SECTIE H ELEKTRICITEIT
Deze
Aantekeningen dekken de basisprincipes en algemene instructies voor het gebruik
van Sectie H.
I.
Onder Sectie H vallen:
a)
elektrische basiselementen, waaronder alle elektrische eenheden en
de algemene mechanische structuur van apparatuur en schakelingen vallen,
inclusief de samenstelling van diverse basiselementen tot wat worden genoemd
gedrukte schakelingen (printed circuits), en tevens tot op zekere hoogte het
maken van deze elementen (voorzover niet elders ondergebracht);
b)
het opwekken van elektriciteit, waaronder de opwekking, omzetting
en distributie van elektriciteit vallen samen met het regelen van de
overeenkomstige toestellen;
c)
toegepaste elektriciteit, waaronder vallen:
(i)
algemene gebruikstechnieken, nl. die van elektrische verwarming en
elektrische verlichtingsschakelingen;
(ii)
enige speciale gebruikstechnieken, hetzij elektrisch hetzij
elektronisch in strikte zin, die niet vallen onder andere Secties van de
Classificatie, inclusief:
1.
elektrische lichtbronnen, inclusief lasers;
2.
elektrische röntgentechniek;
3.
elektrische plasmatechniek, en de opwekking en versnelling van
elektrisch geladen deeltjes of neutronen;
d)
elektronische basisschakelingen en hun regeling;
e)
radio of elektrische communicatietechniek;
f)
het gebruik van een specifiek materiaal voor het maken van het
beschreven artikel of element. In dit verband moet gewezen worden op de
paragrafen 88 tot 90 van de Gids.
II.
In deze Sectie worden de volgende algemene regels toegepast:
a.
Met inachtneming van de uitzonderingen zoals zoals vermeld onder
I© hierboven, wordt elk elektrisch aspect of deel dat hoort bij een bepaalde
apparatuur of werking, of een bepaald proces, object of artikel, geklasseerd in
één van de Secties van de Classificatie anders dan in Sectie H, altijd
geklasseerd in de subklasse voor die apparatuur of werking, of dat proces,
object of artikel. Daar waar gezamelijke kenmerken met betrekking tot
technische onderwerpen van overeenkomstige aard zijn uitgebracht op
klasseniveau, is het elektrische aspect of deel, in overeenstemming met de
apparatuur of werking, of het proces, object of artikel, geklasseerd in een
subklasse waaronder de algemene elektrische toepassingen voor het technische
onderwerp in kwestie geheel vallen;
b.
The hierboven onder (a) bedoelde elektrische toepassingen,
algemeen of specifiek, houden in:
i.
de therapeutische processen en apparatuur, in klasse A61;
ii.
de elektrische processen en apparatuur die worden gebruikt in
verschillende laboratoriumacitiviteiten en industriële activiteiten, in de
klassen B01 en B03, en in subklasse B23K;
iii.
de elektriciteitstoevoer, en de elektrische aandrijving en
verlichting bij voertuigen in het algemeen en bij bijzondere voertuigen, in de
subsectie “Transport” van Sectie B;
iv.
de elektrische ontstekingssystemen van verbrandingsmotoren, in
subklasse F02P, en van verbrandingsapparatuur in het algemeen, in subklasse
F23Q;
v.
het gehele elektrische gedeelte van Sectie G, d.w.z.
meetinrichtingen inclusief apparatuur voor het meten van elektrische
variabelen, het controleren, het signaleren en het berekenen. Elektriciteit in
die Sectie wordt in het algemeen gezien als middel en niet als einddoel op
zich;
c.
Alle elektrische toepassingen, zowel algemeen als specifiek,
veronderstellen dat de elektrische basisaspecten in Sectie H voorkomt (zie I(a)
hierboven) voor wat betreft de elektrische basiselementen die zij bevatten.
Deze regel geldt ook voor toegepaste elektriciteit zoals bedoeld onder I(c)
hierboven, die zelf onder Sectie H valt.
III.
In deze Sectie komen de volgende speciale gevallen voor:
a.
