SECTIE H ELEKTRICITEIT
Deze
Aantekeningen dekken de basisprincipes en algemene instructies voor het gebruik
van Sectie H.
I.
Onder Sectie H vallen:
a)
elektrische basiselementen, waaronder alle
elektrische eenheden en de algemene mechanische structuur van apparatuur en
schakelingen vallen, inclusief de samenstelling van diverse basiselementen tot
wat worden genoemd gedrukte schakelingen (printed circuits), en tevens tot op
zekere hoogte het maken van deze elementen (voorzover niet elders
ondergebracht);
b)
het opwekken van elektriciteit, waaronder de
opwekking, omzetting en distributie van elektriciteit vallen samen met het
regelen van de overeenkomstige toestellen;
c)
toegepaste elektriciteit, waaronder vallen:
(i)
algemene gebruikstechnieken, nl. die van
elektrische verwarming en elektrische verlichtingsschakelingen;
(ii)
enige speciale gebruikstechnieken, hetzij
elektrisch hetzij elektronisch in strikte zin, die niet vallen onder andere
Secties van de Classificatie, inclusief:
1.
elektrische lichtbronnen, inclusief lasers;
2.
elektrische röntgentechniek;
3.
elektrische plasmatechniek, en de opwekking
en versnelling van elektrisch geladen deeltjes of neutronen;
d)
elektronische basisschakelingen en hun
regeling;
e)
radio of elektrische communicatietechniek;
f)
het gebruik van een specifiek materiaal voor
het maken van het beschreven artikel of element. In dit verband moet gewezen
worden op de paragrafen 88 tot 90 van de Gids.
II.
In deze Sectie worden de volgende algemene regels
toegepast:
a.
Met inachtneming van de uitzonderingen zoals
zoals vermeld onder I© hierboven, wordt elk elektrisch aspect of deel dat hoort
bij een bepaalde apparatuur of werking, of een bepaald proces, object of
artikel, geklasseerd in één van de Secties van de Classificatie anders dan in
Sectie H, altijd geklasseerd in de subklasse voor die apparatuur of werking, of
dat proces, object of artikel. Daar waar gezamelijke kenmerken met betrekking
tot technische onderwerpen van overeenkomstige aard zijn uitgebracht op
klasseniveau, is het elektrische aspect of deel, in overeenstemming met de
apparatuur of werking, of het proces, object of artikel, geklasseerd in een
subklasse waaronder de algemene elektrische toepassingen voor het technische
onderwerp in kwestie geheel vallen;
b.
The hierboven onder (a) bedoelde elektrische
toepassingen, algemeen of specifiek, houden in:
i.
de therapeutische processen en apparatuur, in
klasse A61;
ii.
de elektrische processen en apparatuur die
worden gebruikt in verschillende laboratoriumacitiviteiten en industriële
activiteiten, in de klassen B01 en B03, en in subklasse B23K;
iii.
de elektriciteitstoevoer, en de elektrische
aandrijving en verlichting bij voertuigen in het algemeen en bij bijzondere
voertuigen, in de subsectie “Transport” van Sectie B;
iv.
de elektrische ontstekingssystemen van
verbrandingsmotoren, in subklasse F02P, en van verbrandingsapparatuur in het
algemeen, in subklasse F23Q;
v.
het gehele elektrische gedeelte van Sectie G,
d.w.z. meetinrichtingen inclusief apparatuur voor het meten van elektrische
variabelen, het controleren, het signaleren en het berekenen. Elektriciteit in
die Sectie wordt in het algemeen gezien als middel en niet als einddoel op
zich;
c.
Alle elektrische toepassingen, zowel algemeen
als specifiek, veronderstellen dat de elektrische basisaspecten in Sectie H
voorkomt (zie I(a) hierboven) voor wat betreft de elektrische basiselementen
die zij bevatten. Deze regel geldt ook voor toegepaste elektriciteit zoals
bedoeld onder I(c) hierboven, die zelf onder Sectie H valt.
III.
In deze Sectie komen de volgende speciale
gevallen voor:
a.
Onder de algemene toepassingen die onder
andere Secties dan Sectie H vallen, is het vermeldenswaard, dat elektrische
verwarming in het algemeen valt onder de subklassen F24D en F24H, of klasse F27,
en dat elektrische verlichting in het algemeen gedeeltelijk valt onder klasse
F21, omdat er in Sectie H (zie I(c) hierboven) plaatsen zijn in subklasse H05B
waaronder dezelfde technische onderwerpen vallen;
b.
In de beide gevallen waarover onder (a)
hierboven wordt gesproken, vallen onder de subklassen van Sectie F die gaan
over de respectievelijke onderwerpen, in hoofdzaak in de eerste plaats het
gehele mechanische gedeelte van de apparatuur of inrichtingen, terwijl het
elektrische gedeelte als zodanig valt onder subklasse H05B;
c.
In het geval van verlichting moet onder dit
mechanische gedeelte de materiaalopstelling van de verschillende elektrische
elementen vallen, d.w.z. hun geometrische of fysieke positie ten opzichte van
elkaar; dit aspect valt onder de subklassen van klasse F21, de elementen zelf
en de primaire schakelingen blijven in Sectie H. Hetzelfde geldt voor
elektrische lichtbronnen, als zij zijn gecombineerd met lichtbronnen van een
ander soort. Deze vallen onder subklasse H05B, terwijl de fysieke opstelling
die de combinatie vormt valt onder de subklassen van klasse F21; [16]
d.
Met betrekking tot verwarming vallen niet
alleen de elektrische elementen en schakelontwerpen als zodanig onder subklasse
H05B, maar ook de elektrische aspecten van hun opstelling, daar waar het zaken
met een algemene toepassing betreft; elektrische ovens worden op zich
beschouwd. De fysieke plaatsing van de elektrische elementen in ovens valt
onder Sectie F. Als een vergelijk wordt gemaakt met elektrische
lasschakelingen, die in samenhang met lassen vallen onder subklasse B23K,
blijkt dat elektrische verwarming niet valt onder de algemene regel zoals
vermeld onder II hierboven.
Aantekeningen
(1) Processen waarbij sprake is van slechts één technisch
vakgebied, bijv. drogen of coaten, waarin elders is voorzien, worden
geklasseerd in de relevante klasse voor dat vakgebied.
(2) De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen volgend
op de titels van klasse B81 en subklasse B81B met betrekking tot
“microstructurele inrichtingen” en “microstructurele systemen”. [7]
H 01 L HALFGELEIDERINRICHTINGEN; NIET ELDERS
ONDERGEBRACHTE ELEKTRISCHE HALFGELEIDERAPPARATUUR (gebruik van halfgeleiderinrichtingen voor meting G01;
weerstanden in het algemeen H01C; magneten, inductieklossen, transformatoren
H01F; condensatoren in het algemeen H01G; elektrolytische inrichtingen H01G
9/00; batterijen, accumulatoren H01M; golfgeleiders, resonatoren of leidingen
die werken als golfgeleider H01P; verbindingsklemmen voor leidingen,
stroomcollectoren H01R; inrichtingen met gestimuleerde emissie H01S;
elektromechanische resonatoren H03H; luidsprekers, microfoons, platenspelers of
soortgelijke akoestische elektromechanische transducers H04R; elektrische
lichtbronnen in het algemeen H05B; gedrukte circuits, hybride circuits,
omhulsels of constructieve details van elektrische apparatuur, maken van
stelsels van elektrische componenten H05K; zie voor het gebruik van
halfgeleiderinrichtingen in circuits met een specifieke toepassing de subklasse
voor de toepassing) [2,10]
Aantekeningen
(1) Deze subklasse dekt:
- niet onder een andere subklasse vallende elektrische
halfgeleiderapparatuur en details daarvan, en omvat aangepaste
halfgeleiderinrichtingen voor het gelijkrichten, versterken, oscilleren of
schakelen, halfgeleiderinrichtingen die gevoelig zijn voor straling;
elektrische halfgeleiderapparatuur waarbij gebruik wordt gemaakt van
thermo-elektrische, supergeleidende, piëzo-elektrische, elektrostrictieve,
magnetostrictieve, galvanomagnetische of massa-negatieve weerstandseffecten en
inrichtingen met een geïntegreerd circuit; [2]
- fotoweerstanden, van een magnetisch veld
afhankelijke weerstanden, veldweerstanden, condensatoren met een potentiaalsprongbarrière,
weerstanden met een potentiaalsprongbarrière of een oppervlaktebarrière,
incoherente licht-uitstralende dioden en circuits in de vorm van een dunne
of dikke film; [2]
- aangepaste processen en apparatuur voor
het maken of behandelen van dergelijke inrichtingen, behalve waar dergelijke
processen betrekking hebben op enkeltrapsprocessen waarin elders is voorzien. [2]
(2) In deze subklasse worden de volgende
termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:
- “wafer” betekent een schijf van een
halfgeleidermateriaal of van een kristallijn substraatmateriaal, die kan worden
gemodificeerd door diffusie van verontreinigingen (doping), ionenimplantatie of
laagsgewijze opbouw, en waarvan het actieve oppervlak kan worden verwerkt tot
reeksen van op zich staande componenten of geïntegreerde schakelingen; [8]
- “halfgeleiderlichaam” betekent het
materiaallichaam waarin, of op de oppervlakte waarvan, de fysische
effectenkarakteristiek van de inrichting plaatsvindt. In thermo-elektrische
inrichtingen omvat het alle materialen in het stroom-pad. Gebieden in of op het
lichaam van de inrichting (anders dan het halfgeleiderlichaam zelf) die een
elektrische invloed uitoefenen op het halfgeleiderlichaam, worden beschouwd als
“elektroden”, ongeacht of er nu wel of niet een elektrische verbinding van
buitenaf mee wordt gemaakt. Een elektrode kan diverse gedeelten omvatten, en de
term omvat tevens metaalachtige gedeelten die invloed uitoefenen op het
halfgeleiderlichaam via een isolatiegebied (bijv. een capacitieve koppeling) en
inductieve koppelvoorzieningen naar het lichaam. Het diëlectrische gebied in
een capacitieve opstelling wordt gezien als deel van de elektrode. In
voorzieningen met meerdere gedeelten worden slechts die gedeelten die op grond
van hun vorm, grootte of plaatsing of het materiaal waaruit zij worden gevormd
invloed uitoefenen op het halfgeleiderlichaam, beschouwd als deel van de
elektrode. De andere delen worden beschouwd als “voorzieningen voor het
geleiden van een elektrische stroom naar of van het halfgeleiderlichaam” of als
“onderlinge verbindingen tussen halfgeleidercomponenten die zijn gevormd in of
op een gemeenschappelijk substraat”, d.w.z. leidingen; [2]
- “inrichting” betekent een elektrisch
circuitelement; als een elektrisch circuitelement deel uitmaakt van meerdere
elementen die zijn gevormd in of op een gemeenschappelijk substraat, wordt
gesproken over een “component”; [2]
- “volledige inrichting” is een inrichting
in volledig opgebouwde staat waarbij wel of geen verdere behandeling, bijv.
