SECTIE H ELEKTRICITEIT
Deze
Aantekeningen dekken de basisprincipes en algemene instructies voor het gebruik
van Sectie H.
I.
Onder Sectie H vallen:
a)
elektrische basiselementen, waaronder alle elektrische eenheden en
de algemene mechanische structuur van apparatuur en schakelingen vallen,
inclusief de samenstelling van diverse basiselementen tot wat worden genoemd
gedrukte schakelingen (printed circuits), en tevens tot op zekere hoogte het
maken van deze elementen (voorzover niet elders ondergebracht);
b)
het opwekken van elektriciteit, waaronder de opwekking, omzetting
en distributie van elektriciteit vallen samen met het regelen van de
overeenkomstige toestellen;
c)
toegepaste elektriciteit, waaronder vallen:
(i)
algemene gebruikstechnieken, nl. die van elektrische verwarming en
elektrische verlichtingsschakelingen;
(ii)
enige speciale gebruikstechnieken, hetzij elektrisch hetzij
elektronisch in strikte zin, die niet vallen onder andere Secties van de
Classificatie, inclusief:
1.
elektrische lichtbronnen, inclusief lasers;
2.
elektrische röntgentechniek;
3.
elektrische plasmatechniek, en de opwekking en versnelling van
elektrisch geladen deeltjes of neutronen;
d)
elektronische basisschakelingen en hun regeling;
e)
radio of elektrische communicatietechniek;
f)
het gebruik van een specifiek materiaal voor het maken van het
beschreven artikel of element. In dit verband moet gewezen worden op de
paragrafen 88 tot 90 van de Gids.
II.
In deze Sectie worden de volgende algemene regels toegepast:
a.
Met inachtneming van de uitzonderingen zoals zoals vermeld onder
I© hierboven, wordt elk elektrisch aspect of deel dat hoort bij een bepaalde
apparatuur of werking, of een bepaald proces, object of artikel, geklasseerd in
één van de Secties van de Classificatie anders dan in Sectie H, altijd
geklasseerd in de subklasse voor die apparatuur of werking, of dat proces,
object of artikel. Daar waar gezamelijke kenmerken met betrekking tot
technische onderwerpen van overeenkomstige aard zijn uitgebracht op
klasseniveau, is het elektrische aspect of deel, in overeenstemming met de
apparatuur of werking, of het proces, object of artikel, geklasseerd in een
subklasse waaronder de algemene elektrische toepassingen voor het technische
onderwerp in kwestie geheel vallen;
b.
The hierboven onder (a) bedoelde elektrische toepassingen,
algemeen of specifiek, houden in:
i.
de therapeutische processen en apparatuur, in klasse A61;
ii.
de elektrische processen en apparatuur die worden gebruikt in
verschillende laboratoriumacitiviteiten en industriële activiteiten, in de
klassen B01 en B03, en in subklasse B23K;
iii.
de elektriciteitstoevoer, en de elektrische aandrijving en
verlichting bij voertuigen in het algemeen en bij bijzondere voertuigen, in de
subsectie “Transport” van Sectie B;
iv.
de elektrische ontstekingssystemen van verbrandingsmotoren, in
subklasse F02P, en van verbrandingsapparatuur in het algemeen, in subklasse
F23Q;
v.
het gehele elektrische gedeelte van Sectie G, d.w.z.
meetinrichtingen inclusief apparatuur voor het meten van elektrische
variabelen, het controleren, het signaleren en het berekenen. Elektriciteit in
die Sectie wordt in het algemeen gezien als middel en niet als einddoel op
zich;
c.
Alle elektrische toepassingen, zowel algemeen als specifiek,
veronderstellen dat de elektrische basisaspecten in Sectie H voorkomt (zie I(a)
hierboven) voor wat betreft de elektrische basiselementen die zij bevatten.
Deze regel geldt ook voor toegepaste elektriciteit zoals bedoeld onder I(c)
hierboven, die zelf onder Sectie H valt.
III.
In deze Sectie komen de volgende speciale gevallen voor:
a.