Onder de algemene toepassingen die onder andere Secties dan Sectie
H vallen, is het vermeldenswaard, dat elektrische verwarming in het algemeen
valt onder de subklassen F24D en F24H, of klasse F27, en dat elektrische
verlichting in het algemeen gedeeltelijk valt onder klasse F21, omdat er in
Sectie H (zie I(c) hierboven) plaatsen zijn in subklasse H05B waaronder
dezelfde technische onderwerpen vallen;
b.
In de beide gevallen waarover onder (a) hierboven wordt gesproken,
vallen onder de subklassen van Sectie F die gaan over de respectievelijke
onderwerpen, in hoofdzaak in de eerste plaats het gehele mechanische gedeelte
van de apparatuur of inrichtingen, terwijl het elektrische gedeelte als zodanig
valt onder subklasse H05B;
c.
In het geval van verlichting moet onder dit mechanische gedeelte
de materiaalopstelling van de verschillende elektrische elementen vallen,
d.w.z. hun geometrische of fysieke positie ten opzichte van elkaar; dit aspect
valt onder de subklassen van klasse F21, de elementen zelf en de primaire
schakelingen blijven in Sectie H. Hetzelfde geldt voor elektrische
lichtbronnen, als zij zijn gecombineerd met lichtbronnen van een ander soort. Deze
vallen onder subklasse H05B, terwijl de fysieke opstelling die de combinatie
vormt valt onder de subklassen van klasse F21; [16]
d.
Met
betrekking tot verwarming vallen niet alleen de elektrische elementen en
schakelontwerpen als zodanig onder subklasse H05B,
maar ook de elektrische aspecten van hun opstelling, daar waar het zaken met
een algemene toepassing betreft; elektrische ovens worden op zich beschouwd. De
fysieke plaatsing van de elektrische elementen in ovens valt onder Sectie F.
Als een vergelijk wordt gemaakt met elektrische lasschakelingen, die in
samenhang met lassen vallen onder subklasse B23K, blijkt dat elektrische
verwarming niet valt onder de algemene regel zoals vermeld onder II hierboven.
H 03 ELEKTRONISCHE BASISCIRCUITS
H 03 K PULSTECHNIEK (meten
van puls-karakteristieken G01R; moduleren van sinusvormige oscillaties met
pulsen H03C; verzenden van digitale informatie H04L; discriminatorcircuits voor
het detecteren van een faseverschil tussen twee signalen door tellen of
integreren van oscillatiecycli H03D 3/04; automatisch regelen, starten,
synchroniseren of stabiliseren van generatoren
van elektronische oscillaties of pulsen waarbij het soort generator niet
van belang of niet beschreven is H03L; coderen, decoderen of code-omzetting in
het algemeen H03M) [4,13]
Aantekeningen
(1) Deze subklasse dekt:
- methoden, circuits, inrichtingen of
apparatuur waarbij gebruik wordt gemaakt van actieve elementen die discontinu
of schakelend werken voor het opwekken, tellen, versterken, vormen, moduleren,
demoduleren of op een andere wijze manipuleren van signalen;
- elektronisch schakelen waarbij geen
sprake is van het maken of verbreken van contact;
- logische circuits die elektrische pulsen verwerken.
(2) In deze subklasse wordt de volgende
uitdrukking gebruikt met de aangegeven betekenis:
- een “actief element” zorgt voor het
regelen van de omzetting van invoerenergie in een oscillatie of een discontinue
energiestroom.
(3) In deze subklasse wordt, als de conclusies
van een octrooidocument niet beperkt zijn tot een specifiek circuitelement, het
document tenminste geklasseerd naar de elementen die worden gebruikt in de
beschreven uitvoering. [6]
H 03 K 3/00 Circuits voor het opwekken
van elektrische pulsen; Mono-stabiele, bi-stabiele of meervoudig stabiele
circuits (H03K 4/00 heeft voorrang; voor digitale functiegeneratoren in
computers G06F 1/02) [5,13]
H 03 K 3/01 . Details [3]
H 03 K 3/011 . . Modificeren
van de generator voor het compenseren voor variaties in fysische waarden, bijv.