elektroformeren, en tevens geen toevoeging van verdere structurele eenheden
nodig is voor het gebruiksklaar maken; [2]
- “delen” omvat alle structurele eenheden
die deel uitmaken van een volledige inrichting; [2]
- “container” is een omhulsel dat deel
uitmaakt van de volledige inrichting en de vorm heeft van een vaste constructie
waarin het lichaam van de inrichting is aangebracht, of dat wordt gevormd
rondom het lichaam zonder het vormen van een innige laag daarop. Een omhulsel
dat bestaat uit één of meer lagen op het lichaam en in innig contact daarmee,
wordt een “inkapseling” genoemd; [2]
- “geïntegreerd circuit” is een inrichting
waarbij alle componenten, bijv. dioden of weerstanden, op een gemeenschappelijk
substraat zijn opgebouwd en de inrichting vormen inclusief onderlinge
verbindingen tussen de componenten; [2]
- “samenstellen” van een inrichting is het
opbouwen van de inrichting uit de constructieve componenteenheden en omvat het
aanbrengen van vullingen in containers. [2]
(3) In deze subklasse worden zowel de proces
of de apparatuur voor het maken of behandelen van een inrichting als de
inrichting zelf geklasseerd, steeds als deze beide voldoende zijn beschreven om
van belang te zijn. [6]
(4) De aandacht wordt gevestigd op Aantekening
(3) volgend op de titel van Sectie C, waarin wordt gewezen op de versie van het
Periodiek Systeem waaraan de IPC refereert. [10]
H 01 L 21/00 Speciaal aangepaste processen
of apparatuur voor het maken of behandelen van halfgeleiderinrichtingen of
halfgeleiderapparatuur of van delen daarvan [2,8,9]
Aantekening
De
groepen H01L 21/70 tot H01L 21/98 hebben voorrang boven de groepen H01L 21/02
tot H01L 21/67. [2,8]
H 01 L 21/02 . Maken of behandelen van halfgeleiderinrichtingen of delen daarvan
[2,8]
H 01 L 21/027 . . Maken van maskers op
halfgeleiderlichamen voor verdere foto-lithografische verwerking, die niet
vallen onder de groepen H01L 21/18 of H01L 21/34 [5]
H 01 L 21/033 . . . met anorganische lagen [5]
H 01 L 21/04 . . waarbij de inrichtingen
tenminste één potentiaalsprongbarrière of oppervlaktebarrière hebben, bijv. een
PN-junctie, verarmde laag of laag met een dragerconcentratie [2]
H 01 L 21/06 . . . waarbij de inrichtingen halfgeleiderlichamen
hebben die seleen of telluur bevatten in een andere niet- chemisch gebonden
vorm dan als verontreinigingen in halfgeleiderlichamen van andere materialen [2]
H 01 L 21/08 . . . . Voorbereiden
van de grondplaat [2]
H 01 L 21/10 . . . . Voorbehandelen
van het seleen of telluur, aanbrengen ervan op de grondplaat of vervolgens
behandelen van de combinatie [2]
H 01 L 21/103 . . . . . Omzetten van het seleen of telluur naar de
geleidende staat [2]
H 01 L 21/105 . . . . . Behandelen van het oppervlak van de
seleen-laag of telluur-laag na het geleidend maken daarvan [2]
H 01 L 21/108 . . . . . Voorziening van gescheiden isolatielagen,
d.w.z. niet-genetische barrièrelagen [2]
H 01 L 21/12 . . . . Aanbrengen
van een elektrode op het belichte oppervlak van het seleen of telluur na het
aanbrengen van het seleen of telluur op de grondplaat [2]
H 01 L 21/14 . . . . Behandelen
van de volledige inrichting, bijv. door het vormen van een barrière door
elektroformeren [2]
H 01 L 21/145 . . . . . Verouderen [2]
H 01 L 21/16 . . . waarbij de inrichtingen halfgeleiderlichamen
hebben die koperoxide of koperjodide bevatten [2]
H 01 L 21/18 . . . waarbij de inrichtingen halfgeleiderlichamen
hebben die elementen uit de vierde groep van het Periodiek Systeem of AIIIBV
verbindingen met of zonder verontreinigingen bevatten, bijv. doping materialen [2,6,7]
Aantekening
Onder deze groep vallen tevens
processen en apparatuur die , door gebruik te maken van de toepasselijke
technologie, duidelijk geschikt zijn voor het maken of behandelen van
inrichtingen waarvan de lichamen elementen bevatten uit de vierde groep van het
Periodiek Systeem of AIIIBV verbindingen, zelfs als het
gebruikte materiaal niet expliciet wordt omschreven. [7]
H 01 L 21/20 . . . . Afzetten
van halfgeleidermaterialen op een substraat, bijv. epitaxiale groei [2]
H 01 L 21/203 . . . . . gebruikmakend van fysische afzetting, bijv.
vacuümafzetting of kathodeverstuiving [2]
H 01 L 21/205 . . . . . gebruikmakend van het reduceren of ontleden
van een gasvormige verbinding die neigt tot een vast condensaat, d.w.z. door
chemische afzetting [2]
H 01 L 21/208 . . . . . gebruikmakend van vloeistofafzetting [2]
H 01 L 21/22 . . . . Diffunderen
van verontreinigingsmaterialen, bijv. doping materialen of elektrodematerialen,
in of uit een halfgeleiderlichaam of tussen halfgeleidergebieden; Herverdelen
van verontreinigingsmaterialen, bijv. zonder inbrengen of verwijderen van
verdere dopant [2]
H 01 L 21/223 . . . . . gebruikmakend van diffusie in of uit een
vaste stof van of naar een gasvormige fase [2]
H 01 L 21/225 . . . . . gebruikmakend van diffusie in of uit een
vaste stof van of naar een vaste fase, bijv. een doped oxidelaag [2]
H 01 L 21/228 . . . . . gebruikmakend van diffusie in of uit een
vaste stof van of naar een vloeibare fase, bijv. een legering-diffusieproces [2]
H 01 L 21/24 . . . . Legeren
van verontreinigingsmaterialen, bijv. doping materialen of elektrodematerialen,
met een halfgeleiderlichaam [2]
H 01 L 21/26 . . . . Bombarderen
met golfstraling of deeltjesstraling [2,9]
H 01 L 21/261 . . . . . voor het produceren van een kernreactie
waarbij chemische elementen wordt getransmuteerd [6]
H 01 L 21/263 . . . . . met hoogenergetische straling (H01L 21/261
heeft voorrang) [2,6]
H 01 L 21/265 . . . . . . waarbij
ionenimplantatie wordt geproduceerd [2,9]
H 01 L 21/266 . . . . . . . gebruikmakend van maskers [5]
H 01 L 21/268 . . . . . . gebruikmakend
van elektromagnetische straling, bijv. laserstraling [2]
H 01 L 21/28 . . . . Maken
van elektroden op halfgeleiderlichamen waarbij gebruik wordt gemaakt van
processen of apparatuur die niet vallen onder de groepen H01L 21/20 tot H01L
21/268 [2]
H 01 L 21/283 . . . . . Afzetten van geleidingsmaterialen of
isolatiematerialen voor elektroden [2]
H 01 L 21/285 . . . . . . uit
een gas of damp, bijv. condensatie [2]
H 01 L 21/288 . . . . . . uit
een vloeistof, bijv. elektrolytische afzetting [2]
H 01 L 21/30 . . . . Behandelen
van halfgeleiderlichamen waarbij gebruik wordt gemaakt van processen of
apparatuur die niet vallen onder de groepen H01L 21/20 tot H01L 21/26 (maken
van elektroden daarop H01L 21/28) [2]
H 01 L 21/301 . . . . . voor het onderverdelen van een halfgeleiderlichaam
in afzonderlijke delen, bijv. het maken van afscheidingen (snijden H01L 21/304)
[6]
H 01 L 21/302 . . . . . voor het veranderen van de fysische
karakteristieken van hun oppervlakken, of voor het veranderen van hun vorm,
bijv. etsen, polijsten of snijden [2]
H 01 L 21/304 . . . . . . Mechanisch
behandelen, bijv. slijpen, polijsten of snijden [2]
H 01 L 21/306 . . . . . . Chemisch
of elektrisch behandelen, bijv. elektrolytisch etsen (voor het vormen van
isolatielagen H01L 21/31; nabehandelen van isolatielagen H01L 21/3105) [2]
H 01 L 21/3063 . . . . . . . Elektrolytisch etsen [6]
H 01 L 21/3065 . . . . . . . Plasma-etsen;
Etsen met reactieve ionen [6]
H 01 L 21/308 . . . . . . . gebruikmakend van maskers (H01L 21/3063 en
H01L 21/3065 hebben voorrang) [2,6]
H 01 L 21/31 . . . . . voor het vormen van isolatielagen daarop,
bijv. voor maskering of door gebruik te maken van foto-lithografische
technieken (inkapselende lagen H01L 21/56); Nabehandelen van deze lagen; Selectie
van materialen voor deze lagen [2,5,9]
H 01 L 21/3105 . . . . . . Nabehandelen
[5]
H 01 L 21/311 . . . . . . . Etsen van de isolatielagen [5]
H 01 L 21/3115 . . . . . . . Doping van de isolatielagen [5]
H 01 L 21/312 . . . . . . Organische
lagen, bijv. fotobestendig (H01L 21/3105 en H01L 21/32 hebben voorrang) [2,5]
H 01 L 21/314 . . . . . . Anorganische
lagen (H01L 21/3105 en H01L 21/32 hebben voorrang) [2,5]
H 01 L 21/316 . . . . . . . opgebouwd uit oxiden, glasachtige oxiden of
op oxide gebaseerd glas [2]
H 01 L 21/318 . . . . . . . opgebouwd uit nitriden [2]
H 01 L 21/32 . . . . . . gebruikmakend
van maskers [2,5]
H 01 L 21/3205 . . . . . . Afzetten
van niet-isolerende lagen, bijv. geleidingslagen of weerstandslagen, op
isolatielagen; Nabehandelen van deze lagen (maken van elektroden H01L 21/28) [5,9]
H 01 L 21/321 . . . . . . . Nabehandelen [5]
H 01 L 21/3213 . . . . . . . . Fysisch
of chemisch etsen van de lagen, bijv. voor het produceren van een patroon-laag
uit een eerder afgezette uitgestrekte laag [6]
H 01 L 21/3215 . . . . . . . . Doping
van de lagen [5]
H 01 L 21/322 . . . . . voor het modificeren van hun inwendige
eigenschappen, bijv. voor het produceren van inwendige gebreken [2]
H 01 L 21/324 . . . . . Thermisch behandelen voor het modificeren
van de eigenschappen van halfgeleiderlichamen, bijv. uitgloeien of sinteren
(H01L 21/20 tot H01L 21/288 en H01L 21/302 tot H01L 21/322 hebben voorrang) [2]
H 01 L 21/326 . . . . . Aanbrengen van elektrische stromen of
velden, bijv. voor elektroformeren (H01L 21/20 tot H01L 21/288 en H01L 21/302
tot H01L 21/324 hebben voorrang) [2]
H 01 L 21/328 . . . . Meertrapsprocessen
voor het maken van bipolaire inrichtingen, bijv. dioden, transistors of thyristors [5]
H 01 L 21/329 . . . . . waarbij de inrichtingen één of twee
elektroden bevatten, bijv. dioden [5]
H 01 L 21/33 . . . . . waarbij de inrichtingen drie of meer
elektroden bevatten [5]
H 01 L 21/331 . . . . . . Transistors
[5]
H 01 L 21/332 . . . . . . Thyristors [5]
H 01 L 21/334 . . . . Meertrapsprocessen
voor het maken van unipolaire inrichtingen [5]
H 01 L 21/335 . . . . . Veldtransistoren [5]
H 01 L 21/336 . . . . . . met
een geïsoleerde poort [5]
H 01 L 21/337 . . . . . . met
een PN-junctiepoort [5]
H 01 L 21/338 . . . . . . met
een Schottky-poort [5]
H 01 L 21/339 . . . . . Inrichtingen voor het overdragen van lading [5,6]
H 01 L 21/34 . . . waarbij de inrichtingen halfgeleiderlichamen
hebben die niet vallen onder de groepen H01L 21/06, H01L 21/16 of H01L 21/18
met of zonder verontreinigingen, bijv. doping materiaal [2]
H 01 L 21/36 . . . . Afzetten
van halfgeleidermaterialen op een substraat, bijv. epitaxiale groei [2]
H 01 L 21/363 . . . . . gebruikmakend van fysische afzetting, bijv.
vacuümafzetting of kathodeverstuiving [2]
H 01 L 21/365 . . . . . gebruikmakend van het reduceren of ontleden
van een gasvormige verbinding die neigt tot een vast condensaat, d.w.z.
chemische afzetting [2]
H 01 L 21/368 . . . . . gebruikmakend van vloeistofafzetting [2]
H 01 L 21/38 . . . . Diffunderen
van verontreinigingsmaterialen, bijv. doping materialen of elektrodematerialen,
in of uit een halfgeleiderlichaam of tussen halfgeleidergebieden [2]
H 01 L 21/383 . . . . . gebruikmakend van diffusie in of uit een
vaste stof van of naar een gasvormige fase [2]
H 01 L 21/385 . . . . . gebruikmakend van diffusie in of uit een
vaste stof van of naar een vaste fase, bijv. een doped oxidelaag [2]
H 01 L 21/388 . . . . . gebruikmakend van diffusie in of uit een
vaste stof van of naar een vloeibare fase, bijv. een legering- diffusieproces [2]
H 01 L 21/40 . . . . Legeren
van verontreinigingsmaterialen, bijv. doping materialen of elektrodematerialen,
met een halfgeleiderlichaam [2]
H 01 L 21/42 . . . . Bombarderen
met straling [2]
H 01 L 21/423 . . . . . met hoogenergetische straling [2]
H 01 L 21/425 . . . . . . waarbij
ionenimplantatie wordt geproduceerd [2,9]
H 01 L 21/426 . . . . . . . gebruikmakend van maskers [5]
H 01 L 21/428 . . . . . . gebruikmakend
van elektromagnetische straling, bijv. laserstraling [2]
H 01 L 21/44 . . . . Maken
van elektroden op halfgeleiderlichamen waarbij gebruik wordt gemaakt van
processen of apparatuur die niet vallen onder de groepen H01L 21/36 tot H01L
21/428 [2]
H 01 L 21/441 . . . . . Afzetten van geleidingsmaterialen of
isolatiematerialen voor elektroden [2]
H 01 L 21/443 . . . . . . uit
een gas of damp, bijv. condensatie [2]
H 01 L 21/445 . . . . . . uit
een vloeistof, bijv. elektrolytische afzetting [2]
H 01 L 21/447 . . . . . waarbij sprake is van het uitoefenen van
druk, bijv. verlijmen onder invloed van warmte en druk (H01L 21/607 heeft
voorrang) [2]
H 01 L 21/449 . . . . . waarbij sprake is van het uitoefenen van
mechanische trillingen, bijv. ultrasoontrillingen [2]
H 01 L 21/46 . . . . Behandelen
van halfgeleiderlichamen waarbij gebruik wordt gemaakt van processen of
apparatuur die niet vallen onder de groepen H01L 21/36 tot H01L 21/428 (maken
van elektroden daarop H01L 21/44) [2]
H 01 L 21/461 . . . . . voor het veranderen van hun fysische
oppervlaktekarakteristieken of vorm, bijv. etsen, polijsten of snijden [2]
H 01 L 21/463 . . . . . . Mechanisch
behandelen, bijv. slijpen of schuren, of ultrasoon behandelen [2]
H 01 L 21/465 . . . . . . Chemisch
of elektrisch behandelen, bijv. elektrolytisch etsen (voor het vormen van
isolatielagen H01L 21/469) [2]
H 01 L 21/467 . . . . . . . gebruikmakend van maskers [2]
H 01 L 21/469 . . . . . . voor
het vormen van isolatielagen daarop, bijv. voor maskering of door gebruik te
maken van foto-lithografische technieken (inkapselende lagen H01L 21/56);
Nabehandelen van deze lagen [2,5,9]
H 01 L 21/47 . . . . . . . Organische lagen, bijv. fotobestendig (H01L
21/475 en H01L 21/4757 hebben voorrang) [2,5]
H 01 L 21/471 . . . . . . . Anorganische lagen (H01L 21/475 en H01L
21/4757 hebben voorrang) [2,5]
H 01 L 21/473 . . . . . . . . opgebouwd
uit oxiden, glasachtige oxiden of op oxiden gebaseerd glas [2]
H 01 L 21/475 . . . . . . . gebruikmakend van maskers [2,5]
H 01 L 21/4757 . . . . . . . Nabehandelen [5]
H 01 L 21/4763 . . . . . . Afzetten
van niet-isolerende lagen, bijv. geleidingslagen of weerstandslagen, op isolatielagen;
Nabehandelen van deze lagen (maken van elektroden H01L 21/28) [5]
H 01 L 21/477 . . . . . Thermisch behandelen voor het modificeren
van de eigenschappen van halfgeleiderlichamen, bijv. uitgloeien of sinteren
(H01L 21/36 tot H01L 21/449 en H01L 21/461 tot H01L 21/475 hebben voorrang) [2]
H 01 L 21/479 . . . . . Aanbrengen van elektrische stromen of
velden, bijv. voor het elektroformeren (H01L 21/36 tot H01L 21/449 en H01L
21/461 tot H01L 21/477 hebben voorrang) [2]
H 01 L 21/48 . . . Maken of behandelen van delen, bijv.