Onder de algemene toepassingen die onder andere Secties dan Sectie
H vallen, is het vermeldenswaard, dat elektrische verwarming in het algemeen
valt onder de subklassen F24D en F24H, of klasse F27, en dat elektrische
verlichting in het algemeen gedeeltelijk valt onder klasse F21, omdat er in
Sectie H (zie I(c) hierboven) plaatsen zijn in subklasse H05B waaronder
dezelfde technische onderwerpen vallen;
b.
In de beide gevallen waarover onder (a) hierboven wordt gesproken,
vallen onder de subklassen van Sectie F die gaan over de respectievelijke
onderwerpen, in hoofdzaak in de eerste plaats het gehele mechanische gedeelte
van de apparatuur of inrichtingen, terwijl het elektrische gedeelte als zodanig
valt onder subklasse H05B;
c.
In het geval van verlichting moet onder dit mechanische gedeelte
de materiaalopstelling van de verschillende elektrische elementen vallen,
d.w.z. hun geometrische of fysieke positie ten opzichte van elkaar; dit aspect
valt onder de subklassen van klasse F21, de elementen zelf en de primaire schakelingen blijven in Sectie H. Hetzelfde geldt voor
elektrische lichtbronnen, als zij zijn gecombineerd met lichtbronnen van een
ander soort. Deze vallen onder subklasse H05B, terwijl de fysieke opstelling
die de combinatie vormt valt onder de subklassen van klasse F21; [16]
d.
Met betrekking tot verwarming vallen niet
alleen de elektrische elementen en schakelontwerpen als
zodanig onder subklasse H05B, maar ook de elektrische aspecten van hun opstelling,
daar waar het zaken met een algemene toepassing betreft; elektrische ovens
worden op zich beschouwd. De fysieke plaatsing van de elektrische elementen in
ovens valt onder Sectie F. Als een vergelijk wordt gemaakt met elektrische
lasschakelingen, die in samenhang met lassen vallen onder subklasse B23K,
blijkt dat elektrische verwarming niet valt onder de algemene regel zoals
vermeld onder II hierboven.
H 02 OPWEKKEN,
OMZETTEN OF DISTRIBUEREN VAN ELEKTRISCH VERMOGEN
H 02 M APPARATUUR
VOOR OMZETTING TUSSEN WISSELSTROOM EN WISSELSTROOM, TUSSEN WISSELSTROOM EN
GELIJKSTROOM OF TUSSEN GELIJKSTROOM EN GELIJKSTROOM, EN VOOR GEBRUIK MET
HOOFDLEIDINGSTELSELS OF SOORTGELIJKE VERMOGENSTOEVOERSYSTEMEN; OMZETTEN VAN
GELIJKSTROOMINVOER OF WISSELSTROOMINVOER IN GOLVEND UITVOERVERMOGEN; REGELEN
DAARVAN (speciaal aangepaste omzetting van stroom of spanning voor
gebruik in elektronische uurwerken zonder bewegende delen G04G 19/02; systemen
voor het regelen van elektrische of magnetische variabelen in het algemeen,
bijv. gebruikmakend van transformatoren, zelfinducties of smoorspoelen,
combinatie van dergelijke systemen met statische omvormers G05F; voor digitale
computers G06F 1/00; transformatoren H01F; koppelen of regelen van één omzetter
met betrekking tot het gezamenlijk bedienen met een soortgelijke of andere
voedingsbron H02J; dynamo-elektrische omvormers H02K 47/00; regelen van
transformatoren, zelfinducties of smoorspoelen, regelen van elektromotoren,
elektrische generatoren of dynamo-elektrische omvormers H02P; puls-generatoren
H03K) [4,5]
Aantekeningen
(1) Deze subklasse dekt alleen circuits of
apparatuur voor het omzetten van elektrisch vermogen, of voorzieningen voor het
regelen van dergelijke circuits of apparatuur.