spanning of temperatuur [6]
H 03 K
3/012 . . Modificeren
van de generator voor het verbeteren van de reactietijd of het verlagen van
stroomverbruik [6]
H 03 K
3/013 . . Modificeren
van de generator voor het voorkomen van ruis of interferentie [3]
H 03 K
3/014 . . Modificeren
van de generator voor het garanderen van het starten van oscillaties [6]
H 03 K
3/015 . . Modificeren
van de generator voor het constant houden van de energie [6]
H 03 K
3/017 . . Verstellen
van de breedte of de aan/uit-verhouding van pulsen (puls-breedtemodulatie H03K
7/08) [3]
H 03 K 3/02 . Generatoren die worden gekenmerkt door het soort circuit of door
de middelen die worden gebruikt voor het produceren van pulsen (H03K 3/64 tot
H03K 3/84 hebben voorrang)
H 03 K
3/021 . . door
het gebruik, als actieve elementen, van meer dan één soort element of middel,
bijv. BIMOS of samengestelde inrichtingen zoals IGBT [6]
H 03 K
3/023 . . door
het gebruik van differentiaalversterker of vergelijkende schakelingen, met
inwendige of uitwendige positieve terugkoppeling [3]
H 03 K
3/0231 . . . Niet-stabiele circuits [6]
H 03 K 3/0232 . . . Mono-stabiele circuits [6]
H 03 K 3/0233 . . . Bi-stabiele circuits [6]
H 03 K
3/0234 . . . Meervoudig stabiele circuits [6]
H 03 K
3/027 . . door
het gebruik van logische circuits, met inwendige of uitwendige positieve
terugkoppeling [3]
H 03 K 3/03 . . . Niet-stabiele circuits [3]
H 03 K 3/033 . . . Mono-stabiele circuits [3]
H 03 K 3/037 . . . Bi-stabiele circuits [3]
H 03 K
3/038 . . . Meervoudig stabiele circuits [6]
H 03 K 3/04 . . door het gebruik, als
actieve elementen, van alleen vacuümbuizen, met positieve terugkoppeling (H03K
3/023 en H03K 3/027 hebben voorrang) [3]
H 03 K 3/05 . . . gebruikmakend van andere middelen dan een
transformator voor de terugkoppeling
H 03 K 3/06 . . . . gebruikmakend
van tenminste twee buizen die zodanig gekoppeld zijn dat de invoer van de ene
wordt afgeleid van de uitvoer van een ander, bijv. een multivibrator
H 03 K 3/08 . . . . . niet-stabiel
H 03 K 3/09 . . . . . . Stabiliseren
van de uitvoer [2]
H 03 K 3/10 . . . . . mono-stabiel
H 03 K 3/12 . . . . . bi-stabiel
H 03 K 3/13 . . . . . . Bi-stabiel
met hysterese, bijv. een Schmitt-trigger [6]
H 03 K 3/14 . . . . . meervoudig stabiel
H 03 K 3/16 . . . gebruikmakend van een transformator voor
terugkoppeling, bijv. een blokkeeroscillator met verzadigbare kern
H 03 K 3/22 . . . . speciaal
aangepast voor amplitudevergelijking, d.w.z. Multiar
H 03 K 3/26 . . door het gebruik, als
actieve elementen, van bipolaire transistors met inwendige of uitwendige
positieve terugkoppeling (H03K 3/023 en H03K 3/027 hebben voorrang) [2]
H 03 K 3/28 . . . gebruikmakend van andere middelen dan een
transformator voor de terugkoppeling
H 03 K 3/281 . . . . gebruikmakend
van tenminste twee transistors die zodanig gekoppeld zijn dat de invoer van de
ene wordt afgeleid van de uitvoer van een ander, bijv. een multivibrator
H 03 K
3/282 . . . . . niet-stabiel
H 03 K
3/283 . . . . . . Stabiliseren
van de uitvoer [2]
H 03 K
3/284 . . . . . mono-stabiel
H 03 K 3/286 . . . . . bi-stabiel [3]
H 03 K 3/287 . . . . . . gebruikmakend
van extra transistors in het terugkoppelcircuit (H03K 3/289 heeft voorrang) [3]
H 03 K
3/288 . . . . . . gebruikmakend
van extra transistors in het invoercircuit (H03K 3/289 heeft voorrang) [3]
H 03 K
3/2885 . . . . . . . waarbij het invoercircuit een
differentiaalconfiguratie heeft [5]
H 03 K
3/289 . . . . . . van
het meester-slaaftype [3]
H 03 K
3/2893 . . . . . . Bi-stabiel
met hysterese, bijv. een Schmitt-trigger [6]
H 03 K
3/2897 . . . . . . . met een invoercircuit met
differentiaalconfiguratie [6]