containers, voorafgaand aan het samenstellen van de inrichtingen, waarbij
gebruik wordt gemaakt van processen die niet vallen onder één van de groepen
H01L 21/06 tot H01L 21/326 [2,9]
H 01 L 21/50 . . . Samenstellen van halfgeleiderinrichtingen
waarbij gebruik wordt gemaakt van processen of apparatuur die niet vallen onder
één van de groepen H01L 21/06 tot H01L 21/326 [2]
H 01 L 21/52 . . . . Bevestigen
van halfgeleiderlichamen in containers [2]
H 01 L 21/54 . . . . Zorgen
voor vullingen in containers, bijv. gasvullingen [2]
H 01 L 21/56 . . . . Inkapselingen,
bijv. inkapselende lagen of coatings [2]
H 01 L 21/58 . . . . Bevestigen
van halfgeleiderinrichtingen op steunen [2]
H 01 L 21/60 . . . . Vastmaken
van leidingen of andere geleidingslichamen die moeten worden gebruikt voor het
transporteren van stroom naar of van de werkende inrichting [2]
H 01 L 21/603 . . . . . waarbij sprake is van het uitoefenen van druk,
bijv. verlijmen onder invloed van warmte en druk (H01L 21/607 heeft voorrang) [2]
H 01 L 21/607 . . . . . waarbij sprake is van mechanische
trillingen, bijv. ultrasoontrillingen [2]
H 01 L 21/62 . . waarbij de inrichtingen
geen potentiaalsprongbarrière of oppervlaktebarrière hebben [2]
H 01 L 21/64 . Maken of behandelen van andere halfgeleiderapparatuur dan
halfgeleiderinrichtingen, of van delen daarvan, die niet speciaal zijn
aangepast voor één soort inrichting uit de groepen H01L 31/00 tot H01L 51/00 [2,8]
H 01 L 21/66 . Testen of meten tijdens fabricage of behandeling [2,9]
H 01 L 21/67 . Speciaal aangepaste apparatuur voor het hanteren van
halfgeleiderinrichtingen of elektrische halfgeleiderapparatuur tijdens het
maken of behandelen daarvan; Speciaal aangepaste apparatuur voor het hanteren
van wafers tijdens het maken of
behandelen van halfgeleiderinrichtingen of elektrische halfgeleiderapparatuur
of componenten daarvan [8]
H 01 L 21/673 . . gebruikmakend van
speciaal aangepaste dragers [8]
H 01 L 21/677 . . voor het transport,
bijv. tussen verschillende werkstations [8]
H 01 L 21/68 . Apparatuur voor het positioneren, richten of uitlijnen [2,8,9]
H 01 L 21/683 . . voor het ondersteunen
of vastgrijpen (voor het positioneren, richten of uitlijnen H01L 21/68) [8,9]
H 01 L 21/687 . . . gebruikmakend van mechanische middelen,
bijv. klemmen, klampen of knijpers [8]
H 01 L 21/70 . Maken of behandelen van inrichtingen die bestaan uit meerdere
halfgeleider componenten of geïntegreerde circuits in of op een
gemeenschappelijk substraat, of van specifieke delen daarvan; Maken van
inrichtingen met geïntegreerde circuits of van specifieke delen daarvan (maken
van stelsels die bestaan uit voorgevormde elektrische componenten H05K 3/00 of
H05K 13/00) [2]
H 01 L 21/71 . . Maken van specifieke
delen van inrichtingen uit groep H01L 21/70 (H01L 21/28, H01L 21/44 en H01L
21/48 hebben voorrang) [6]
H 01 L 21/74 . . . Maken van afgedekte gebieden met een hoge concentratie
aan verontreinigingen, bijv. ingegraven collectorlagen of inwendige
verbindingen [2]
H 01 L 21/76 . . . Maken van geïsoleerde gebieden tussen
componenten [2]
H 01 L 21/761 . . . . PN-juncties
[6]
H 01 L 21/762 . . . . Diëlectrische
gebieden [6]
H 01 L 21/763 . . . . Polykristallijne
halfgeleidergebieden [6]
H 01 L 21/764 . . . . Luchtspleten
[6]
H 01 L 21/765 . . . . door
een veldeffect [6]
H 01 L 21/768 . . . Aanbrengen van onderlinge verbindingen die
moeten worden gebruikt voor het transporteren van stroom tussen afzonderlijke
componenten in een inrichting [6]
H 01 L 21/77 . . Maken of behandelen van
inrichtingen die bestaan uit meerdere halfgeleider componenten of geïntegreerde
circuits, die zijn gevormd in of op een gemeenschappelijk substraat (elektrisch
programmeerbare dode geheugens (EPROM) of meertrapsproductieprocessen daarvoor
H01L 27/115) [6,17]
H 01 L 21/78 . . . met een daaropvolgende verdeling van het substraat
in meerdere afzonderlijke inrichtingen (snijden voor het veranderen van de
fysische oppervlaktekarakteristieken of vorm van halfgeleiderlichamen
H01L 21/304) [2,6]
H 01 L 21/782 . . . . voor
het produceren van inrichtingen die elk bestaan uit één circuitelement (H01L
21/82 heeft voorrang) [6]
H 01 L 21/784 . . . . . waarbij het substraat een
halfgeleiderlichaam is [6]
H 01 L 21/786 . . . . . waarbij het substraat iets anders is als een
halfgeleiderlichaam, bijv. een isolatielichaam [6]
H 01 L 21/82 . . . . voor
het produceren van inrichtingen, bijv. geïntegreerde circuits, die elk bestaan
uit meerdere componenten [2]
H 01 L 21/822 . . . . . waarbij het substraat een halfgeleider is waarbij
gebruik wordt gemaakt van siliciumtechnologie (H01L 21/8258 heeft voorrang) [6]
H 01 L 21/8222 . . . . . . Bipolaire
technologie [6]
H 01 L 21/8224 . . . . . . . met een
combinatie van verticale en dwarse transistors [6]
H 01 L 21/8226 . . . . . . . met invoegtransistorlogica of geïntegreerde
injectielogica [6]
H 01 L 21/8228 . . . . . . . Complementaire inrichtingen, bijv.
complementaire transistors [6]
H 01 L 21/8229 . . . . . . . Geheugenstructuren [6]
H 01 L 21/8232 . . . . . . Veldtechnologie
[6]
H 01 L 21/8234 . . . . . . . MIS-technologie [6]
H 01 L 21/8236 . . . . . . . . Combinaties
van verrijkingstransistors en verarmingstransistors [6]
H 01 L 21/8238 . . . . . . . . Complementaire
veldtransistors, bijv. een CMOS [6]
H 01 L 21/8239 . . . . . . . . Geheugenstructuren
[6]
H 01 L 21/8242 . . . . . . . . . Dynamische direct toegankelijke
geheugenstructuren (DRAM) [6]
H 01 L 21/8244 . . . . . . . . . Statische direct toegankelijke
geheugenstructuren (SRAM) [6]
H 01 L 21/8246 . . . . . . . . . Dode geheugenstructuren (ROM) [6]
H 01 L 21/8248 . . . . . . Combinaties
van bipolaire technologie en veldtechnologie [6]
H 01 L 21/8249 . . . . . . . Bipolaire technologie en MOS-technologie [6]
H 01 L 21/8252 . . . . . waarbij het substraat een halfgeleider is
waarbij gebruik wordt gemaakt van III-V-technologie (H01L 21/8258 heeft
voorrang) [6]
H 01 L 21/8254 . . . . . waarbij het substraat een halfgeleider is
waarbij gebruik wordt gemaakt van II-VI-technologie (H01L 21/8258 heeft
voorrang) [6]
H 01 L 21/8256 . . . . . waarbij het substraat een halfgeleider is
waarbij gebruik wordt gemaakt van technologieën die niet vallen onder één van
de groepen H01L 21/822, H01L 21/8252 of H01L 21/8254 (H01L 21/8258 heeft
voorrang) [6]
H 01 L 21/8258 . . . . . waarbij het substraat een halfgeleider is
waarbij gebruik wordt gemaakt van een combinatie van technologieën die vallen
onder de groepen H01L 21/822, H01L 21/8252, H01L 21/8254 of H01L 21/8256 [6]
H 01 L 21/84 . . . . . waarbij het substraat iets anders is als een
halfgeleiderlichaam, bijv. een isolatielichaam [2]
H 01 L 21/86 . . . . . . waarbij
het isolatielichaam saffier is, bijv. silicium op een saffierstructuur, d.w.z.