(2) Deze subklasse dekt niet de afzonderlijke
elektrotechnische inrichtingen die worden gebruikt bij het omzetten van
elektrisch vermogen. Dergelijke inrichtingen vallen onder de relevante
subklassen, bijv. inductieklossen, transformatoren H01F, condensatoren,
elektrolytische gelijkrichters H01G, ontladingsbuizen met kwikdampgelijkrichter
of andere ontladingsbuizen H01J, halfgeleiderinrichtingen H01L,
impedantienetwerken of resonantiecircuits die niet primair bedoeld zijn voor
het overdragen van elektrisch vermogen H03H.
(3) In deze subklasse wordt de volgende term
gebruikt met de aangegeven betekenis:
- “omzetting”, met betrekking tot een
elektrische variabele, bijv. spanning of stroom, betekent het veranderen van
één of meer parameters van de variabele, bijv. de amplitude, frequentie, fase
of polariteit. [4]
H 02 M 1/02 . Speciaal aangepaste circuits voor het opwekken van
roosterstuurspanningen of ontstekerstuurspanningen voor ontladingsbuizen die
deel uitmaken van statische omvormers
H 02 M 1/04 . . voor buizen met
roostersturing
H 02 M 1/06 . Speciaal aangepaste circuits voor het niet-geleidend maken van
gasontladingsbuizen of soortgelijke halfgeleiderinrichtingen, bijv. thyratrons of thyristors [2]
H 02 M 1/08 . Speciaal aangepaste circuits voor het opwekken van
stuurspanningen voor halfgeleiderinrichtingen die deel uitmaken van statische
omvormers
H 02 M
1/084 . . gebruikmakend
van een regelcircuit dat hoort bij diverse fasen van een meerfasensysteem [4]
H 02 M
1/088 . . voor
het gelijktijdig regelen van in serie of parallel geschakelde
halfgeleiderinrichtingen [4]
H 02 M
1/092 . . . waarbij de regelsignalen optisch worden
overgebracht [4]
H 02 M
1/096 . . . waarbij de vermogenstoevoer van het regelcircuit
parallel is verbonden met het hoofdschakelelement (H02M 1/092 heeft voorrang) [4]
H 02 M 1/10 . Voorzieningen met omzetmiddelen voor het naar wens kunnen werken
met belastingen uit verschillende soorten vermogenstoevoer, bijv. uit
wisselstroom of gelijkstroom
H 02 M 1/12 . Voorzieningen voor het verminderen van harmonische trillingen uit
wisselstroominvoer of wisselstroomuitvoer
H 02 M 1/14 . Voorzieningen voor het verminderen van rimpelspanningen uit
gelijkstroominvoer of gelijkstroomuitvoer
H 02 M 1/15 . . gebruikmakend van
actieve elementen [4]
H 02 M 1/16 . Middelen die zorgen voor het opschakelen van de stroom, bijv. met
een verzadigbare zelfinductie
H 02 M 1/20 . Contactmechanismen van dynamische omvormers
H 02 M 1/22 . . met collectoren en
borstels
H 02 M 1/24 . . met rolcontacten of
tuimelcontacten
H 02 M 1/26 . . met nokkencontacten
H 02 M 1/28 . . met elektromagnetisch
bediende trilcontacten
H 02 M 1/30 . . met vloeistofcontacten
H 02 M 1/32 . Middelen voor het beschermen van omvormers anders dan door
automatische uitschakeling (speciaal aangepaste
noodbeschermingscircuitvoorzieningen voor omvormers met automatische
uitschakeling H02H 7/10) [8]
H 02 M 1/34 . . Dempingsschakelingen (“snubber circuits”) [8]
H 02 M 1/36 . Middelen voor het inschakelen of uitschakelen van omvormers [8]
H 02 M 1/38 . Middelen voor het voorkomen van gelijktijdige doorgeleiding van
schakelaars [8]
H 02 M 1/40 . Middelen voor het voorkomen van magnetische verzadiging [8]
H 02 M 1/42 . Schakelingen of voorzieningen voor het compenseren voor, of het