H 03 K 3/29 . . . . . meervoudig stabiel
H 03 K 3/30 . . . gebruikmakend van een transformator voor
terugkoppeling, bijv. een blokkeeroscillator
H 03 K
3/313 . . door
het gebruik, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen met twee
elektroden, met één of twee potentiaalsprongbarrières en met een negatieve
weerstandskarakteristiek [3]
H 03 K
3/315 . . . waarbij de inrichtingen tunneldioden zijn
H 03 K 3/33 . . door het gebruik, als
actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen met gatengeheugen of een
verrijkingseffect
H 03 K
3/335 . . door
het gebruik, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen met meer dan
twee elektroden en met een lawine-effect
H 03 K 3/35 . . door het gebruik, als
actieve elementen, van bipolaire halfgeleiderinrichtingen met meer dan twee
PN-juncties, meer dan drie elektroden of meer dan één elektrode gekoppeld aan
hetzelfde geleidbaarheidsgebied (H03K 3/023 en H03K 3/027 hebben voorrang) [3]
H 03 K
3/351 . . . waarbij de inrichtingen
unijunctie-transistors zijn (H03K 3/352 heeft voorrang) [3]
H 03 K
3/352 . . . waarbij de inrichtingen thyristors zijn [3]
H 03 K
3/3525 . . . . Anodepoort-thyristors of programmeerbare
unijunctie-transistors [6]
H 03 K
3/353 . . door
het gebruik, als actieve elementen, van veldtransistors met inwendige of
uitwendige positieve terugkoppeling (H03K 3/023 en H03K 3/027 hebben voorrang)
[2,3]
H 03 K
3/354 . . . Niet-stabiele circuits [3]
H 03 K 3/355 . . . Mono-stabiele circuits [3]
H 03 K 3/356 . . . Bi-stabiele circuits [3]
H 03 K
3/3562 . . . . van
het meester-slaaftype [6]
H 03 K
3/3565 . . . . Bi-stabiel
met hysterese, bijv. een Schmitt-trigger [6]
H 03 K
3/3568 . . . Meervoudig stabiele circuits [6]
H 03 K
3/357 . . door
het gebruik, als actieve elementen, van sterk negatieve weerstandsinrichtingen,
bijv. Gunn-inrichtingen [2]
H 03 K 3/36 . . door het gebruik, als
actieve elementen, van niet elders ondergebrachte halfgeleiders [2]
H 03 K 3/37 . . door het gebruik, als
actieve elementen, van met gas gevulde buizen, bijv. niet-stabiele
triggercircuits (H03K 3/55 heeft voorrang)
H 03 K 3/38 . . door het gebruik, als
actieve elementen, van supergeleidende inrichtingen [3]
H 03 K 3/40 . . door het gebruik, als
actieve elementen, van elektrochemische galvanische elementen
H 03 K 3/42 . . door het gebruik, als actieve
elementen, van opto-elektronische inrichtingen, d.w.z. elektrisch of optisch
gekoppelde licht-uitstralende en foto-elektrische inrichtingen
H 03 K 3/43 . . door het gebruik, als
actieve elementen, van straal-afbuigingsbuizen
H 03 K 3/45 . . door het gebruik, als
actieve elementen, van niet-lineaire magnetische of diëlectrische inrichtingen
H 03 K 3/47 . . . waarbij de inrichtingen parametrons zijn
H 03 K 3/49 . . . waarbij de inrichtingen ferroresonant zijn
H 03 K 3/51 . . . waarbij de inrichtingen magnetische kernen
met meerdere openingen zijn, bijv. transfluxors
H 03 K 3/53 . . door het gebruik van
een energie-accumulerend element dat wordt ontladen in de belasting via een
schakelinrichting die wordt geregeld door een uitwendig signaal en waarbij geen
sprake is van positieve terugkoppeling (H03K 3/335 heeft voorrang)
H 03 K
3/537 . . . waarbij de schakelinrichting een vonk-brug
is [3]
H 03 K
3/543 . . . waarbij de schakelinrichting een vacuümbuis
is [3]
H 03 K 3/55 . . . waarbij de schakelinrichting een met gas
gevulde buis is met een stuurelektrode
H 03 K 3/57 . . . waarbij de schakelinrichting een
halfgeleiderinrichting is
H 03 K 3/59 . . door het gebruik van
galvano-magnetische inrichtingen, bijv. Hall-inrichtingen [2]
H 03 K 3/64 . Generatoren voor het produceren van reeksen pulsen, d.w.z.
