, d.w.z. relais
waarin contacten worden geopend of gesloten ten gevolge van de relatieve
beweging van een stroom-dragende geleider en een magnetisch veld dat wordt
veroorzaakt door de kracht van de wisselwerking daartussen
H 01
H 53/01 . Details
H 01
H 53/015 . . Draaispoelen;
Daarmee samenhangende aandrijfvoorzieningen voor contacten
H 01
H 53/02 . Elektrodynamische relais, d.w.z. relais
waarin wisselwerking plaatsvindt tussen twee stroom-dragende geleiders
H 01
H 53/04 . . Ferrodynamische
relais, d.w.z. relais waarin het magnetische veld is geconcentreerd in
ferromagnetische delen
H 01
H 53/06 . Magnetodynamische relais, d.w.z. relais
waarin het magnetische veld wordt geproduceerd door een permanente magneet
H 01
H 53/08 . waarin een kwikcontact werkt als de
stroom-dragende geleider
H 01
H 53/10 . Inductierelais, d.w.z. relais waarin
wisselwerking plaatsvindt tussen een magnetisch veld en de stroom die daardoor
wordt geïnduceerd in een geleider
H 01 H 53/12 . . Ferraris-relais
H 01 H 53/14 . Contacten
die in werking worden gesteld door een elektromotor via een
fluïdumdrukoverbrenging, bijv. gebruikmakend van een motorpomp
H 01
H 59/00 Elektrostatische
relais; Elektro-adhesieve relais [9]
H 01
H 61/00 Elektro-thermische
relais (thermische schakelaars die niet worden bediend door elektrische
invoer, thermische schakelaars met een vooruitlopende elektrische invoer H01H
37/00; thermisch-gevoelige delen H01H 37/32)
H 01
H 61/01 . Details
H 01
H 61/013 . . Verwarmingsvoorzieningen
voor het bedienen van relais
H 01
H 61/017 . . . Verwarmen door gloei-ontlading of een
vlamboog in een afgesloten ruimte
H 01
H 61/02 . waarin het thermisch-gevoelige lichaam
indirect wordt verwarmd, bijv. door weerstand of inductie
H 01
H 61/04 . waarin het thermisch-gevoelige lichaam
alleen direct wordt verwarmd
H 01
H 61/06 . Zelfonderbrekers, d.w.z. waarbij contacten
periodiek of anderszins herhalend worden geopend en gesloten
H 01
H 61/08 . . waarin
de make-to-break verhouding wordt gevarieerd door het met de hand instellen of
door stroomsterkte
Selectieschakelaars
of keuzeschakelaars [3]
H 01
H 63/00 Details
van elektrisch bediende selectieschakelaars [9]
H 01
H 63/02 . Contacten; Borstels; Verbindingen daarmee
H 01
H 63/04 . . Contact-makende
of contact-verbrekende borstels; Positiemeters daarvoor
H 01
H 63/06 . . Contactblokken
H 01
H 63/08 . . . cilindrisch
H 01
H 63/10 . . . vlak
H 01
H 63/12 . . Vermeerderen
van verbindingen naar contactblokken, bijv. gebruikmakend van lintkabels
H 01
H 63/14 . . . zonder solderen
H 01
H 63/16 . Aandrijfvoorzieningen voor
meerpositieborstels
H 01
H 63/18 . . met
een stapsgewijze beweging van de borstel naar een geselecteerde positie
H 01
H 63/20 . . . gebruikmakend van een getrapte magneet en
pal
H 01
H 63/22 . . . gebruikmakend van een stapsgewijze
elektromagnetische aandrijving zonder pal, bijv. een zelf-onderbrekende
aandrijfmagneet
H 01
H 63/24 . . met
een continue beweging van de borstel tot een geselecteerde positie is bereikt
H 01
H 63/26 . . . met een afzonderlijke koppeling-aandrijving
vanaf een drijfas die hoort bij meer dan één selectieschakelaar
H 01