verstellen van, de vermogensfactor in omvormers [8]
H 02 M 1/44 . Schakelingen of voorzieningen voor het compenseren voor
elektromagnetische interferentie in omvormers [8]
H 02 M 3/02 . zonder tussenliggende omzetting in wisselstroom
H 02 M 3/04 . . door statische
omvormers
H 02 M 3/06 . . . gebruikmakend van weerstanden of
condensatoren, bijv. een spanningsdeler
H 02 M 3/07 . . . . gebruikmakend
van condensatoren die afwisselend worden belast of ontlast door
halfgeleiderinrichtingen met stuurelektrode [4]
H 02 M 3/08 . . . gebruikmakend van ontladingsbuizen of
halfgeleiderinrichtingen zonder stuurelektrode
H 02 M 3/10 . . . gebruikmakend van ontladingsbuizen of
halfgeleiderinrichtingen met stuurelektrode (H02M 3/07 heeft voorrang) [4]
H 02 M
3/125 . . . . gebruikmakend
van thyratron-inrichtingen of thyristor-inrichtingen waarvoor
blusmiddelen nodig zijn [2]
H 02 M 3/13 . . . . . gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen [2]
H 02 M
3/135 . . . . . gebruikmakend van alleen
halfgeleiderinrichtingen [2]
H 02 M
3/137 . . . . . . waarbij
de uitvoerspanning of uitvoerstroom automatisch wordt geregeld, bijv.
schakelregelaars [4]
H 02 M
3/139 . . . . . . . met digitale regeling [4]
H 02 M
3/142 . . . . . . . met meerdere halfgeleiderinrichtingen als
uiteindelijke regelinrichtingen voor één belasting [4]
H 02 M
3/145 . . . . gebruikmakend
van triode-inrichtingen of transistorinrichtingen waarvoor een continue
toepassing van regelsignalen nodig is [2]
H 02 M 3/15 . . . . . gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen [2]
H 02 M
3/155 . . . . . gebruikmakend van alleen
halfgeleiderinrichtingen [2]
H 02 M
3/156 . . . . . . waarbij
de uitvoerspanning of de uitvoerstroom automatisch wordt geregeld, bijv.
schakelregelaars [4]
H 02 M
3/157 . . . . . . . met digitale regeling [4]
H 02 M
3/158 . . . . . . . met meerdere halfgeleiderinrichtingen als
uiteindelijke regelinrichtingen voor één belasting [4]
H 02 M 3/16 . . door dynamische
omvormers
H 02 M 3/18 . . . gebruikmakend van condensatoren of
batterijen die afwisselend worden belast en ontlast, bijv. parallel belast en
in serie ontlast
H 02 M 3/20 . . door een combinatie van
statische met dynamische omvormers; door een combinatie van dynamo-elektrische
met andere dynamische of statische omvormers
H 02 M 3/22 . met tussenliggende omzetting in wisselstroom
H 02 M 3/24 . . door statische
omvormers
H 02 M 3/26 . . . gebruikmakend van ontladingsbuizen of
halfgeleiderinrichtingen zonder stuurelektrode voor het produceren van de
tussenliggende wisselstroom
H 02 M 3/28 . . . met ontladingsbuizen of
halfgeleiderinrichtingen met stuurelektrode voor het produceren van de
tussenliggende wisselstroom
H 02 M
3/305 . . . . gebruikmakend
van thyratron-inrichtingen of thyristor-inrichtingen waarvoor
blusmiddelen nodig zijn [2]
H 02 M 3/31 . . . . . gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen [2]
H 02 M
3/315 . . . . . gebruikmakend van alleen
halfgeleiderinrichtingen [2]
H 02 M
3/325 . . . . gebruikmakend
van triode-inrichtingen of transistor-inrichtingen waarvoor een continue
toepassing van regelsignalen nodig is [2]
H 02 M 3/33 . . . . . gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen [2]
H 02 M
3/335 . . . . . gebruikmakend van alleen