eindige puls-volgorden
H 03 K 3/66 . . door het onderbreken
van de uitvoer van een generator
H 03 K 3/70 . . . waarbij de tijdintervallen tussen alle
aansluitende pulsen van één reeks gelijk zijn
H 03 K 3/72 . . met middelen voor het
variëren van de mate van herhaling van reeksen
H 03 K 3/78 . Opwekken van één reeks pulsen met een vooraf bepaald patroon,
bijv. een vooraf bepaald aantal
H 03 K 3/80 . Opwekken van reeksen sinusvormige oscillaties (door keying of onderbreking van sinusvormige
oscillaties H03C; voor het verzenden van digitale informatie H04L) [13]
H 03 K 3/84 . Opwekken van pulsen met een vooraf bepaalde statistische
verdeling van een parameter, bijv. generatoren voor willekeurige pulsen [2]
H 03 K 3/86 . Niet onder de voorgaande subgroepen vallend opwekken van pulsen
door middel van vertragingslijnen [2]
H 03 K 4/00 Opwekken van pulsen met
voornamelijk een eindige steilheid of met getrapte gedeelten [13]
H 03 K 4/02 . met getrapte gedeelten, bijv. een golfladder
H 03 K 4/04 . met parabolische vorm
H 03 K 4/06 . met driehoekige vorm
H 03 K 4/08 . . met zaagtandvorm
H 03 K 4/10 . . . gebruikmakend, als actieve elementen, van alleen
vacuümbuizen
H 03 K 4/12 . . . . waarin
een zaagtandspanning wordt geproduceerd over een condensator
H 03 K 4/14 . . . . . gebruikmakend van twee buizen die op
zodanige wijze gekoppeld zijn dat de invoer van de ene wordt afgeleid van de
uitvoer van de ander, bijv. een multivibrator
H 03 K 4/16 . . . . . gebruikmakend van één buis met positieve
terugkoppeling door een transformator, bijv. een blokkeeroscillator
H 03 K 4/18 . . . . . gebruikmakend van één buis met negatieve
weerstand tussen twee van de elektroden, bijv. een transitron of dynatron
H 03 K 4/20 . . . . . gebruikmakend van een buis met negatieve
terugkoppeling door een condensator, bijv. een Miller-integrator
H 03 K 4/22 . . . . . . gecombineerd
met een transitron, bijv. een fantastron of sanatron
H 03 K 4/24 . . . . . Boot-strap
generatoren
H 03 K 4/26 . . . . waarin
een zaagtandstroom wordt geproduceerd door een inductieklos
H 03 K 4/28 . . . . . gebruikmakend van een buis die werkt als
schakelinrichting [3]
H 03 K 4/32 . . . . . . gecombineerd
met middelen voor het opwekken van de aandrijfpulsen
H 03 K 4/34 . . . . . . . gebruikmakend van één buis met positieve
terugkoppeling door een transformator
H 03 K 4/36 . . . . . . . gebruikmakend van één buis met negatieve weerstand
tussen twee van de elektroden, bijv. een transitron
of dynatron
H 03 K 4/38 . . . . . . . . gecombineerd
met een Miller-integrator
H 03 K 4/39 . . . . . gebruikmakend van een buis die werkt als
versterker [3]
H 03 K 4/41 . . . . . . met
negatieve terugkoppeling door een condensator, bijv. een Miller-integrator [3]
H 03 K 4/43 . . . . . . gecombineerd
met middelen voor het opwekken van de aandrijfpulsen [3]
H 03 K 4/48 . . . gebruikmakend, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen
(H03K 4/787 tot H03K 4/84 hebben voorrang)
H 03 K 4/50 . . . . waarin
een zaagtandspanning wordt geproduceerd over een condensator
H 03 K