H 63/28 . . . met een afzonderlijke motor voor elke
selectieschakelaar
H 01
H 63/30 . . . . Pneumatische
motoren voor het bewegen van de borstel naar een geselecteerde positie
H 01
H 63/32 . . . . Veermotoren
voor het bewegen van de borstel naar een geselecteerde positie
H 01
H 63/33 . Constructieve details van
selectieschakelaars met coördinaten zonder relais op de kruisingen
H 01
H 63/34 . Bases; Omhulsels; Afdekkingen; Bevestigingen
(rekken voor het bevestigen van selectieschakelaars met of zonder andere
centrale-uitrusting H04Q 1/04); Bevestigen van zekeringen op een
selectieschakelaar
H 01
H 63/36 . Circuitvoorzieningen voor het garanderen van
een juiste of gewenste werking, die niet zijn aangepast aan een specifieke
toepassing van de selectieschakelaar
H 01
H 63/38 . . voor
schakelaars met een meerpositieborstel
H 01
H 63/40 . . voor
meerpositieschakelaars zonder borstel
H 01
H 63/42 . . . voor selectieschakelaars met coördinaten zonder
relais op de kruisingen
H 01
H 67/00 Elektrisch
bediende selectieschakelaars [9]
H 01
H 67/02 . Schakelaars met een meerpositieborstel
H 01
H 67/04 . . met
borstels die alleen kunnen bewegen in een richting ten behoeve van een selectie
H 01
H 67/06 . . . Roterende schakelaars, d.w.z. met onder een
hoek beweegbare borstels
H 01
H 67/08 . . . . met
borstelselectie
H 01 H
67/10 . . . . met
een grove en fijne afstelling van borstels
H 01
H 67/12 . . . Lineair bewegende schakelaars
H 01
H 67/14 . . met
borstels die kunnen bewegen in twee onderling loodrechte richtingen ten behoeve
van een selectie
H 01
H 67/16 . . . waarbij één beweging roterend is en de
andere parallel loopt aan de rotatie-as, bijv. Strowger-schakelaars of “up and
around” schakelaars
H 01
H 67/18 . . . waarbij één beweging roterend is en de
andere loodrecht staat op de rotatie-as, bijv. “round and in” schakelaars
H 01
H 67/20 . . . waarbij beide bewegingen lineair zijn
H 01
H 67/22 . Schakelaars zonder multipositieborstels
H 01
H 67/24 . . Relaisschakelaars
met coördinaten met een afzonderlijke elektromagneet op elke kruising
H 01
H 67/26 . . Selectieschakelaars
met coördinaten zonder relais op kruisingen maar waarbij sprake is van
mechanische beweging, bijv. een kruisstangkiezer of code-bar schakelaar
H 01
H 67/30 . . Selectieschakelaars
met coördinaten waarbij het veld van de coördinatenspoel direct inwerkt op een
magnetische bladveer of rietvormig contactlichaam
H 01
H 67/32 . . met
meerdere onderling afhankelijke ankers die opeenvolgend worden bediend door één
spoel, waarbij elk één contact of contactstelsel regelt, bijv. een
telrelais
H 01
H 69/00 Apparatuur
of processen voor het maken van noodbeschermingsinrichtingen [9]
H 01
H 69/01 . voor het ijken of instellen van inrichtingen
om te kunnen functioneren onder vooraf bepaalde omstandigheden [9]
H 01
H 69/02 . Maken van zekeringen
H 01
H 71/00 Details
van de beschermingsschakelaars of beschermingsrelais die vallen onder de
groepen H01H 73/00 tot H01H 83/00
H 01
H 71/02 . Behuizingen; Omhulsels; Bases; Bevestigingen
H 01 H
71/04 . Middelen voor het aanduiden van de conditie
van de schakelinrichting
H 01
H 71/06 . Onderscheidingsmarkeringen, bijv.