halfgeleiderinrichtingen [2]
H 02 M
3/337 . . . . . . in
een push-pull opstelling [4]
H 02 M
3/338 . . . . . . in
een zelf-oscillerende opstelling (H02M 3/337 heeft voorrang) [4]
H 02 M 3/34 . . door dynamische
omvormers
H 02 M 3/36 . . . gebruikmakend van mechanische delen voor het
progressief selecteren of het continu variëren van de invoerpotentiaal
H 02 M 3/38 . . . gebruikmakend van mechanische
contact-makende en contact-verbrekende delen voor het onderbreken van één
potentiaal
H 02 M 3/40 . . . . waarin
de delen roteren, en collectoren samenwerken met borstels of rollen
H 02 M 3/42 . . . . met
elektromagnetisch bediende trilcontacten, bijv. een chopper (zelfonderbrekers in het algemeen H01H 51/34)
H 02 M 3/44 . . door een combinatie van
statische met dynamische omvormers; door een combinatie van dynamo-elektrische
met andere dynamische of statische omvormers
H 02 M 5/00 Omzetten van
wisselstroomvermogensinvoer naar wisselstroomvermogensuitvoer, bijv. voor het veranderen
van de spanning, de frequentie of het aantal fasen
H 02 M 5/02 . zonder tussenliggende omzetting naar gelijkstroom
H 02 M 5/04 . . door statische
omvormers (regelen van transformatoren, zelfinducties of smoorspoelen, bijv.
door het wisselen van aftakking, H02P 13/00) [4]
H 02 M 5/06 . . . gebruikmakend van impedanties
H 02 M 5/08 . . . . gebruikmakend
van alleen condensatoren
H 02 M 5/10 . . . gebruikmakend van transformatoren
H 02 M 5/12 . . . . voor
het alleen omzetten van spanningsamplitude of stroomamplitude
H 02 M 5/14 . . . . voor
omzetting tussen circuits met verschillende fasegetallen
H 02 M 5/16 . . . . voor
het omzetten van frequentie
H 02 M 5/18 . . . . voor
het omzetten van golfvorm
H 02 M 5/20 . . . gebruikmakend van ontladingsbuizen of
halfgeleiderinrichtingen zonder stuurelektrode
H 02 M 5/22 . . . gebruikmakend van ontladingsbuizen of
halfgeleiderinrichtingen met stuurelektrode
H 02 M 5/25 . . . . gebruikmakend
van thyratron-inrichtingen of thyristor-inrichtingen waarvoor
blusmiddelen nodig zijn (H02M 5/27 heeft voorrang) [2]
H 02 M
5/253 . . . . . gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen [2]
H 02 M
5/257 . . . . . gebruikmakend van alleen
halfgeleiderinrichtingen [2]
H 02 M 5/27 . . . . . voor het omzetten van frequentie [2]
H 02 M
5/275 . . . . gebruikmakend
van triode-inrichtingen of transistorinrichtingen waarvoor een continue
toepassing van regelsignalen nodig is (H02M 5/297 heeft voorrang) [2]
H 02 M 5/29 . . . . . gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen [2]
H 02 M
5/293 . . . . . gebruikmakend van alleen
halfgeleiderinrichtingen [2]
H 02 M
5/297 . . . . . voor het omzetten van frequentie [2]
H 02 M 5/32 . . door dynamische
omvormers
H 02 M 5/34 . . . gebruikmakend van mechanische
contact-makende en contact-verbrekende delen
H 02 M 5/36 . . . . waarin
de delen roteren, en collectoren samenwerken met borstels of rollen
H 02 M 5/38 . . door een combinatie van
statische met dynamische omvormers; door een combinatie van dynamo-elektrische
met andere dynamische of statische omvormers
H 02 M 5/40 . met tussenliggende omzetting in gelijkstroom
H 02 M 5/42 . . door statische
omvormers
H 02 M 5/44 . . . gebruikmakend van ontladingsbuizen of halfgeleiderinrichtingen