een SOS [2,6]
H 01 L 21/98 . . Samenstelsels van
inrichtingen die bestaan uit halfgeleider componenten die worden gevormd in of
op een gemeenschappelijk substraat; Samenstelsels van inrichtingen met
geïntegreerde circuits (H01L 21/50 heeft voorrang) [2,5,9]
H 01 L 23/00 Details van
halfgeleiderinrichtingen of andere halfgeleiderapparatuur (H01L 25/00 heeft voorrang) [2,5]
Aantekening
Deze
groep dekt geen:
- details van halfgeleiderlichamen of van
elektroden van inrichtingen uit groep H01L 29/00, welke details vallen onder
die groep;
- details van inrichtingen uit één
hoofdgroep van de groepen H01L 31/00 tot H01L 51/00, welke details vallen onder
die groepen. [5,8]
H 01 L 23/02 . Containers; Afdichtingen (H01L 23/12, H01L 23/34, H01L 23/48 en
H01L 23/552 hebben voorrang) [2,5]
H 01 L 23/04 . . gekenmerkt door de vorm
[2]
H 01 L 23/043 . . . waarbij de container een holle constructie
is, en een geleidende basis heeft als zowel bevestiging als leiding voor het
halfgeleiderlichaam [5]
H 01 L 23/045 . . . . waarbij
de andere leidingen een isolerende doorgang door de basis hebben [5]
H 01 L 23/047 . . . . waarbij
de andere leidingen parallel aan de basis lopen [5]
H 01 L 23/049 . . . . waarbij
de andere leidingen dwars op de basis staan [5]
H 01 L 23/051 . . . . waarbij
een andere leiding wordt gevormd door een dekplaat parallel aan de basisplaat,
bijv. in de vorm van een sandwich [5]
H 01 L 23/053 . . . waarbij de container een holle constructie
is, en een isolerende basis heeft als bevestiging voor het halfgeleiderlichaam [5]
H 01 L 23/055 . . . . waarbij
de leidingen een doorgang door de basis hebben [5]
H 01 L 23/057 . . . . waarbij
de leidingen parallel aan de basis lopen [5]
H 01 L 23/06 . . gekenmerkt door het
materiaal van de container of de elektrische eigenschappen daarvan [2]
H 01 L 23/08 . . . waarbij het materiaal een elektrische
isolator is, bijv. glas [2]
H 01 L 23/10 . . gekenmerkt door het
materiaal of de opstelling van afdichtingen tussen delen, bijv. tussen deksel
en basis van de container of tussen leidingen en wanden van de container [2]
H 01 L 23/12 . Bevestigingen, bijv. niet-losmaakbare isolatiesubstraten [2]
H 01 L 23/13 . . gekenmerkt door de vorm
[5]
H 01 L 23/14 . . gekenmerkt door het
materiaal of de elektrische eigenschappen daarvan [2]
H 01 L 23/15 . . . Keramische substraten of glassubstraten [5]
H 01 L 23/16 . Vullingen of hulplichamen in containers, bijv. centreerringen
(H01L 23/42 en H01L 23/552 hebben voorrang) [2,5]
H 01
L 23/18 . . Vullingen die worden gekenmerkt door het
materiaal, de fysische of chemische eigenschappen daarvan of de opstelling
daarvan in de volledige inrichting [2]
Aantekening
Groep
H01L 23/26 heeft voorrang boven de groepen H01L 23/20 tot H01L 23/24. [2]
H 01 L 23/20 . . . gasvormig bij de normale werktemperatuur van
de inrichting [2]
H 01 L 23/22 . . . vloeibaar bij de normale werktemperatuur van
de inrichting [2]
H 01 L 23/24 . . . vast of gelvormig bij de normale
werktemperatuur van de inrichting [2]
H 01 L 23/26 . . . inclusief materialen voor het absorberen van
of het reageren met vocht of andere ongewenste substanties [2]
H 01 L 23/28 . Inkapselingen, bijv. inkapselende lagen of coatings (H01L 23/552
heeft voorrang) [2,5]
H 01 L 23/29 . . gekenmerkt door het
materiaal [5]
H 01 L 23/31 . . gekenmerkt door de
opstelling [5]
H 01 L 23/32 . Houders voor het ondersteunen van de volledige inrichting in
werking, d.w.z. losmaakbare armaturen (H01L 23/40 heeft voorrang) [2,5,9]
H 01 L 23/34 . Voorzieningen voor koeling, verwarming, ventilatie of
temperatuurcompensatie [2,5]
H 01 L 23/36 . . Selectie van materialen
of vormen voor het koelen of verwarmen, bijv. warmteputten [2]
H 01 L 23/367 . . . Koelen door de vorm van de inrichting [5]
H 01 L 23/373 . . . Koelen door de selectie van materialen voor
de inrichting [5]
H 01 L 23/38 . . Koelvoorzieningen
waarbij gebruik wordt gemaakt van het Peltier-effect [2]
H 01 L 23/40 . . Bevestigingen of
vastzetmiddelen voor losmaakbare koelvoorzieningen of verwarmingsvoorzieningen [2]
H 01 L 23/42 . . Vullingen of
hulplichamen in containers die zijn geselecteerd of aangebracht voor het kunnen
verwarmen of koelen [2,5,9]
H 01 L 23/427 . . . Koelen door het veranderen van
aggregaatstoestand, bijv. gebruik van warmtepijpen [5]
H 01 L 23/433 . . . Hulplichamen die worden gekenmerkt door hun
vorm, bijv. zuigers [5]
H 01 L 23/44 . . waarbij de volledige
inrichting geheel is ondergedompeld in een ander fluïdum dan lucht (H01L 23/427
heeft voorrang) [2,5]
H 01 L 23/46 . . waarbij sprake is van
het overdragen van warmte door stromende fluïda (H01L 23/42 en H01L 23/44
hebben voorrang) [2]
H 01 L 23/467 . . . door stromende gassen, bijv. lucht [5]
H 01 L 23/473 . . . door stromende vloeistoffen [5]
H 01 L 23/48 . Voorzieningen voor het geleiden van elektrische stroom naar of
van het werkende halfgeleider lichaam, bijv. leidingen of
aansluitklemvoorzieningen [2,9]
H 01 L 23/482 . . bestaande uit
invoerlagen die onafscheidelijk zijn aangebracht op het halfgeleiderlichaam [5]
H 01 L 23/485 . . . bestaande uit gelaagde constructies die
geleidingslagen en isolatielagen bevatten, bijv. platte contacten [5]
H 01 L 23/488 . . bestaande uit
gesoldeerde of gelijmde constructies [5,8]
H 01 L 23/49 . . . draadvormig [5]
H 01 L 23/492 . . . Bases of platen [5]
H 01 L 23/495 . . . Leidingframes
[5]
H 01 L 23/498 . . . Leidingen op isolerende substraten [5]
H 01 L 23/50 . . voor inrichtingen met
geïntegreerde circuits (H01L 23/482 tot H01L 23/498 hebben voorrang) [2,5]
H 01 L 23/52 . Voorzieningen voor het geleiden van elektrische stroom in de
werkende inrichting van de ene component naar een andere [2]
H 01 L 23/522 . . met uitwendige
onderlinge verbindingen die bestaan uit een meerlaagse structuur van
geleidingslagen en isolatielagen die onafscheidelijk zijn gevormd op het
halfgeleiderlichaam [5]
H 01 L 23/525 . . . met aanpasbare onderlinge verbindingen [5]
H 01 L 23/528 . . . Layout van de onderlinge
verbindingsstructuur [5]
H 01 L 23/532 . . . gekenmerkt door de materialen [5]
H 01 L 23/535 . . met inwendige
onderlinge verbindingen, bijv. constructies met onderkruisingen [5]
H 01 L 23/538 . . waarbij de onderlinge
verbindingsstructuur tussen meerdere halfgeleiderchips wordt gevormd op of in
isolerende substraten [5,9]
H 01 L 23/544 . Markeringen die worden aangebracht op halfgeleiderinrichtingen,
bijv. registratiemarkeringen of testpatronen [5]
H 01 L 23/552 . Beschermen tegen straling, bijv. licht [5]
H 01 L 23/556 . . tegen alfastralen [5]
H 01 L 23/58 . Niet elders ondergebrachte structurele elektrische voorzieningen
voor halfgeleiderinrichtingen [5]
H 01 L 23/60 . . Beschermen tegen
elektrostatische ladingen of ontladingen, bijv. Faraday-kooien [5,9]
H 01 L 23/62 . . Beschermen tegen
overstroom of overlading, bijv. zekeringen of shunts [5]
H 01 L 23/64 . . Impedantievoorzieningen
[5]
H 01 L 23/66 . . . Hoogfrequente aanpassingen [5]
H 01 L 25/00 Stelsels die bestaan uit
meerdere afzonderlijke halfgeleiderinrichtingen of andere
halfgeleiderapparatuur (inrichtingen die
bestaan uit meerdere halfgeleidercomponenten die worden gevormd in of op een
gemeenschappelijk substraat H01L 27/00; fotovoltaïsche modules of reeksen van
fotovoltaïsche cellen H01L 31/042) [2,5,9,14]
H 01 L 25/03 . waarbij alle inrichtingen van een soort zijn uit dezelfde
subgroep van de groepen H01L 27/00 tot H01L 51/00, bijv. stelsels van
gelijkrichterdioden [5,8]
H 01 L 25/04 . . waarbij de inrichtingen
geen afzonderlijke containers hebben [2]
H 01 L 25/065 . . . waarbij de inrichtingen van een soort zijn
uit groep H01L 27/00 [5]
H 01 L 25/07 . . . waarbij de inrichtingen van een soort zijn
uit groep H01L 29/00 [5]
H 01 L 25/075 . . . waarbij de inrichtingen van een soort zijn
uit groep H01L 33/00 [5]
H 01 L 25/10 . . waarbij de inrichtingen
afzonderlijke containers hebben [2]
H 01 L 25/11 . . . waarbij de inrichtingen van een soort zijn
uit groep H01L 29/00 [5]
H 01 L 25/13 . . . waarbij de inrichtingen van een soort zijn
uit groep H01L 33/00 [5]
H 01 L 25/16 . waarbij de inrichtingen van soorten zijn uit twee of meer
verschillende hoofdgroepen van de groepen H01L 27/00 tot H01L 51/00, bijv.
vormen van hybride circuits [2,8]
H 01 L 25/18 . waarbij de inrichtingen van soorten zijn uit twee of meer
verschillende subgroepen van dezelfde hoofdgroep van de groepen H01L 27/00 tot
H01L 51/00 [5,8]
H 01 L 27/00 Inrichtingen
die bestaan uit meerdere halfgeleidercomponenten of andere halfgeleidercomponenten
die zijn gevormd in of op een gemeenschappelijk substraat (details daarvan H01L 23/00 of H01L 29/00
tot H01L 51/00; stelsels die bestaan uit meerdere afzonderlijke
halfgeleiderapparaten H01L 25/00) [2,8,9]
1. In de groepen H01L27/01 tot H01L 27/28 is
de prioriteitsregel voor de laatste plaats van kracht, d.w.z. op elk
hiërarchisch niveau wordt geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats, tenzij
anders staat vermeld. [2,8,15,17]
2. Bij het klasseren in deze groep worden
onderwerpen met betrekking tot elektrisch programmeerbare dode geheugens
(EPROM) geklasseerd in de groep H01L 27/115, ongeacht de prioriteitsregel voor
de laatste plaats [17]
H 01 L 27/01 . met alleen passieve elementen in de vorm van een dunne of dikke
film die zijn gevormd op een gemeenschappelijk isolatiesubstraat [3]
H 01 L 27/02 . met speciaal aangepaste halfgeleidercomponenten voor het
gelijkrichten, oscilleren, versterken of schakelen en met tenminste één
potentiaalsprongbarrière of oppervlaktebarrière; met geïntegreerde passieve
circuitelementen met tenminste één potentiaalsprongbarrière of
oppervlaktebarrière [2,8]
H 01 L 27/04 . . waarbij het substraat
een halfgeleiderlichaam is [2]
H 01 L 27/06 . . . met meerdere afzonderlijke componenten in
een niet-repeterende opstelling [2]
H 01 L 27/07 . . . . waarbij
de componenten gezamenlijk een actief gebied hebben [5]
H 01 L 27/08 . . . met alleen halfgeleidercomponenten van één
soort [2]
H 01 L 27/082 . . . . met
alleen bipolaire componenten [5]
H 01 L 27/085 . . . . met
alleen veldcomponenten [5]
H 01 L 27/088 . . . . . waarbij de componenten veldtransistors zijn
met een geïsoleerde poort [5]
H 01 L 27/092 . . . . . . complementaire
MIS veldtransistors [5]
H 01 L 27/095 . . . . . waarbij de componenten veldtransistors zijn
met een Schottky-afsluitpoort [5]
H 01 L 27/098 . . . . . waarbij de componenten veldtransistors zijn
met een PN-junctiepoort [5]
H 01 L 27/10 . . . met meerdere afzonderlijke componenten in
een repeterende opstelling [2]
H 01 L 27/102 . . . . met
bipolaire componenten [5]
H 01 L 27/105 . . . . met
veldcomponenten [5]
H 01 L 27/108 . . . . . Dynamische direct toegankelijke
geheugenstructuren (DRAM) [5]
H 01 L 27/11 . . . . . Statische direct toegankelijke
geheugenstructuren (SRAM) [5]
H 01 L 27/112 . . . . . Dode geheugenstructuren (ROM) [5]
H 01 L 27/115 . . . . . . Elektrisch
programmeerbare dode geheugens (EPROM); Meertrapsproductieprocessen daarvoor [5,17]
H 01 L 27/11502 . . . . . . . met
ferro-elektrische geheugencondensatoren [17]
H 01 L 27/11504 . . . . . . . . gekenmerkt door de layout van het
bovenaanzicht [17]
H 01 L 27/11507 . . . . . . . . gekenmerkt door het geheugenkerngebied [17]
H 01 L 27/11509 . . . . . . . . gekenmerkt door het perifere schakelgebied [17]
H 01 L 27/11512 . . . . . . . . gekenmerkt door het grensgebied tussen de
kern en de perifere schakelgebieden [17]
H 01 L 27/11514 . . . . . . . . gekenmerkt door de driedimensionale
rangschikkingen, bijv. met cellen op verschillende hoogteniveau’s [17]
H 01 L 27/11517 . . . . . . . met
zwevende poorten [17]
H 01 L 27/11519 . . . . . . . . gekenmerkt door de layout van het
bovenaanzicht [17]
H 01 L 27/11521 . . . . . . . . gekenmerkt door het geheugenkerngebied [17]
H 01 L 27/11524 . . . . . . . . . met
celselectietransistoren, bijv. NAND [17]
H 01 L 27/11526 . . . . . . . . gekenmerkt door het perifere schakelgebied [17]
H 01 L 27/11529 . . . . . . . . . van
geheugengebieden die celselectietransistoren, bijv. NAND, bevatten [17]
H 01 L 27/11531 . . . . . . . . . Gelijktijdig
produceren van periferie en geheugencellen [17]
H 01 L 27/11534 . . . . . . . . . . met slechts één type perifere transistor [17]
H 01 L 27/11536 . . . . . . . . . . . met
een stuurpoortlaag die tevens wordt gebruikt als deel van de perifere
transistor [17]
H 01 L 27/11539 . . . . . . . . . . . met
een diëlektrische tussenpoortlaag die tevens wordt gebruikt als deel van de
perifere transistor [17]
H 01 L 27/11541 . . . . . . . . . . . met
een zwevendepoortlaag die tevens wordt gebruikt als deel van de perifere
transistor [17]
H 01 L 27/11543 . . . . . . . . . . . met
een diëlektrische tunnellaag die tevens wordt gebruikt als deel van de perifere
transistor [17]
H 01 L 27/11546 . . . . . . . . . . met verschillende soorten perifere
transistoren [17]
H 01 L 27/11548 . . . . . . . . gekenmerkt door het grensgebied tussen de
kern en de perifere schakelgebieden [17]
H 01 L 27/11551 . . . . . . . . gekenmerkt door de driedimensionale
rangschikkingen, bijv. met cellen op verschillende hoogteniveau’s [17]
H 01 L 27/11553 . . . . . . . . . met
bron en afvoer op verschillende niveau’s, bijv. met aflopende kanalen [17]
H 01 L 27/11556 . . . . . . . . . . waarbij de kanalen vertikale delen hebben,
bijv. U-vormige kanalen [17]
H 01 L 27/11558 . . . . . . . . waarbij de stuurpoort een gedoteerd gebied
is, bijv. single-poly geheugencellen [17]
H 01 L 27/1156 . . . . . . . . waarbij
de zwevende poort een elektrode is die wordt gedeeld door twee of meer
componenten [17]
H 01 L 27/11563 . . . . . . . met
lading-vervangende poortisolatoren, bijv. MNOS of NROM [17]
H 01 L 27/11565 . . . . . . . . gekenmerkt door de layout van het bovenaanzicht
[17]
H 01 L 27/11568 . . . . . . . . gekenmerkt door het geheugenkerngebied
(driedimensionale rangschikkingen H01L 27/11578) [17]
H 01 L 27/1157 . . . . . . . . . met celselectietransistoren, bijv. NAND [17]
H 01 L 27/11573 . . . . . . . . gekenmerkt door het perifere schakelgebied [17]
H 01 L 27/11575 . . . . . . . . gekenmerkt door het grensgebied tussen de
kern en de perifere schakelgebieden [17]
H 01 L 27/11578 . . . . . . . . gekenmerkt door de driedimensionale
rangschikkingen, bijv. met cellen op verschillende hoogteniveau’s [17]
H 01 L 27/1158 . . . . . . . . . met bron en afvoer op verschillende
niveau’s, bijv. met aflopende kanalen [17]
H 01 L 27/11582 . . . . . . . . . . waarbij de kanalen vertikale delen hebben,
bijv. U-vormige kanalen [17]
H 01 L 27/11585 . . . . . . . waarbij
de poortelektroden een laag bevatten die wordt gebruikt om zijn
ferro-elektrische geheugeneigenschappen, bijv.