kleurcodering
H 01
H 71/08 . Aansluitklemmen; Verbindingen [9]
H 01
H 71/10 . Bedieningsmechanismen of ontkoppelmechanismen
H 01
H 71/12 . . Automatische
ontkoppelmechanismen met of zonder handmatige ontkoppeling
H 01
H 71/14 . . . Elektro-thermische mechanismen
H 01
H 71/16 . . . . met
een bimetaalelement
H 01
H 71/18 . . . . met
een uitzettende stang, strook of draad
H 01
H 71/20 . . . . met
een smeltbare massa
H 01
H 71/22 . . . . met
compensatie voor variatie in de omgevingstemperatuur
H 01 H 71/24 . . . Elektromagnetische
mechanismen
H 01 H 71/26 . . . . met wikkelingen die tegengesteld werkend
H 01
H 71/28 . . . . met
wikkelingen die samenwerken
H 01
H 71/30 . . . . met
een extra kortgesloten wikkeling
H 01
H 71/32 . . . . met
een permanent gemagnetiseerd deel
H 01
H 71/34 . . . . met
twee of meer ankers die worden geregeld door een gezamenlijke wikkeling
H 01
H 71/36 . . . . frequentie-selectief
H 01
H 71/38 . . . . waarin
de magneetspoel tevens werkt als inrichting voor het uitblazen van een vlamboog
H 01
H 71/40 . . . Gecombineerde elektro-thermische en
elektromagnetische mechanismen
H 01
H 71/42 . . . Inductiemotormechanismen,
inductiestroommechanismen of elektrodynamische ontkoppelmechanismen
H 01
H 71/43 . . . . Elektrodynamische
ontkoppelmechanismen
H 01
H 71/44 . . . met middelen voor het inbrengen van een
vooraf bepaalde tijdvertraging (door een kortgesloten wikkeling H01H 71/30;
door een extra anker H01H 71/34)
H 01
H 71/46 . . . met middelen voor het bedienen van
hulpcontacten naast de hoofdcontacten
H 01 H
71/48 . . . . met
een voorziening voor het kortsluiten van de elektrische invoer naar het
ontkoppelmechanisme na het ontkoppelen van de schakelaar, bijv. voor het
beschermen van een verwarmingsdraad
H 01
H 71/50 . . Handmatige
terugstelmechanismen
H 01
H 71/52 . . . in werking gesteld door een hefboom
H 01
H 71/54 . . . in werking gesteld door een tuimelaar
H 01
H 71/56 . . . in werking gesteld door een draaiknop of
wiel
H 01
H 71/58 . . . in werking gesteld door een drukknop,
trek-knop of schuif
H 01
H 71/60 . . . in werking gesteld door het sluiten van het
omhulsel van een schakelaar
H 01
H 71/62 . . . met middelen voor het voorkomen van
terug-stelling tijdens een abnormale toestand, bijv. een losse handgreep
H 01
H 71/64 . . . . met
een kniehefboomoverbrenging
H 01
H 71/66 . . Vermogensterugstelmechanismen
H 01
H 71/68 . . . in werking gesteld door een elektromagneet
H 01
H 71/70 . . . in werking gesteld door een elektromotor
H 01
H 71/72 . . . een beperkt aantal keren automatisch in
werking gesteld
H 01
H 71/74 . Middelen voor het verstellen van de
omstandigheden waaronder de inrichting zal functioneren voor het bieden van
bescherming
H 01
H 73/00 Beschermingsschakelaars
die bij overbelasting een circuit verbreken, waarin een overmaat aan stroom de
contacten opent door het automatisch vrijgeven van mechanische energie die is
opgeslagen door een voorgaande bediening van een handterugstelmechanisme
H 01 H 73/02 . Details
H 01 H 73/04 . . Contacten
H 01
H 73/06 . . Behuizingen;
Omhulsels; Bases; Bevestigingen
H 01
H 73/08 . . . Insteekbehuizingen
H 01
H 73/10 . . . Patroonbehuizingen, bijv. een inschroefbare
behuizing
H 01
H 73/12 . . Middelen
voor het aanduiden van de conditie van de schakelaar
H 01
H 73/14 . . . Controlelampen die structureel samenhangen
met de schakelaar
H 01
H 73/16 . . Onderscheidingsmarkeringen,
bijv. kleurcodering
H 01
H 73/18 . . Middelen
voor het doven of onderdrukken van een vlamboog
H 01
H 73/20 . . Aansluitklemmen;
Verbindingen [9]
H 01
H 73/22 . met elektro-thermische ontkoppeling en
zonder andere automatische ontkoppeling (in de vorm van een patroon H01H 73/62)
H 01
H 73/24 . . teruggesteld
door een hefboom
H 01
H 73/26 . . teruggesteld