voor het tussentijds omzetten van gelijkstroom in wisselstroom
H 02 M
5/443 . . . . gebruikmakend
van thyratron-inrichtingen of thyristor-inrichtingen waarvoor
blusmiddelen nodig zijn [2]
H 02 M
5/447 . . . . . gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen [2]
H 02 M 5/45 . . . . . gebruikmakend van alleen
halfgeleiderinrichtingen [2]
H 02 M
5/451 . . . . . . waarbij
de uitvoerspanning of uitvoerfrequentie automatisch wordt geregeld [4]
H 02 M
5/452 . . . . . . waarbij
de golfvorm van de uitvoer automatisch wordt geregeld [4]
H 02 M
5/453 . . . . gebruikmakend
van triode-inrichtingen of transistorinrichtingen waarvoor een continue
toepassing van regelsignalen nodig is [2]
H 02 M
5/456 . . . . . gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen [2]
H 02 M
5/458 . . . . . gebruikmakend van alleen
halfgeleiderinrichtingen [2]
H 02 M 5/46 . . door dynamische
omvormers
H 02 M 5/48 . . door een combinatie van
statische met dynamische omvormers; door een combinatie van dynamo-elektrische
met andere dynamische of statische omvormers
H 02 M 7/02 . Omzetten van wisselstroomvermogensinvoer in gelijkstroomvermogensuitvoer
zonder omkeermogelijkheid
H 02 M 7/04 . . door statische
omvormers
H 02 M 7/06 . . . gebruikmakend van ontladingsbuizen of
halfgeleiderinrichtingen zonder stuurelektrode
H 02 M 7/08 . . . . aangebracht
voor parallelle werking
H 02 M 7/10 . . . . aangebracht
voor seriële werking, bijv. als voorschakelweerstand
H 02 M 7/12 . . . gebruikmakend van ontladingsbuizen of
halfgeleiderinrichtingen met stuurelektrode
H 02 M
7/145 . . . . gebruikmakend
van thyratron-inrichtingen of thyristor-inrichtingen waarvoor
blusmiddelen nodig zijn [2,4]
H 02 M 7/15 . . . . . gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen [2]
H 02 M
7/155 . . . . . gebruikmakend van alleen
halfgeleiderinrichtingen [2]
H 02 M
7/162 . . . . . . in
een brugopstelling [4]
H 02 M 7/17 . . . . . . aangebracht
voor parallelle werking [2,4]
H 02 M 7/19 . . . . . . aangebracht
voor seriële werking, bijv. als voorschakelweerstand [2,4]
H 02 M 7/21 . . . . gebruikmakend
van triode-inrichtingen of transistorinrichtingen waarvoor een continue
toepassing van regelsignalen nodig is [2,4]
H 02 M
7/213 . . . . . gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen [2]
H 02 M
7/217 . . . . . gebruikmakend van alleen
halfgeleiderinrichtingen [2]
H 02 M
7/219 . . . . . . in
een brugopstelling [4]
H 02 M 7/23 . . . . . . aangebracht
voor parallelle werking [2,4]
H 02 M 7/25 . . . . . . aangebracht
voor seriële werking, bijv. als voorschakelweerstand [2,4]
H 02 M 7/26 . . . gebruikmakend van inrichtingen met open
vonk, bijv. een Marx-gelijkrichter
H 02 M 7/28 . . . gebruikmakend van elektrolytische
gelijkrichters
H 02 M 7/30 . . door dynamische
omvormers
H 02 M 7/32 . . . gebruikmakend van mechanische
contact-makende en contact-verbrekende delen
H 02 M 7/34 . . . . waarin
de delen roteren, en collectoren samenwerken met borstels of rollen
H 02 M 7/36 . . . . met
elektromagnetisch bediende trilcontacten, bijv. een chopper (zelfonderbrekers in het algemeen H01H 51/34)
H 02 M 7/38 . . . gebruikmakend van één of meer vonkelektroden
die roteren over tegenelektroden
H 02 M 7/40 . . door een combinatie van
statische met dynamische omvormers; door een combinatie van dynamo-elektrische