4/501 . . . . . waarbij het beginpunt van de
terugloopperiode wordt bepaald door de amplitude van de spanning over de
condensator, bijv. door een vergelijkende schakeling
H 03 K
4/502 . . . . . . waarbij
de condensator wordt opgeladen vanuit een constante stroombron [6]
H 03 K 4/52 . . . . . gebruikmakend van twee
halfgeleiderinrichtingen die zodanig gekoppeld zijn dat de invoer van elk wordt
afgeleid uit de uitvoer van de ander, bijv. een multivibrator
H 03 K 4/54 . . . . . gebruikmakend van één halfgeleiderinrichting
met positieve terugkoppeling door een transformator, bijv. een blokkeeroscillator
H 03 K 4/56 . . . . . gebruikmakend van een halfgeleiderinrichting
met negatieve terugkoppeling door een condensator, bijv. een Miller-integrator
H 03 K 4/58 . . . . . Boot-strap
generatoren
H 03 K 4/60 . . . . waarin
een zaagtandstroom wordt geproduceerd door een inductieklos
H 03 K 4/62 . . . . . gebruikmakend van een halfgeleiderinrichting
die werkt als schakelinrichting [3]
H 03 K 4/64 . . . . . . gecombineerd
met middelen voor het opwekken van de aandrijfpulsen
H 03 K 4/66 . . . . . . . gebruikmakend van één inrichting met
positieve terugkoppeling, bijv. een blokkeeroscillator
H 03 K 4/68 . . . . . . Generatoren
waarin de schakelinrichting geleidend is tijdens het terugloopdeel van de
cyclus
H 03 K 4/69 . . . . . gebruikmakend van een halfgeleiderinrichting
die werkt als versterker [3]
H 03 K 4/71 . . . . . . met
negatieve terugkoppeling door een condensator, bijv. een Miller-integrator [3]
H 03 K 4/72 . . . . . . gecombineerd
met middelen voor het opwekken van de aandrijfpulsen
H 03 K
4/787 . . . gebruikmakend, als actieve elementen, van
halfgeleiderinrichtingen met twee elektroden en met een negatieve
weerstandskarakteristiek [2]
H 03 K
4/793 . . . . gebruikmakend
van tunneldioden [2]
H 03 K 4/80 . . . gebruikmakend, als actieve elementen, van
meerlaagse dioden
H 03 K 4/83 . . . gebruikmakend, als actieve elementen, van
halfgeleiderinrichtingen met meer dan twee PN-juncties, meer dan drie
elektroden of meer dan één elektrode verbonden met hetzelfde geleidbaarheidsdeel
[2]
H 03 K 4/84 . . . . Generatoren
waarin de halfgeleiderinrichting geleidend is tijdens het terugloopdeel van de
cyclus
H 03 K 4/86 . . . gebruikmakend, als actieve elementen, van
met gas gevulde buizen
H 03 K 4/88 . . . gebruikmakend, als actieve elementen, van
elektrochemische galvanische elementen
H 03 K 4/90 . . . Lineariseren van een helling (modificeren
van de steilheid van pulsen H03K 6/04; aftasten van de vervormingscorrectie
voor televisieontvangers H04N 3/23); Synchroniseren van pulsen [2,13]
H 03 K 4/92 . met een golfvorm die een gedeelte van een sinusoïde bevat
(opwekken van sinusvormige oscillaties H03B) [2]
H 03 K 4/94 . met een trapezevorm [2]
H 03 K 5/00 Manipulatie van pulsen die
niet vallen onder één van de andere hoofdgroepen van deze subklasse
(circuits met regeneratieve werking H03K 3/00 of H03K 4/00; door het gebruik
van niet-lineaire magnetische of diëlectrische inrichtingen
H03K 3/45) [14]
Aantekening