metaal-ferroelektrisch-halfgeleider (MFS) of
metaal-ferroelektrisch-metaal-isolator-halfgeleider (MFMIS) [17]
H 01 L 27/11587 . . . . . . . . gekenmerkt door de layout van het
bovenaanzicht [17]
H 01 L 27/1159 . . . . . . . . gekenmerkt
door het geheugenkerngebied [17]
H 01 L 27/11592 . . . . . . . . gekenmerkt door het perifere schakelgebied [17]
H 01 L 27/11595 . . . . . . . . gekenmerkt door het grensgebied tussen de
kern en de perifere schakelgebieden [17]
H 01 L 27/11597 . . . . . . . . gekenmerkt door de driedimensionale
rangschikkingen, bijv. met cellen op verschillende hoogteniveau’s [17]
H 01 L 27/118 . . . . Masterslice geïntegreerde circuits [5]
H 01 L 27/12 . . waarbij het substraat
iets anders is als een halfgeleiderlichaam, bijv. een isolatielichaam [2]
H 01 L 27/13 . . . gecombineerd met passieve componenten in de
vorm van een dunne of dikke film [3]
H 01 L 27/14 . met halfgeleidercomponenten die gevoelig zijn voor
infraroodstraling, licht, elektromagnetische straling met een kortere
golflengte of lichaamsstraling, en speciaal aangepast voor het omzetten van de
energie van dergelijke straling in elektrische energie of voor het regelen van
elektrische energie door dergelijke straling (stralingsgevoelige componenten
die structureel samenhangen met alleen één of meer elektrische lichtbronnen
H01L 31/14; koppelingen van lichtgeleiders met opto-elektronische elementen
G02B 6/42) [2,8]
H 01 L 27/142 . . Inrichtingen voor het
omzetten van energie [5]
H 01 L 27/144 . . Inrichtingen die worden
geregeld door straling [5]
H 01 L 27/146 . . . Beeldgeverstructuren [5]
H 01 L 27/148 . . . . Door
lading gekoppelde beeldgevers [5]
H 01 L 27/15 . met halfgeleidercomponenten met tenminste één
potentiaalsprongbarrière of oppervlaktebarrière, die speciaal zijn aangepast
voor lichtemissie [2,8]
H 01 L 27/16 . met thermo-elektrische componenten met of zonder een junctie van
ongelijksoortige materialen; met thermomagnetische componenten (alleen
gebruikmakend van het Peltier-effect voor het koelen van
halfgeleiderinrichtingen of andere halfgeleiderapparatuur H01L 23/38) [2]
H 01 L 27/18 . met componenten die supergeleiding vertonen [2]
H 01 L 27/20 . met piëzo-elektrische componenten; met elektrostrictieve
componenten; met magnetostrictieve componenten [2,7]
H 01 L 27/22 . met componenten waarbij gebruik wordt gemaakt van
galvano-magnetische effecten, bijv. het Hall-effect; gebruikmakend van
soortgelijke magnetische veldeffecten [2]
H 01 L 27/24 . met halfgeleidercomponenten voor het gelijkrichten, versterken of
schakelen zonder een potentiaalsprongbarrière of oppervlaktebarrière [2]
H 01 L 27/26 . met componenten met negatieve massaweerstand [2]
H 01 L 27/28 . met componenten waarbij gebruik wordt gemaakt van organische
materialen als het actieve gedeelte, of van een combinatie van organische
materialen met andere materialen als het actieve gedeelte [8]
H 01 L 27/30 . . met speciaal aangepaste
componenten voor het aftasten van infraroodstraling, elektromagnetische
straling van kortere golflengte of lichaamsstraling; met speciaal aangepaste
componenten voor ofwel het omzetten van de energie van dergelijke straling in
elektrische energie ofwel het regelen van elektrische energie bij dergelijke
straling [8]
H 01 L 27/32 . . met speciaal aangepaste
componenten voor lichtuitstraling, bijv. platte schermen die gebruik maken van
licht-uitstralende diodes [8]
H 01 L 29/00 Speciaal aangepaste
halfgeleiderinrichtingen voor het gelijkrichten, versterken, oscilleren of
schakelen, en met tenminste één potentiaalsprongbarrière of
oppervlaktebarrière; Condensatoren of weerstanden met tenminste één
potentiaalsprongbarrière of oppervlaktebarrière, bijv. een PN-junctie met
verarmde laag of laag met een dragerconcentratie; Details van
halfgeleiderlichamen of van elektroden daarvan (H01L 31/00 tot H01L 47/00 en H01L 51/05 hebben
voorrang; andere details dan van halfgeleiderlichamen of van elektroden daarvan
H01L 23/00; inrichtingen die bestaan uit meerdere halfgeleidercomponenten die
worden gevormd in of op een gemeenschappelijk substraat H01L 27/00) [2,6,8,9]
Aantekening
In deze hoofdgroep wordt
geklasseerd in elk van de groepen H01L 29/02, H01L 29/40 en H01L 29/66 als al
deze groepen relevant zijn. [2,8]
H 01 L 29/02 . Halfgeleiderlichamen [2]
H 01 L 29/04 . . gekenmerkt door hun
kristallijne structuur, bijv. polykristallijn, kubusvormig of met specifiek
georiënteerde kristallijne vlakken (gekenmerkt door fysische gebreken H01L
29/30) [2,9]
H 01 L 29/06 . . gekenmerkt door hun
vorm; gekenmerkt door de vormen, relatieve afmetingen of plaatsingen van de
halfgeleidergebieden [2]
H 01 L 29/08 . . . waarbij halfgeleidergebieden zijn verbonden
met een elektrode die stroom draagt die moet worden gelijkgericht, versterkt of
geschakeld, en waarbij zo'n elektrode deel uitmaakt van een
halfgeleiderinrichting die drie of meer elektroden bevat [2]
H 01 L 29/10 . . . waarbij halfgeleidergebieden verbonden zijn
met een elektrode die geen stroom draagt die moet worden gelijkgericht,
versterkt of geschakeld, en waarbij zo'n elektrode deel uitmaakt van een
halfgeleiderinrichting die drie of meer elektroden bevat [2]
H 01 L 29/12 . . gekenmerkt door de
materialen waarvan zij zijn gevormd [2]
H 01 L 29/15 . . . Structuren met een periodieke of
quasi-periodieke potentiaalvariatie, bijv. bronnen voor meerdere quanta of gestapelde roosters
(dergelijke structuren toegepast voor het regelen van licht G02F 1/017;
toegepast in halfgeleiderlasers H01S 5/34) [6,17]
Aantekening
Groep
H01L 29/15 heeft voorrang boven de groepen H01L 29/16 tot H01L 29/26. [6]
H 01 L 29/16 . . . met, naast doping materialen of andere
verontreinigingen, alleen elementen van de vierde groep van het Periodiek
Systeem in een niet-chemisch gebonden vorm [2]
H 01 L 29/161 . . . . met
twee of meer elementen uit groep H01L 29/16 [2]
H 01 L 29/165 . . . . . in verschillende halfgeleidergebieden [2]
H 01 L 29/167 . . . . verder
gekenmerkt door het doping materiaal [2]
H 01 L 29/18 . . . met alleen seleen of telluur, naast doping
materialen of andere verontreinigingen [2]
H 01 L 29/20 . . . met, naast doping materialen of andere
verontreinigingen, alleen AIIIBV verbindingen [2,6]
H 01 L 29/201 . . . . met
twee of meer verbindingen [2]
H 01 L 29/205 . . . . . in verschillende halfgeleidergebieden [2]
H 01 L 29/207 . . . . verder
gekenmerkt door het doping materiaal [2]
H 01 L 29/22 . . . met, naast doping materialen of andere
verontreiniging, alleen AIIBVI verbindingen [2]
H 01 L 29/221 . . . . met
twee of meer verbindingen [2]
H 01 L 29/225 . . . . . in verschillende halfgeleidergebieden [2]
H 01 L 29/227 . . . . verder
gekenmerkt door het doping materiaal [2]
H 01 L 29/24 . . . met, naast doping materialen of andere verontreinigingen,
alleen anorganische halfgeleidermaterialen die niet vallen onder de groepen
H01L 29/16, H01L 29/18, H01L 29/20 of H01L 29/22 [2,9]
H 01 L 29/26 . . . met, naast doping materialen of andere
verontreinigingen, elementen die vallen onder twee of meer van de groepen H01L
29/16, H01L 29/18, H01L 29/20, H01L 29/22 of H01L 29/24 [2]
H 01 L 29/267 . . . . in
verschillende halfgeleidergebieden [2]
H 01 L 29/30 . . gekenmerkt door
fysische gebreken; met een gepolijst of geruwd oppervlak [2]
H 01 L 29/32 . . . waarbij de gebreken in het
halfgeleiderlichaam zitten [2]
H 01 L 29/34 . . . waarbij de gebreken aan het oppervlak zitten
[2]
H 01 L 29/36 . . gekenmerkt door de
concentratie of spreiding van de verontreinigingen [2]
H 01 L 29/38 . . gekenmerkt door een
combinatie van kenmerken die vallen onder twee of meer van de groepen H01L
29/04, H01L 29/06, H01L 29/12, H01L 29/30 of H01L 29/36 [2]
H 01 L 29/40 . Elektroden [2]
H 01 L 29/41 . . gekenmerkt door hun vorm, relatieve afmetingen of plaatsingen
[6]
H 01 L 29/417 . . . voor het dragen van de stroom die moet
worden gelijkgericht, versterkt of geschakeld [6]
H 01 L 29/423 . . . niet voor het dragen van de stroom die moet
worden gelijkgericht, versterkt of geschakeld [6]
H 01 L 29/43 . . gekenmerkt door de
materialen waaruit zij zijn gevormd [6]
H 01 L 29/45 . . . Ohmse elektroden [6]
H 01 L 29/47 . . . Schottky-barrière-elektroden [6]
H 01 L 29/49 . . . Halfgeleiderelektroden
met metaalisolator [6]
H 01 L 29/51 . . . . Daarmee
verbonden isolatiematerialen [6]
H 01 L 29/66 . Soorten halfgeleiderinrichtingen [2]
H 01 L 29/68 . . regelbaar door alleen
de toegevoerde elektrische stroom, of alleen het aangebrachte elektrische
potentiaal, aan een elektrode die geen stroom draagt die moet worden
gelijkgericht, versterkt of geschakeld (H01L 29/96 heeft voorrang) [2]
H 01 L 29/70 . . . Bipolaire inrichtingen [2]
H 01 L 29/72 . . . . Transistorinrichtingen,
d.w.z. in staat tot een continue reactie op toegepaste regelsignalen [2]
H 01 L 29/73 . . . . . Bipolaire junctietransistors [5]
H 01 L 29/732 . . . . . . Verticale
transistors [6]
H 01 L 29/735 . . . . . . Dwarse
transistors [6]
H 01 L 29/737 . . . . . . Heterojunctietransistors
(onregelmatig vertakt) [6]
H 01 L 29/739 . . . . . geregeld door een veldeffect [6]
H 01 L 29/74 . . . . Thyristorinrichtingen,
bijv. met een regeneratorwerking in vier zones [2]
H 01 L 29/744 . . . . . Inrichtingen met poortuitschakeling [6]
H 01 L 29/745 . . . . . . met
uitschakeling door een veldeffect [6]
H 01 L 29/747 . . . . . Tweeweginrichtingen, bijv. triacs [2]
H 01 L 29/749 . . . . . met uitschakeling door een veldeffect [6]
H 01 L 29/76 . . . Unipolaire inrichtingen [2]
H 01 L 29/762 . . . . Inrichtingen
voor het overdragen van lading [6]
H 01 L 29/765 . . . . . Lading-gekoppelde inrichtingen [6]