met andere dynamische of statische omvormers
H 02 M 7/42 . Omzetten van gelijkstroomvermogensinvoer in
wisselstroomvermogensuitvoer zonder omkeermogelijkheid
H 02 M 7/44 . . door statische
omvormers
H 02 M 7/46 . . . gebruikmakend van ontladingsbuizen zonder
stuurelektrode of halfgeleiderinrichtingen zonder stuurelektrode
H 02 M 7/48 . . . gebruikmakend van ontladingsbuizen met
stuurelektrode of halfgeleiderinrichtingen met stuurelektrode [8]
H 02 M
7/483 . . . . Omvormers
met vermogens die elk twee of meer spanningsniveaus kunnen hebben [8]
H 02 M
7/487 . . . . . Omvormers die om een neutraal punt zijn
ingeklemd [8]
H 02 M 7/49 . . . . . Combinatie van de
vermogensspanning-golfvormen van meerdere omvormers [8]
H 02 M
7/493 . . . . waarbij
de statische omvormers zijn opgesteld voor parallelle werking [8]
H 02 M
7/497 . . . . waarbij
de sinusvormige vermogensspanningen worden verkregen door combineren van
meerdere spanningen uit fase [8]
H 02 M
7/501 . . . . waarbij
de sinusvormige vermogensspanningen worden verkregen door combineren van
meerdere puls-spanningen met verschillende amplitude en breedte [8]
H 02 M
7/505 . . . . gebruikmakend
van thyratron-inrichtingen of thyristor-inrichtingen waarvoor
blusmiddelen nodig zijn [2]
H 02 M 7/51 . . . . . gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen [2]
H 02 M 7/515 . . . . . gebruikmakend van alleen
halfgeleiderinrichtingen [2,8]
H 02 M
7/516 . . . . . . Zelf-oscillerende
voorzieningen [8]
H 02 M
7/517 . . . . . . met
een speciale startuitrusting [4]
H 02 M
7/519 . . . . . . in push-pull opstelling (H02M 7/517
heeft voorrang) [4]
H 02 M
7/521 . . . . . . in
een brugopstelling [4]
H 02 M
7/523 . . . . . . met
een LC-resonantiecircuit in het hoofdcircuit [4]
H 02 M
7/525 . . . . . . waarbij
de golfvorm of frequentie van de uitvoer automatisch wordt geregeld (H02M 7/517
tot H02M 7/523 hebben voorrang) [4]
H 02 M
7/527 . . . . . . . door pulsbreedte-modulatie [4]
H 02 M
7/529 . . . . . . . . gebruikmakend
van digitale regeling [4]
H 02 M 7/53 . . . . gebruikmakend
van triode-inrichtingen of transistorinrichtingen waarvoor een continue
toepassing van regelsignalen nodig is [2]
H 02 M
7/533 . . . . . gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen [2]
H 02 M
7/537 . . . . . gebruikmakend van alleen
halfgeleiderinrichtingen, bijv. enkelvoudig geschakelde pulsomkeerders [2,9]
H 02 M
7/5375 . . . . . . met
een speciale startrusting [4]
H 02 M
7/538 . . . . . . in
push-pull opstelling (H02M 7/5375
heeft voorrang) [4,8]
H 02 M
7/5381 . . . . . . . Parallelle opstelling [8]
H 02 M
7/5383 . . . . . . in
een zelf-oscillerende opstelling (H02M 7/538 heeft voorrang) [4,8]
H 02 M
7/53838 . . . . . . . gebruikmakend
van één enkel transmissiekanaal [8]
H 02 M
7/53846 . . . . . . . Stuurschakelingen
[8]
H 02 M 7/53854
. . . . . . . . gebruikmakend van thyristor-omvormers [8]
H 02 M
7/53862 . . . . . . . . gebruikmakend van transistoromvormers [8]
H 02 M
7/5387 . . . . . . in
een brugopstelling [4,8]
H 02 M
7/5388 . . . . . . . met een asymmetrische opstelling van
schakelaars [8]
H 02 M
7/539 . . . . . . waarbij
de golfvorm of frequentie van de uitvoer automatisch wordt geregeld (H02M
7/5375 tot H02M 7/5387 hebben voorrang) [4]
H 02 M
7/5395 . . . . . . . door pulsbreedte-modulatie [4]