door een tuimelaar
H 01
H 73/28 . . teruggesteld
door een draaiknop of wiel
H 01
H 73/30 . . teruggesteld
door een drukknop, trek-knop of schuif
H 01
H 73/32 . . teruggesteld
door het sluiten van het omhulsel van een schakelaar
H 01
H 73/34 . . waarbij
voor het terugstellen vervanging of opnieuw conditioneren van een smeltbaar of
een explosief deel nodig is
H 01
H 73/36 . met elektromagnetische ontkoppeling en
zonder andere automatische ontkoppeling (in de vorm van een patroon H01H 73/64)
H 01
H 73/38 . . teruggesteld
door een hefboom
H 01
H 73/40 . . teruggesteld
door een tuimelaar
H 01
H 73/42 . . teruggesteld
door een draaiknop of wiel
H 01
H 73/44 . . teruggesteld
door een drukknop, trek-knop of schuif
H 01
H 73/46 . . teruggesteld
door het sluiten van het omhulsel van een schakelaar
H 01
H 73/48 . met zowel elektro-thermische als
elektromagnetische automatische ontkoppeling (in de vorm van een patroon H01H 73/66)
H 01
H 73/50 . . teruggesteld
door een hefboom
H 01
H 73/52 . . teruggesteld
door een tuimelaar
H 01
H 73/54 . . teruggesteld
door een draaiknop of wiel
H 01
H 73/56 . . teruggesteld
door een drukknop, trek-knop of schuif
H 01
H 73/58 . . teruggesteld
door het sluiten van het omhulsel van een schakelaar
H 01
H 73/60 . in de vorm van een patroon, bijv. een
inschroefbare patroon
H 01
H 73/62 . . met
alleen elektro-thermische ontkoppeling
H 01
H 73/64 . . met
alleen elektromagnetische ontkoppeling
H 01
H 73/66 . . met
een gecombineerde elektro-thermische en elektromagnetische ontkoppeling
H 01
H 75/00 Beschermingsschakelaars
die bij overbelasting een circuit verbreken, waarbij een overmaat aan stroom de
contacten opent door het automatisch vrijgeven van mechanische energie die is
opgeslagen door een voorgaande bediening van een vermogensterugstelmechanisme
H 01
H 75/02 . Details
H 01
H 75/04 . . Terugstelmechanismen
voor automatische opnieuw sluiten gedurende een beperkt aantal keren
(circuitvoorzieningen H02H 3/06)
H 01
H 75/06 . . . waarbij slechts één hersluiting plaatsvindt
H 01
H 75/08 . met alleen elektro-thermische ontkoppeling
H 01
H 75/10 . met alleen elektromagnetische ontkoppeling
H 01
H 75/12 . met een gecombineerde elektro-thermische en
elektromagnetische ontkoppeling
H 01
H 77/00 Beschermingsschakelaars
die bij overbelasting een circuit verbreken, die door een overmaat aan stroom
worden bediend en waarbij een afzonderlijke terug-stelling nodig is (H01H
73/00 en H01H 75/00 hebben voorrang)
H 01
H 77/02 . waarin de overmaat aan stroom zelf de
energie levert voor het openen van de contacten, en waarbij sprake is van een
apart terugstelmechanisme
H 01
H 77/04 . . waarbij
elektro-thermisch wordt geopend
H 01
H 77/06 . . waarbij
elektromagnetisch wordt geopend
H 01
H 77/08 . . . gesloten gehouden door permanent of remanent
magnetisme, en geopend door wikkelingen die tegengesteld werken
H 01
H 77/10 . . waarbij
elektrodynamisch wordt geopend
H 01
H 79/00 Beschermingsschakelaars
waarin een overmaat aan stroom het sluiten van contacten veroorzaakt, bijv.
voor het kortsluiten van de te beschermen apparatuur
H 01
H 81/00 Beschermingsschakelaars
waarin contacten normaal gesloten zijn maar herhaaldelijk worden geopend en
weer gesloten zolang een conditie die de overmaat aan stroom veroorzaakt,
blijft bestaan, bijv. als stroombegrenzer
H 01 H 81/02 . elektrothermisch
bediend
H 01 H 81/04 . elektromagnetisch
bediend
H 01
H 83/00 Beschermingsschakelaars,
bijv. circuit-verbrekende schakelaars, of beschermingsrelais die worden bediend
door andere abnormale elektrische condities anders dan uitsluitend een overmaat
aan stroom
H 01
H 83/02 . bediend door aardsluiting (H01H 83/14 heeft
voorrang)
H 01
H 83/04 . . met
testmiddelen voor het aanduiden van de mogelijkheid of de schakelaar of het