H 01 L 29/768 . . . . . . waarbij
een veldeffect wordt geproduceerd door een geïsoleerde poort [6]
H 01 L 29/772 . . . . Veldtransistors
[6]
H 01 L 29/775 . . . . . met een ééndimensionaal kanaal voor een gas
dat lading draagt, bijv. een FET met kwantumdraad [6]
H 01 L 29/778 . . . . . met een tweedimensionaal kanaal voor een gas
dat lading draagt, bijv. een HEMT [6]
H 01 L 29/78 . . . . . waarbij een veldeffect wordt geproduceerd
door een geïsoleerde poort [2]
H 01 L 29/786 . . . . . . Transistors
in de vorm van een dunne film [6]
H 01 L 29/788 . . . . . . met
een zwevende poort [5]
H 01 L 29/792 . . . . . . met
een poortvormige scheidingsschakelaar die de lading afvangt, bijv. een MNOS-geheugentransistor
[5]
H 01 L 29/80 . . . . . waarbij een veldeffect wordt geproduceerd
door een PN-juntiepoort of een andere gelijkrichtende junctiepoort [2]
H 01 L 29/808 . . . . . . met
een PN-junctiepoort [5]
H 01 L 29/812 . . . . . . met
een Schottky-poort [5]
H 01 L 29/82 . . regelbaar door het
variëren van het magnetische veld dat wordt aangebracht op de inrichting (H01L
29/96 heeft voorrang) [2,6]
H 01 L 29/84 . . regelbaar door het
variëren van de uitgeoefende mechanische kracht, bijv. druk (H01L 29/96 heeft
voorrang) [2,6]
H 01 L 29/86 . . regelbaar door alleen
het variëren van de toegevoerde elektrische stroom, of alleen het aangebrachte
elektrische potentiaal, aan één of meer van de elektroden die de stroom dragen
die moet worden gelijkgericht, versterkt, geoscilleerd of geschakeld (H01L
29/96 heeft voorrang) [2]
H 01 L 29/8605 . . . Weerstanden met PN-junctie [6]
H 01 L 29/861 . . . Dioden [6]
H 01 L 29/862 . . . . Puntcontactdioden
[6]
H 01 L 29/864 . . . . Looptijddioden,
bijv. een IMPATT-diode of TRAPATT-diode [6]
H 01 L 29/866 . . . . Zenerdioden
[6]
H 01 L 29/868 . . . . PIN-dioden [6]
H 01 L 29/87 . . . . Thyristor-dioden,
bijv. een Shockley-diode of break-over diode [6]
H 01 L 29/872 . . . . Schottky-dioden
[6]
H 01 L 29/88 . . . . Tunneldioden
[2]
H 01 L 29/885 . . . . . Esaki-dioden [6]
H 01 L 29/92 . . . Condensatoren met een
potentiaalsprongbarrière of een oppervlaktebarrière [2]
H 01 L 29/93 . . . . Dioden
met variabele capaciteit, bijv. varactors
[2]
H 01 L 29/94 . . . . Halfgeleiders
met metalen isolator, bijv. een MOS [2]
H 01 L 29/96 . . van een soort die valt
onder meer dan één van de groepen H01L 29/68, H01L 29/82, H01L 29/84 of H01L
29/86 [2]
H 01 L 31/00 Halfgeleiderinrichtingen die
gevoelig zijn voor infraroodstraling, licht, elektromagnetische straling van
een kortere golflengte of lichaamsstraling, en die speciaal zijn aangepast voor
ofwel het omzetten van de energie van dergelijke straling in elektrische
energie ofwel het regelen van elektrische energie door dergelijke straling;
Speciaal aangepaste processen of apparatuur voor het maken of behandelen
daarvan of van delen daarvan; Details daarvan (H01L 51/42 heeft voorrang; inrichtingen die bestaan uit
meerdere halfgeleidercomponenten die worden gevormd in of op een
gemeenschappelijk substraat, anders dan combinaties van stralingsgevoelige
componenten met één of meer elektrische lichtbronnen, H01L 27/00) [2,6,8,9]
H 01 L 31/02 . Details [2]
H 01 L 31/0203 . . Containers;
Inkapselingen (voor fotovoltaïsche inrichtingen H01L 31/048; voor organische
foto-gevoelige inrichtingen H01L 51/44) [5,14]
H 01 L 31/0216 . . Coatings
(H01L 31/041 heeft voorrang) [5,14]
H 01 L 31/0224 . . Elektroden
[5]
H 01 L 31/0232 . . Optische elementen of voorzieningen die samenhangen met
de inrichting (H01L 31/0236 heeft voorrang; voor fotovoltaïsche cellen H01L
31/054; voor fotovoltaïsche modules H02S 40/20) [5,14]
H 01 L 31/0236 . . Speciale
oppervlaktestructuren [5]
H 01 L 31/024 . . Voorzieningen voor
koeling, verwarming, ventilatie of temperatuurcompensatie (voor fotovoltaïsche
inrichtingen H01L 31/052) [5,14]
H 01 L 31/0248 . gekenmerkt door hun halfgeleiderlichamen [5]
H 01 L 31/0256 . . gekenmerkt door het
materiaal [5]
H 01 L 31/0264 . . . Anorganische materialen [5]
H 01 L 31/0272 . . . . Seleen of telluur [5]
H 01 L 31/028 . . . . met,
naast doping materialen of verontreinigingen, alleen elementen van de vierde
groep van het Periodiek Systeem [5]
H 01 L 31/0288 . . . . . gekenmerkt door het doping materiaal [5]
H 01 L 31/0296 . . . . met,
naast doping materialen of verontreinigingen, alleen AIIBVI
verbindingen, bijv. CdS, ZnS, HgCdTe [5]
H 01 L 31/0304 . . . . met,
naast doping materialen of verontreinigingen, alleen AIIIBV
verbindingen [5]
H 01 L 31/0312 . . . . met,
naast doping materialen of verontreinigingen, alleen AIVBIV
verbindingen, bijv. SiC [5]
H 01 L 31/032 . . . . met,
naast doping materialen of verontreinigingen, alleen verbindingen die niet
vallen onder de groepen H01L 31/0272 tot H01L 31/0312 [5]
H 01 L 31/0328 . . . . met,
naast doping materialen of verontreinigingen, halfgeleidermaterialen die vallen
onder twee of meer van de groepen H01L 31/0272 tot H01L 31/032 [5]
H 01 L 31/0336 . . . . . in verschillende halfgeleidergebieden, bijv.
Cu2X/CdX heterojuncties, waarbij X een element is van de zesde groep
van het Periodiek Systeem [5]
H 01 L 31/0352 . . gekenmerkt door hun
vorm of door de vormen, relatieve afmetingen of plaatsingen van de
halfgeleidergebieden [5]
H 01 L 31/036 . . gekenmerkt door hun
kristallijne structuur of specifieke oriëntatie van de kristallijne vlakken [5]
H 01 L 31/0368 . . . met polykristallijne halfgeleiders (H01L
31/0392 heeft voorrang) [5]
H 01 L 31/0376 . . . met amorfe halfgeleiders (H01L 31/0392 heeft
voorrang) [5]
H 01 L 31/0384 . . . met andere niet mono-kristallijne
materialen, bijv. halfgeleiderdeeltjes die zijn ingebed in een isolatiemateriaal
(H01L 31/0392 heeft voorrang) [5]
H 01 L 31/0392 . . . met dunne films die zijn afgezet op
metaalachtige substraten of isolatiesubstraten [5]
H 01 L 31/04 . aangepast als fotovoltaïsche [PV] omzettingsinrichtingen, bijv.
PV modules of losse PV cellen (testen daarvan tijdens de productie H01L 21/66;
testen daarvan na de productie H02S 50/10) [2,14]
H 01 L 31/041 . . Voorzieningen ter
voorkoming van schade veroorzaakt door lichaamsstraling, bijv. voor
toepassingen in de ruimte [14]
H 01 L 31/042 . . PV modules of losse PV
cellen (meerdere dunnefilm-zonnecellen op een gemeenschappelijk substraat H01L
27/142; draagstructuren voor PV modules H02S 20/00) [5,14]
H 01 L 31/043 . . . Mechanisch gestapelde PV cellen [14]
H 01 L 31/048 . . . Inkapseling van modules [5,14]
H 01 L 31/049 . . . . Beschermende
ruglagen [14]
H 01 L 31/05 . . . Onderlinge elektrische verbindingsmiddelen
tussen PV cellen binnen de PV module, bijv. een seriële verbindingen van PV
cellen (elektroden H01L 31/0224; onderlinge elektrische verbinding van
dunnefilm-zonnecellen die zijn gevormd op een gemeenschappelijk substraat H01L
27/142; onderlinge elektrische verbindingsmiddelen speciaal aangepast voor het
elektrisch verbinden van twee of meer PV modules H02S 40/36) [5,14]
H 01 L 31/052 . . Koelmiddelen die direct
samenhangen met of zijn geïntegreerd in de PV cel, bijv. geïntegreerde
Peltier-elementen voor het actief koelen van koellichamen die direct
samenhangen met de PV cellen (koelmiddelen in combinatie met de PV module H02S
40/42) [5,14]
H 01 L 31/0525 . . . . waarbij
sprake is van middelen voor het gebruiken van warmte-energie die direct
samenhangen met de PV cel, bijv. geïntegreerde Seebeck-elementen [14]
H 01 L 31/053 . . Energieopslagmiddelen
die direct samenhangen met of zijn geïntegreerd in de PV cel, bijv. een
condensator geïntegreerd in een PV cel (energieopslagmiddelen die samenhangen
met de PV module H02S 40/38) [14]
H 01 L 31/054 . . Optische elementen die
direct samenhangen met of zijn geïntegreerd in de PV cel, bijv.
licht-reflectiemiddelen of licht-concentratiemiddelen [14]
H 01 L 31/055 . . . waarbij licht wordt geabsorbeerd en weer
terug gestraald met een andere golflengte door het optische element dat direct
samenhangt met of is geïntegreerd in de PV cel, bijv. door gebruik te maken van
luminescent materiaal, fluorescente concentrators
of up-conversion voorzieningen [5,14]
H 01 L 31/056 . . . waarbij de licht-reflecterende middelen van
het soort met een reflecterende ruglaag [BSR] zijn [14]
H 01 L 31/06 . . gekenmerkt door
tenminste één potentiaalsprongbarrière of oppervlaktebarrière [2]
H 01 L 31/061 . . . waarbij de potentiaalbarrières de vorm
hebben van een puntcontact (H01L 31/07 heeft voorrang) [12]
H 01 L 31/062 . . . waarbij de potentiaalbarrières alleen de
vorm hebben van een halfgeleider met metaalisolator [5]
H 01 L 31/065 . . . waarbij de potentiaalbarrières alleen de
vorm hebben van een gelaagde spleet [5]
H 01 L 31/068 . . . waarbij de potentiaalbarrières alleen de
vorm hebben van een PN-homojunctie,
bijv. bulk PN-homojunctie
siliciumzonnecellen of dunnefilm-polykristallijne PN-homojunctie siliciumzonnecellen [5,12]
H 01 L 31/0687 . . . . Zonnecellen
met meerdere knooppunten of tandemzonnecellen [12]
H 01 L 31/0693 . . . . waarbij
de inrichtingen, naast verontreinigingsmateriaal of onzuiverheden, alleen AIIIBV-
verbindingen bevatten, bijv. GaAs-zonnecellen of InP-zonnecellen [12]
H 01 L 31/07 . . . waarbij de potentiaalbarrières alleen de vorm
hebben van een Schottky-potentiaalbarrière [5]
H 01 L 31/072 . . . waarbij de potentiaalbarrières alleen de
vorm hebben van een PN-heterojunctie [5]
H 01 L 31/0725 . . . . Zonnecellen
met meerdere knooppunten of tandemzonnecellen [12]
H 01 L 31/073 . . . . met
alleen halfgeleiders met AIIBVI-verbindingen, bijv.
CdS/CdTe-zonnecellen [12]
H 01 L 31/0735 . . . . met
alleen halfgeleiders met AIIIBV-verbindingen, bijv.