H 02 M 7/54 . . door dynamische
omvormers
H 02 M 7/56 . . . gebruikmakend van mechanische delen voor het
progressief selecteren of continu variëren van de invoerpotentiaal
H 02 M 7/58 . . . gebruikmakend van mechanische contact-makende
en contact-verbrekende delen voor het onderbreken van een potentiaal
H 02 M 7/60 . . . . waarin
de delen roteren, en collectoren samenwerken met borstels of rollen
H 02 M 7/62 . . . . met
elektromagnetisch bediende trilcontacten, bijv. een chopper (zelfonderbrekers in het algemeen H01H 51/34)
H 02 M 7/64 . . door een combinatie van
statische met dynamische omvormers; door een combinatie van dynamo-elektrische
met andere dynamische of statische omvormers
H 02 M 7/66 . met omkeermogelijkheid
H 02 M 7/68 . . door statische
omvormers
H 02 M 7/70 . . . gebruikmakend van ontladingsbuizen of
halfgeleiderinrichtingen zonder stuurelektrode
H 02 M 7/72 . . . gebruikmakend van ontladingsbuizen of
halfgeleiderinrichtingen met stuurelektrode
H 02 M 7/75 . . . . gebruikmakend
van thyratron-inrichtingen of thyristor-inrichtingen waarvoor
blusmiddelen nodig zijn (H02M 7/77 heeft voorrang) [2]
H 02 M
7/753 . . . . . gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen [2]
H 02 M
7/757 . . . . . gebruikmakend van alleen halfgeleider
inrichtingen [2]
H 02 M
7/758 . . . . . . waarbij
de golfvorm of frequentie van de uitvoer automatisch wordt geregeld [4]
H 02 M 7/77 . . . . . aangebracht voor parallelle werking [2]
H 02 M 7/79 . . . . gebruikmakend
van triode-inrichtingen of transistorinrichtingen waarvoor een continue
toepassing van regelsignalen nodig is (H02M 7/81 heeft voorrang) [2]
H 02 M
7/793 . . . . . gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen [2]
H 02 M
7/797 . . . . . gebruikmakend van alleen
halfgeleiderinrichtingen [2]
H 02 M 7/81 . . . . . aangebracht voor parallelle werking [2]
H 02 M 7/82 . . . gebruikmakend van inrichtingen met open
vonk, bijv. een Marx-gelijkrichter
H 02 M 7/84 . . . gebruikmakend van elektrolytische gelijkrichters
H 02 M 7/86 . . door dynamische
omvormers
H 02 M 7/88 . . . gebruikmakend van mechanische delen voor het
progressief selecteren of continu variëren van de invoerpotentiaal
H 02 M 7/90 . . . gebruikmakend van mechanische contact-makende
en contact-verbrekende delen voor het onderbreken van een potentiaal
H 02 M 7/92 . . . . waarin
de delen roteren, en collectoren samenwerken met borstels of rollen
H 02 M 7/94 . . . . waarin
de delen worden bediend door roterende nokken of nokvormige inrichtingen
H 02 M 7/95 . . . . met
elektromagnetisch bediende trilcontacten, bijv. een chopper (zelfonderbrekers in het algemeen H01H 51/34)
H 02 M 7/96 . . . . met
bewegende vloeistofcontacten
H 02 M 7/98 . . door een combinatie van
statische met dynamische omvormers; door een combinatie van dynamo-elektrische
met andere dynamische of statische omvormers
H 02 M 9/00 Omzetten van
gelijkstroomvermogensinvoer of wisselstroomvermogensinvoer in een golvend
uitvoervermogen [2]
H 02 M 9/02 . met gelijkstroomvermogensinvoer [2]
H 02 M 9/04 . . gebruikmakend van
capacitieve geheugens [2]
H 02 M 9/06 . met wisselstroomvermogensinvoer [2]
H 02 M 11/00 Systemen
voor het omzetten van vermogen, voor zover niet vallend onder de andere groepen
van deze subklasse [4,8]