relais naar behoren kan functioneren
H 01
H 83/06 . bediend door een onder een vooraf bepaalde
waarde dalende stroom
H 01
H 83/08 . bediend door het omkeren van gelijkstroom
H 01
H 83/10 . bediend door een overmaat aan spanning,
bijv. voor het beschermen van verlichting
H 01
H 83/12 . bediend door een onder een vooraf bepaalde
waarde dalende spanning, bijv. voor bescherming tegen nulspanning
H 01
H 83/14 . bediend door een onbalans tussen twee of
meer stromen of spanningen, bijv. voor het beschermen tegen ongelijkheid
H 01
H 83/16 . bediend door een abnormale verhouding tussen
spanning en stroom, bijv. een impedantierelais of distantierelais
H 01
H 83/18 . bediend door een ongewoon product van, of
een abnormale fase-hoek tussen, spanning en stroom, bijv. een polair relais
H 01 H
83/20 . bediend door zowel een overmaat aan stroom
als een andere abnormale elektrische conditie
H 01
H 83/22 . . waarbij
de nadere conditie onbalans is tussen twee of meer stromen of spanningen
H 01
H 85/00 Beschermingsinrichtingen
waarin de stroom loopt door een deel van smeltbaar materiaal en waarbij deze
stroom wordt onderbroken door verplaatsing van het smeltbare materiaal als deze
stroom tot overmaat leidt (schakelaars die in werking worden gesteld
door het smelten van smeltbaar materiaal H01H 37/76; plaatsing of
opstelling van zekeringen op schakelborden H02B 1/18) [9]
H 01
H 85/02 . Details [9]
H 01
H 85/04 . . Zekeringen,
d.w.z. delen als uitbreiding van de beschermingsinrichting, bijv. patronen
H 01
H 85/041 . . . gekenmerkt door het soort [5]
H 01
H 85/042 . . . . Algemene
constructies of opbouw van hoogspanningszekeringen, d.w.z. boven de 1000 Volt [5]
H 01
H 85/044 . . . . Algemene
constructies of opbouw van laagspanningszekeringen, d.w.z. onder de 1000 Volt,
of van zekeringen waarvan de toepasbare spanning niet beschreven wordt (H01H
85/046 tot H01H 85/048 hebben voorrang) [5]
H 01
H 85/0445 . . . . . snel of langzaam (H01H 85/045 tot H01H
85/048 hebben voorrang) [5]
H 01
H 85/045 . . . . . in de vorm van een patroon [5]
H 01
H 85/046 . . . . Zekeringen
die zijn gevormd als gedrukte circuits [5]
H 01
H 85/047 . . . . Vacuümzekeringen
[5]
H 01
H 85/048 . . . . Zekering-weerstanden
[5]
H 01
H 85/05 . . . Componenten daarvan [5]
H 01 H 85/055 . . . . Smeltbare lichamen [5]
H 01 H 85/06 . . . . . gekenmerkt
door het smeltbare materiaal (H01H 85/11 heeft voorrang) [5]
H 01
H 85/08 . . . . . gekenmerkt door de gedaante of vorm van het
smeltbare lichaam [5]
H 01
H 85/10 . . . . . . met
insnoering voor het plaatselijk smelten (H01H 85/11 heeft voorrang) [5]
H 01
H 85/11 . . . . . . met
een plaatselijk aangebracht metaal dat, bij versmelting, een eutecticum vormt met het hoofdmateriaal
van het smeltbare lichaam, d.w.z. M-inrichtingen [5]
H 01
H 85/12 . . . . . Twee of meer aparte en parallelle smeltbare
lichamen [5]
H 01
H 85/143 . . . . Elektrische
contacten; Bevestigen van smeltbare lichamen aan dergelijke contacten [5]
H 01 H 85/147 . . . . . Parallel-side contacten [5]
H 01
H 85/15 . . . . . Schroefcontacten [5]
H 01
H 85/153 . . . . . Mespuntcontacten [5]
H 01
H 85/157 . . . . . Ring-eindcontacten [5]
H 01
H 85/165 . . . . Omhulsels
[5,9]
H 01
H 85/17 . . . . . gekenmerkt door het materiaal van het omhulsel
[5]
H 01
H 85/175 . . . . . gekenmerkt door de gedaante of vorm van het
omhulsel [5]
H 01
H 85/18 . . . . Omhulselvullingen,
bijv. poeder
H 01
H 85/20 . . Bases
voor het ondersteunen van de zekering; Afzonderlijke delen daarvan [9]
H 01
H 85/22 . . Tussendelen
of hulpdelen voor het dragen, vasthouden of tegenhouden van een zekering,
samenwerkend met een basis of vaste houder en daarvan te verwijderen voor het
vernieuwen van de zekering
H 01
H 85/24 . . Middelen