GaAs/AlGaAs-zonnecellen of InP/GaInAs-zonnecellen [12]
H 01 L 31/074 . . . . met
een heterojunctie met een element uit de 4e Groep van het Periodiek
Systeem, bijv. ITO/Si-zonnecellen, GaAs/Si-zonnecellen of CdTe/Si-zonnecellen
[12]
H 01 L 31/0745 . . . . met
een AIVBIV-heterojunctie, bijv. Si/Ge-zonnecellen,
SiGe/Si-zonnecellen of Si/SiC-zonnecellen [12]
H 01 L 31/0747 . . . . met
een heterojunctie van kristallijne en amorfe materialen, bijv. een
heterojunctie met een intrinsieke dunne laag of HIT®-zonnecellen
[12]
H 01 L 31/0749 . . . . met
een AIBIIICVI-verbinding, bijv. zonnecellen met
een CdS/CuInSe2 [CIS] -heterojunctie [12]
H 01 L 31/075 . . . waarbij de potentiaalbarrières alleen de
vorm hebben van een PIN-potentiaalbarrière, bijv. amorfe PIN
siliciumzonnecellen [5,12]
H 01 L 31/076 . . . . Zonnecellen
met meerdere knooppunten of tandemzonnecellen [12]
H 01 L 31/077 . . . . waarbij
de inrichtingen mono-kristallijne of polykristallijne materialen bevatten [12]
H 01 L 31/078 . . . met verschillende soorten
potentiaalbarrières die vallen onder twee of meer van de groepen H01L 31/061
tot H01L 31/075 [5,12]
H 01 L 31/08 . waarin straling de stroomafgifte door de inrichting regelt, bijv.
fotoweerstanden [2]
H 01 L 31/09 . . Inrichtingen die
gevoelig zijn voor infraroodstraling, zichtbare straling of ultravioletstraling
(H01L 31/101 heeft voorrang) [5]
H 01 L 31/10 . . gekenmerkt door
tenminste één potentiaalsprongbarrière of oppervlaktebarrière, bijv.
fototransistors [2]
H 01 L 31/101 . . . Inrichtingen die gevoelig zijn voor
infraroodstraling, zichtbare straling of ultravioletstraling [5]
H 01 L 31/102 . . . . gekenmerkt
door slechts één potentiaalbarrière of oppervlaktebarrière [5]
H 01 L 31/103 . . . . . waarbij de potentiaalbarrière de vorm heeft
van een PN-homojunctie [5]
H 01 L 31/105 . . . . . waarbij de potentiaalbarrière een
PIN-potentiaalbarrière is [5]
H 01 L 31/107 . . . . . waarbij de potentiaalbarrière in een
afweermodus werkt, bijv. een fotodiode met lawinewerking [5]
H 01 L 31/108 . . . . . waarbij de potentiaalbarrière de vorm heeft van
een Schottky-potentiaalbarrière [5]
H 01 L 31/109 . . . . . waarbij de potentiaalbarrière de vorm heeft
van een PN-heterojunctie is [5]
H 01 L 31/11 . . . . gekenmerkt
door twee potentiaalbarrières of oppervlaktebarrières, bijv. een bipolaire
fototransistor [5]
H 01 L 31/111 . . . . gekenmerkt
door tenminste drie potentiaalbarrières, bijv. een foto-thyristor [5]
H 01 L 31/112 . . . . gekenmerkt
door een veldwerking, bijv. een veldfototransistor met junctie [5]
H 01 L 31/113 . . . . . in de vorm van een halfgeleider met
geïsoleerde geleider, bijv. een veldtransistor in de vorm van een halfgeleider
met metaalisolator [5]
H 01 L 31/115 . . . Inrichtingen die gevoelig zijn voor zeer
korte golflengten, bijv. röntgenstraling, gammastraling of lichaamsstraling [5]
H 01 L 31/117 . . . . met
een stralingsmassa-detector, bijv. een PIN-gammastraaldetector met Ge-Li
compensatie[5]
H 01 L 31/118 . . . . met
een oppervlaktebarrière of een ondiepe detector met PN-junctie, bijv. een
alfadeeltjesdetector met oppervlaktebarrière [5]
H 01 L 31/119 . . . . gekenmerkt
door een veldwerking, bijv. MIS-detectoren [5]
H 01 L 31/12 . structureel samenhangend, bijv. gevormd in of op een
gemeenschappelijk substraat, met één of meer elektrische lichtbronnen, bijv.
elektroluminescente lichtbronnen, en elektrisch of optisch daaraan gekoppeld
(elektroluminescente lichtbronnen op zich H05B 33/00) [2,5,8,9]
H 01 L 31/14 . . waarbij de lichtbron
wordt of de lichtbronnen worden geregeld door de halfgeleiderinrichting die
gevoelig is voor straling, bijv. beeldomvormers, beeldversterkers of
beeldopslag-inrichtingen [2]
H 01 L 31/147 . . . waarbij de lichtbronnen en de
stralingsgevoelige inrichtingen alle halfgeleiderinrichtingen zijn met
tenminste één potentiaalbarrière of oppervlaktebarrière [5]
H 01 L 31/153 . . . . gevormd
in of op een gemeenschappelijk substraat [5]
H 01 L 31/16 . . waarbij de
stralingsgevoelige halfgeleiderinrichting wordt geregeld door de lichtbron of
lichtbronnen [2]
H 01 L 31/167 . . . waarbij de lichtbronnen en de
stralingsgevoelige inrichtingen alle halfgeleiderinrichtingen zijn met
tenminste één potentiaalbarrière of oppervlaktebarrière [5]
H 01 L 31/173 . . . . gevormd
in of op een gemeenschappelijk substraat [5]
H 01 L 31/18 . Speciaal aangepaste processen of apparatuur voor het maken of
behandelen van deze inrichtingen of van delen daarvan [2,8,9]
H 01 L 31/20 . . waarbij dergelijke
inrichtingen of delen daarvan amorf halfgeleidermateriaal bevatten [5]
H 01 L 33/00 Halfgeleiderinrichtingen met
tenminste één potentiaalsprongbarrière of oppervlaktebarrière die speciaal is
aangepast voor lichtuitstraling; Speciaal aangepaste processen of apparatuur
voor het maken of behandelen daarvan of van delen daarvan; Details daarvan (H01L 51/50 heeft voorrang; inrichtingen bestaande uit
meerdere halfgeleidercomponenten die zijn gevormd in of op een gezamenlijk
substraat en met inbegrip van halfgeleidercomponenten met tenminste één
potentiaalsprongbarrière of oppervlaktebarrière, die speciaal zijn aangepast
voor lichtemissie H01L 27/15; halfgeleiderlasers H01S 5/00) [2,7,8,9,10]
Aantekeningen
(1) Deze groep dekt licht-uitstralende diodes
(LED’s) of super-lichtgevende diodes (SLD’s) met inbegrip van LED’s of SLD’s
die infrarood (IR) of ultraviolet (UV) licht uitstralen. [10]
(2) In deze groep is de prioriteitsregel voor
de eerste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt
geklasseerd in de eerst toepasselijke plaats, tenzij anders staat vermeld. [10,15]
H 01 L 33/02 . gekenmerkt door het halfgeleiderlichaam [10]
H 01 L 33/04 . . met een
kwantumeffect-structuur of super-rooster, bijv. een tunnelovergang [10]
H 01 L 33/06 . . . binnen
het licht-uitstralende gedeelte, bijv. een quantum
opsluittingsstructuur of een tunnelbarrière [10]
H 01 L 33/08 . . met meerdere
licht-uitstralende gedeelten, bijv. een in laterale richting discontinu
licht-uitstralende laag of een foto-luminescent gedeelte geïntegreerd in het
halfgeleiderlichaam (H01L 27/15 heeft voorrang) [10]
H 01 L 33/10 . . met een
licht-reflecterende structuur, bijv. een Bragg- halfgeleiderreflector [10]
H 01 L 33/12 . met een spanningsverlagende structuur, bijv. een bufferlaag [10]
H 01 L 33/14 . . met een structuur voor
het regelen van het ladingstransport, bijv. een sterk-gedoteerde halfgeleiderlaag
of een stroom-blokkerende structuur [10]
H 01 L 33/16 . . met een bijzondere
kristalstructuur of kristaloriëntatie, bijv. polykristallijn, amorf of poreus [10]
H 01 L 33/18 . . . binnen
het licht-uitstralende gedeelte [10]
Aantekening
Bij
het klasseren in deze groep wordt tevens geklasseerd in de groep H01L 33/26 of
één van de ondergroepen daarvan, teneinde de chemische samenstelling van het
licht-uitstralende gebied te identificeren. [10]
H 01 L 33/20 . . met een bijzondere
vorm, bijv. een gekromd of een afgeknot substraat [10]
H 01 L 33/22 . . . Geruwde oppervlakken, bijv. op het raakvlak
tussen epitaxtiale lagen [10]
H 01 L 33/24 . . . van het licht-uitstralende gedeelte, bijv.
een niet-vlakke overgang [10]
H 01 L 33/26 . . Materialen van het
licht-uitstralende gedeelte [10]
H 01 L 33/28 . . . met alleen elementen uit Groep 1 en Groep 4
van het Periodiek Systeem [10]
H 01 L 33/30 . . . met alleen elementen uit Groep 3 en Groep 5
van het Periodiek Systeem [10]
H 01 L 33/32 . . . . met
stikstof [10]
H 01 L 33/34 . . . met alleen elementen uit Groep 6 van het
Periodiek Systeem [10]
H 01 L 33/36 . gekenmerkt door de elektroden [10]
H 01 L 33/38 . . met een bijzondere vorm
[10]
H 01 L 33/40 . . Materialen daarvoor [10]
H 01 L 33/42 . . . Transparante materialen [10]
H 01 L 33/44 . gekenmerkt door de coatings, bijv. een passiveringslaag of
anti-reflectiecoating [10]
H 01 L 33/46 . . Reflecterende coating,
bijv. een Bragg diëlektrische reflector [10]
H 01 L 33/48 . gekenmerkt door de halfgeleiderlichaam-componenten [10]
Aantekening
Deze
groep dekt elementen die in direct contact staan met het halfgeleiderlichaam of
die zijn geïntegreerd in de componenten. [10]
H 01 L 33/50 . . Golflengte-omzettingselementen
[10]
H 01 L 33/52 . . Mantels [10]
H 01 L 33/54 . . . met een bijzondere vorm [10]
H 01 L 33/56 . . . Materialen, bijv. epoxyhars of siliconenhars
[10]
H 01 L 33/58 . . Elementen voor het
vormgeven van het optische veld [10]
H 01 L 33/60 . . . Reflecterende elementen [10]
H 01 L 33/62 . . Voorzieningen voor het
geleiden van elektrische stroom naar of van het halfgeleiderlichaam, bijv. een
bedradingsframe, draadverbinding of soldeerkorrel [10]
H 01 L 33/64 . . Warmte-afvoerelementen
of koelelementen [10]
H 01 L 35/00 Thermo-elektrische
inrichtingen die een junctie bevatten van ongelijksoortige materialen, d.w.z.
met een Seebeck-effect of Peltier-effect met of zonder andere
thermo-elektrische of thermomagnetische effecten; Speciaal aangepaste processen
of apparatuur voor het maken of behandelen daarvan of van delen daarvan;
Details daarvan (inrichtingen die bestaan uit meerdere halfgeleidercomponenten
die worden gevormd in of op een gemeenschappelijk substraat H01L 27/00) [2,8,9]
H 01 L 35/02 . Details [2]
H 01 L 35/04 . . Structurele details van
de junctie; Verbindingen voor leidingen [2]
H 01 L 35/06 . . . afneembaar, bijv. gebruikmakend van een veer
[2]
H 01 L 35/08 . . . niet-afneembaar, bijv. gelijmd, gesinterd of
gesoldeerd [2]
H 01 L 35/10 . . . Verbindingen voor leidingen [2]
H 01 L 35/12 . Selectie van materiaal voor de benen van de junctie [2]
H 01 L 35/14 . . gebruikmakend van
anorganische samenstellingen [2]
H 01 L 35/16 . . . met telluur, seleen of zwavel [2]
H 01 L 35/18 . . . met arseen, antimoon of bismut (H01L 35/16
heeft voorrang) [2]
H 01 L 35/20 . . . met alleen metalen (H01L 35/16 en H01L 35/18
hebben voorrang) [2]
H 01 L 35/22 . . . met verbindingen die boor, koolstof,
zuurstof of stikstof bevatten [2]
H 01 L 35/24 . . gebruikmakend van
organische samenstellingen [2]
H 01 L 35/26 . . gebruikmakend van
samenstellingen die continu of discontinu veranderen in het materiaal [2]
H 01 L 35/28 . werkend met alleen een Peltier-effect of Seebeck-effect [2]
H 01 L 35/30 . . gekenmerkt door de
warmte-uitwisselende middelen bij de junctie [2]
H 01 L 35/32 . . gekenmerkt door de
structuur of opbouw van de cel of het thermokoppel die de inrichting vormen [2]
H 01 L 35/34 . Speciaal aangepaste processen of apparatuur voor het maken of
behandelen van deze inrichtingen of van delen daarvan [2,8,9]
H 01 L 37/00 Thermo-elektrische
inrichtingen zonder junctie van ongelijksoortige materialen; Thermomagnetische
inrichtingen, bijv. gebruikmakend van het Nernst-Ettinghausen-effect; Speciaal
aangepaste processen of apparatuur voor het maken of behandelen daarvan of van
delen daarvan (inrichtingen die bestaan uit meerdere
halfgeleidercomponenten die worden gevormd in of op een gemeenschappelijk
substraat H01L 27/00) [2,8,9]
H 01 L 37/02 . gebruikmakend van thermische verandering van de diëlectrische
constante, bijv. bij het werken boven en onder het Curiepunt [2]
H 01 L 37/04 . gebruikmakend van thermische verandering van de magnetische
permeabiliteit, bijv. bij het werken boven en onder het Curiepunt [2]
H 01
L 39/00 Inrichtingen waarbij gebruik wordt gemaakt van
supergeleiding of hypergeleiding; Speciaal aangepaste processen of apparatuur
voor het maken of behandelen daarvan of van delen daarvan
(inrichtingen die bestaan uit meerdere halfgeleidercomponenten die worden
gevormd in of op een gemeenschappelijk substraat H01L 27/00; supergeleiders die
worden gekenmerkt door de keramiek-vormende technieken of de keramische
samenstelling C04B 35/00; supergeleidende of hyper-geleidende geleiders, kabels
of transmissieleidingen H01B 12/00; supergeleidende spoelen of wikkelingen
H01F; versterkers waarbij gebruik wordt gemaakt van supergeleiding H03F 19/00) [2,4,8]
H 01 L 39/02 . Details [2]
H 01 L 39/04 . . Containers;
Bevestigingen [2]
H 01 L 39/06 . . gekenmerkt door het
stroom-pad [2]
H 01 L 39/08 . . gekenmerkt door de vorm
van het element [2]
H 01 L 39/10 . . gekenmerkt door de
middelen voor het schakelen [2]
H 01 L 39/12 . . gekenmerkt door het
materiaal [2]
H 01 L 39/14 . Permanente supergeleider-inrichtingen [2]
H 01 L 39/16 . Inrichtingen die kunnen worden omgeschakeld tussen een
supergeleidende toestand en een normale toestand [2]
H 01 L 39/18 . . Cryotrons
[2]
H 01 L 39/20 . . . Vermogens-cryotrons [2]
H 01 L 39/22 . Inrichtingen die een junctie bevatten van ongelijksoortige
materialen, bijv. Josephson-inrichtingen [2]
H 01 L 39/24 . Speciaal aangepaste processen of apparatuur voor het maken of
behandelen van inrichtingen uit groep H01L 39/00 of van delen daarvan [2,8,9]
H 01
L 41/00 Piëzo-elektrische apparaten in het algemeen;
Elektrostrictieve apparaten in het algemeen; Magnetostrictieve apparaten in het
algemeen; Speciaal aangepaste processen of apparatuur voor het maken of
behandelen daarvan of van delen daarvan; Details daarvan (inrichtingen
die bestaan uit meerdere halfgeleidercomponenten die worden gevormd in of op
een gemeenschappelijk substraat H01L 27/00) [2,8,13]
Aantekeningen
(1) Deze groep dekt geen aanpassingen voor een
specifiek doel, welke vallen onder de relevante plaatsen. [6]
(2) De aandacht wordt gevestigd op de
volgende, bedoelde plaatsen: [6]
B06B voor aanpassingen voor het
opwekken of overbrengen van mechanische trillingen [6]
G01 voor transducers als
tastelementen voor meting [6]
G04C
en G04F voor transducers die zijn
aangepast voor gebruik in uurwerken [6]
G10K voor aanpassingen voor het
opwekken of overbrengen van geluid [6]
H02N voor voorzieningen van elementen
in elektrische machines [6]
H03H
9/00 voor netwerken die
elektromechanische of elektroakoestische elementen bevatten, bijv.
resonantiecircuits [6]
H04R voor luidsprekers, microfoons,
platenspelers of soortgelijke transducers. [6]
H 01 L 41/02 . Details [2]
H 01 L 41/04 . . van piëzo-elektrische
of elektrostrictieve elementen [2]
H 01 L 41/047 . . . Elektroden [6]
H 01 L 41/053 . . . Bevestigingen,
steunen, omhullingen of omhulsels [6]
H 01 L 41/06 . . van magnetostrictieve
elementen [2]
H 01 L 41/08 . Piëzo-elektrische of elektrostrictieve elementen [2]
Aantekening
De
groepen H01L 41/083 en H01L 41/087 hebben voorrang boven de groepen H01L 41/09
tot H01L 41/113. [6]
H 01 L 41/083 . . met een gestapelde of
meerlaagse structuur [6]
H 01 L 41/087 . . gevormd als coaxkabels [6]
H 01 L 41/09 . . met een elektrische invoer
en mechanische uitvoer [5]
H 01 L 41/107 . . met een elektrische
invoer en elektrische uitvoer [5]
H 01 L 41/113 . . met een mechanische
invoer en elektrische uitvoer [5]
H 01 L 41/12 . Magnetostrictieve elementen [2]
H 01 L 41/16 . Materialen [2]
H 01 L 41/18 . . voor piëzo-elektrische
of elektrostrictieve elementen [2]
H 01 L 41/187 . . . Keramische samenstellingen [5]
H 01 L 41/193 . . . Macromoleculaire samenstellingen [5]
H 01 L 41/20 . . voor magnetostrictieve
elementen [2]
H 01 L 41/22 . Speciaal aangepaste processen of apparatuur voor het
samenstellen, maken of behandelen van piëzo-elektrische of elektrostrictieve
apparaten of van delen daarvan [2,8,9]
H 01 L 41/23 . . Vormen van behuizingen
of omhulsels [13]
H 01 L 41/25 . . Samenstellen van
apparaten met piëzo-elektrische of elektrostrictieve delen [13]
H 01 L 41/253 . . Behandelen van
apparaten of delen daarvan voor het modificeren van een piëzo-elektrische of
elektrostrictieve eigenschap, bijv. polarisatiekenmerken, trillings-kenmerken
of modusafstemming [13]
H 01 L 41/257 . . . door polariseren [13]
H 01 L 41/27 . . Maken van meerlaagse
piëzo-elektrische of elektrostrictieve apparaten of delen daarvan, bijv. door
het stapelen van piëzo-elektrische lichamen en elektroden [13]
H 01 L 41/273 . . . van elementen met een macromoleculaire
samenstelling [13]
H 01 L 41/277 . . . van elementen met een macromoleculaire
samenstelling [13]
H 01 L 41/29 . . Vormen van elektroden,
elektrodedraden of aansluitklemvoorzieningen [13]
Aantekening
De
integrale opstelling van afzonderlijke laagelektroden en aansluitelektroden
wordt geklasseerd in zowel de groep H01L 41/293 als de groep H01L 41/297. [13]
H 01 L 41/293 . . . Aansluitelektroden van meerlaagse piëzo-elektrische
of elektrostrictieve delen [13]
H 01 L 41/297 . . . Afzonderlijke laagelektroden van meerlaagse
piëzo-elektrische of elektrostrictieve delen [13]
H 01 L 41/31 . . Aanbrengen van
piëzo-elektrische of elektrostrictieve delen of lichamen op een elektrisch
element of een andere ondergrond [13]
H 01 L 41/311 . . . Monteren van piëzo-elektrische of
elektrostrictieve delen samen met halfgeleiderelementen, of andere
circuitelementen, op een gezamenlijk substraat [13]
H 01 L 41/312 . . . door lamineren of binden van
piëzo-elektrische of elektrostrictieve lichamen [13]
H 01 L 41/313 . . . . door
metaalfusie of met kleefmiddelen [13]
H 01 L 41/314 . . . door afzetten van piëzo-elektrische of
elektrostrictieve lagen, bijv. door aërosoldruk of zeefdruk [13]
H 01 L 41/316 . . . . door
dampfase-afzetting [13]
H 01 L 41/317 . . . . door
vloeistoffase-afzetting [13]
H 01 L 41/318 . . . . . door sol-gelafzetting [13,14]
H 01 L 41/319 . . . . gebruikmakend
van tussenlagen, bijv. voor groeicontrole [13]
H 01 L 41/33 . . Vormen of bewerken van
piëzo-elektrische of elektrostrictieve lichamen [13]
H 01 L 41/331 . . . door coaten of afzetten gebruikmakend van
maskers, bijv. lift-off [13]
H 01 L 41/332 . . . door etsen, bijv. lithografie [13]
H 01 L 41/333 . . . door gieten of extruderen [13]
H 01 L 41/335 . . . door bewerken [13]
H 01 L 41/337 . . . . door
polijsten of schuren [13]
H 01 L 41/338 . . . . door
snijden of in blokjes snijden [13]
H 01 L 41/339 . . . . door
ponsen [13]
H 01 L 41/35 . . Vormen van piëzo-elektrische of elektrostrictieve
materialen [13]
H 01 L 41/37 . . . Composietmaterialen [13]
H 01 L 41/39 . . . Anorganische materialen [13]
H 01 L 41/41 . . . . door
smelten [13]
H 01 L 41/43 . . . . door
sinteren [13]
H 01 L 41/45 . . . Organische materialen [13]
H 01 L 41/47 . Speciaal aangepaste processen of apparatuur voor het
samenstellen, maken of behandelen van magnetostrictieve apparaten of van delen
daarvan [13]
H 01 L 43/00 Inrichtingen waarbij gebruik
wordt gemaakt van galvano-magnetische of soortgelijke magnetische effecten;
Speciaal aangepaste processen of apparatuur voor het maken of behandelen
daarvan of van delen daarvan
(inrichtingen die bestaan uit meerdere halfgeleidercomponenten die worden
gevormd in of op een gemeenschappelijk substraat H01L 27/00) [2,8,9]
H 01 L 43/02 . Details [2]
H 01 L 43/04 . . van Hall-inrichtingen [2]
H 01 L 43/06 . Hall-inrichtingen [2]
H 01 L 43/08 . Door een magnetisch veld geregelde weerstanden [2]
H 01 L 43/10 . Selectie van materialen [2]
H 01 L 43/12 . Speciaal aangepaste processen of apparatuur voor het maken of
behandelen van deze inrichtingen of van delen daarvan [2,8,9]
H 01 L 43/14 . . voor Hall-inrichtingen [2]
H 01 L 45/00 Speciaal aangepaste
halfgeleiderapparatuur voor het gelijkrichten, versterken, oscilleren of
schakelen zonder potentiaalsprongbarrière of oppervlaktebarrière, bijv.
diëlectrische trioden; Ovshinsky-inrichtingen; Speciaal aangepaste processen of
apparatuur voor het maken of behandelen daarvan of van delen daarvan (inrichtingen die bestaan uit meerdere
halfgeleidercomponenten die worden gevormd in of op een gemeenschappelijk
substraat H01L 27/00; inrichtingen waarbij gebruik wordt gemaakt van
supergeleiding of hypergeleiding H01L 39/00; piëzo-elektrische elementen H01L
41/00; inrichtingen met negatieve massaweerstand H01L 47/00) [2,8]
H 01 L 45/02 . Halfgeleiderapparatuur met lopende golf [2]
H 01
L 47/00 Inrichtingen met negatieve massaweerstand, bijv.
Gunn-inrichtingen; Speciaal aangepaste processen of apparatuur voor het maken
of behandelen daarvan of van delen daarvan (inrichtingen die
bestaan uit meerdere halfgeleidercomponenten die worden gevormd in of op een
gemeenschappelijk substraat H01L 27/00) [2,8]
H 01 L 47/02 . Gunn-inrichtingen [2]
H 01
L 49/00 Halfgeleiderapparatuur die niet valt onder de
groepen H01L 27/00 tot H01L 47/00 en H01L 51/00, en die niet in een andere
subklasse is ondergebracht; Speciaal aangepaste processen of apparatuur voor
het maken of behandelen daarvan of van delen daarvan [2,8,9]
H 01 L 49/02 . Inrichtingen in de vorm van een dunne of dikke film [2]
H 01 L 51/00 Halfgeleiderapparatuur
gebruikmakend van organische materialen als het actieve deel, of waarbij
gebruik wordt gemaakt van een combinatie van organische materialen met andere
materialen als het actieve deel; Speciaal aangepaste processen of apparatuur
voor het maken of behandelen van dergelijke inrichtingen of van delen daarvan (inrichtingen bestaande uit meerdere componenten die
zijn gevormd in of op een gezamenlijk substraat H01L 27/28; thermo-elektrische
inrichtingen gebruikmakend van organisch materiaal H01L 35/00 of H01L 37/00;
piëzo-elektrische, elektrostrictieve of magnetostrictieve elementen
gebruikmakend van organisch materiaal H01L 41/00) [6,8]
H 01 L 51/05 . speciaal aangepast voor het gelijkrichten, versterken, oscilleren
of schakelen, en met tenminste één potentiaalsprongbarrière of
oppervlaktebarrière; Condensatoren of weerstanden met tenminste één
potentiaalsprongbarrière of oppervlaktebarrière [8]
H 01 L 51/10 . . Details van
inrichtingen [6,8]
H 01 L 51/30 . . Selectie van materialen
[6]
H 01 L 51/40 . Speciaal aangepaste processen of apparatuur voor het maken of
behandelen van dergelijke inrichtingen of van delen daarvan [6]
H 01 L 51/42 . speciaal aangepast voor het aftasten van infraroodstraling,
licht, elektromagnetische straling van kortere golflengte of lichaamsstraling;
speciaal aangepast voor ofwel het omzetten van de energie van dergelijke
straling in elektrische energie, ofwel het regelen van elektrische energie bij
dergelijke straling [8]
H 01 L 51/44 . . Details van
inrichtingen [8]
H 01 L 51/46 . . Keuze van materialen [8]
H 01 L 51/48 . . Speciaal aangepaste
processen of apparatuur voor het maken of behandelen van dergelijke
inrichtingen of delen daarvan [8]
H 01 L 51/50 . speciaal aangepast voor lichtuitstraling, bijv. organische
licht-uitstralende diodes (OLED) of polymere licht-uitstralende inrichtingen
(PLED) (organische halfgeleiderlasers H01S 5/36) [8]
H 01 L 51/52 . . Details van
inrichtingen [8]
H 01 L 51/54 . . Keuze van materialen [8,9]
H 01 L 51/56 . . Speciaal aangepaste
processen of apparatuur voor het maken of behandelen van dergelijke
inrichtingen of delen daarvan [8]