voor het voorkomen van het insteken van een onjuiste zekering
H 01
H 85/25 . . Veiligheidsvoorzieningen
voor het voorkomen of tegengaan van contact met levende delen, inclusief het
bedienen van isolatie na het verwijderen van de afdekking [5,9]
H 01
H 85/26 . . Magazijnvoorzieningen
H 01
H 85/28 . . . waarbij automatische vervanging plaatsvindt
H 01
H 85/30 . . Middelen
voor het aanduiden van de conditie van een zekering, die structureel
samenhangen met de zekering
H 01
H 85/32 . . . Controlelampen die structureel samenhangen
met de beschermingsinrichting
H 01
H 85/34 . . Onderscheidingsmarkeringen,
bijv. kleurcodering
H 01
H 85/36 . . Middelen
voor het uitoefenen van mechanische spanning op een smeltbaar lichaam
H 01
H 85/38 . . Middelen
voor het doven of onderdrukken van een vlamboog (door een poedervulling H01H
85/18; door mechanische spanning die wordt uitgeoefend op het smeltbare lichaam
H01H 85/36)
H 01
H 85/40 . . . gebruikmakend van een vlamboog-dovende
vloeistof (gekenmerkt door de samenstelling van de vloeistof H01H 33/22)
H 01
H 85/42 . . . gebruikmakend van een vlamboog-dovend gas
(gekenmerkt door de samenstelling van het gas H01H 33/22)
H 01
H 85/43 . . Middelen
voor het afvoeren of absorberen van gassen die vrijkomen door de smeltboog, of
voor het ventileren van de overmaat aan druk die wordt opgewekt door verwarming
[5]
H 01
H 85/44 . . Structurele
samenbouw met een overspanningsafleider met vonkenbaan
H 01
H 85/46 . . Circuitvoorzieningen
die niet zijn aangepast aan een specifieke toepassing van de
beschermingsinrichting
H 01
H 85/47 . . Middelen
voor het koelen [5]
H 01
H 85/48 . Beschermingsinrichtingen waarin de zekering
direct wordt gedragen of vastgehouden door de basis
H 01
H 85/50 . . waarbij
de zekering contacten heeft aan tegenoverliggende uiteinden voor samenwerking
met de basis
H 01
H 85/52 . . waarbij
de zekering is aangepast voor het in de basis schroeven
H 01
H 85/54 . Beschermingsinrichtingen waarin de zekering
wordt gedragen, vastgehouden of tegengehouden door een tussendeel of hulp-deel
dat van de basis kan worden verwijderd, of die worden gebruikt als opdelers
H 01
H 85/56 . . waarbij
het tussendeel of hulp-deel zijcontacten heeft voor het insteken in de basis,
bijv. in de vorm van een brugdrager
H 01
H 85/58 . . . met een tussendeel of hulp-deel en een basis
die zodanig zijn gevormd dat zij in elkaar passen en daarbij de zekering
omsluiten
H 01
H 85/60 . . waarbij
het tussendeel of hulp-deel contacten heeft aan tegenoverliggende uiteinden
voor samenwerking met de basis
H 01
H 85/62 . . waarbij
het tussendeel of hulp-deel is aangepast voor het in de basis schroeven
H 01
H 87/00 Beschermingsinrichtingen
waarin een stroom die loopt door een vloeistof of vaste stof, wordt onderbroken
door het verdampen van de vloeistof of het smelten en verdampen van de vaste
stof, als de stroom tot overmaat leidt, waarbij de circuitcontinuïteit wordt
hersteld na afkoeling [3]
H 01 H 89/00 Combinaties van twee of
meer verschillende soorten elektrische schakelaars, relais, keuzeschakelaars en
noodbeschermingsinrichtingen, voor zover niet vallend onder één van de andere
hoofdgroepen van deze subklasse [8]
H 01
H 89/02 . Combinatie van een sleutelschakelaar met een
handschakelaar, bijv. ontstekings-/verlichtingsschakelaars [8]
H 01
H 89/04 . Combinatie van een thermische schakelaar en
een handschakelaar [8]
H 01
H 89/06 . Combinatie van een handmatige resetschakeling
met een contactgever, d.w.z. waarbij dezelfde schakeling wordt geregeld door
zowel een beschermingsinrichting als een op afstand bediende inrichting [8]
H 01
H 89/08 . . waarbij
beide inrichtingen hetzelfde contactenpaar gebruiken [8]
H 01
H 89/10 . . . waarbij elke inrichting één van de twee
samenwerkende contacten regelt [8]