In deze groep zijn de invoersignalen puls-vormig. [3]
H 03 K
5/003 . Veranderen van het gelijkstroomniveau
(opnieuw inbrengen van de gelijkstroomcomponent van een televisiesignaal H04N
5/16) [13]
H 03 K
5/007 . . Base line stabilisatie (drempelvorming
H03K 5/08)
H 03 K 5/01 . Vormen van pulsen (discriminatie tegen ruis of interferentie H03K
5/125)
H 03 K 5/02 . . door versterken (H03K
5/04 heeft voorrang) [13]
H 03 K 5/04 . . door het verlengen van de
duur; door het verkorten van de duur
H 03 K 5/05 . . . door het gebruik van kloksignalen of andere
tijdreferentiesignalen [3]
H 03 K 5/06 . . . door het gebruik van vertragingslijnen of
andere analoge vertragingselementen [3]
H 03 K 5/07 . . . door het gebruik van resonantiecircuits [3]
H 03 K 5/08 . . door beperking,
drempelvorming of slicing, d.w.z. het
gecombineerd beperken en vormen van een drempel (H03K 5/07 heeft voorrang;
vergelijken van de ene puls met een andere H03K 5/22; zorgen voor een bepaalde
drempel voor het schakelen H03K 17/30) [3]
H 03 K 5/12 . . door het steiler maken
van voorflanken of achterflanken
H 03 K
5/125 . Discrimineren van pulsen (meten van de
kenmerken van afzonderlijke pulsen G01R 29/02; scheiden van synchronisatiesignalen
bij televisiesystemen H04N 5/08) [6,13]
H 03 K
5/1252 . . Onderdrukken
of beperken van ruis of interferentie (speciaal aangepast voor zendsystemen
H04B 15/00 of H04L 25/08) [6]
H 03 K
5/1254 . . . speciaal aangepast voor pulsen die worden opgewekt
door het sluiten van een schakelaar, d.w.z. anti-bouncing
inrichtingen (debouncing circuits
voor elektronische uurwerken G04G 5/00) [6]
H 03 K 5/13 . Voorzieningen met één
uitgangssignaal en waarbij ingangssignalen worden omgezet naar pulsen die
worden afgegeven na gewenste tijdsintervallen
H 03 K 5/131 . . Digitaal
geregeld [14]
H 03 K 5/133 . . gebruikmakend
van een keten van actieve vertragingsmiddelen [14]
H 03 K 5/134 . . met
veldeffect-transistors [14]
H 03 K 5/135 . . door
het gebruik van tijdreferentiesignalen, bijv. kloksignalen [3]
H 03 K 5/14 . . door
het gebruik van vertragingslijnen (H03K 5/133 heeft voorrang) [3,14]
H 03 K 5/145 . . door
het gebruik van resonantiecircuits [3]
H 03 K 5/15 . Voorzieningen waarin pulsen worden afgegeven
op verschillende tijden met diverse uitgangssignalen, d.w.z. puls-verdelers
(distributievoorzieningen, schakelvoorzieningen of poortvoorzieningen H03K
17/00) [2]
H 03 K
5/151 . . met
twee complementaire uitgangssignalen [6]
H 03 K
5/153 . Voorzieningen waarin een puls wordt
afgegeven ogenblikkelijk nadat een vooraf bepaalde karakteristiek van een
ingangssignaal aanwezig is of na een vaste tijdsinterval volgend op dat moment
(schakelen op de nul-doorgang H03K 17/13)
H 03 K
5/1532 . . Piekdetectoren
(meten van de karakteristieken van afzonderlijke pulsen G01R 29/02) [6]
H 03 K
5/1534 . . Overgangsdetectoren
of flankdetectoren [6]
H 03 K
5/1536 . . Nul-doorgangsdetectoren
(in meetcircuits G01R 19/175) [6]
H 03 K
5/156 . Voorzieningen waarin een continue puls-reeks
wordt omgevormd tot een reeks met een gewenst patroon
H 03 K
5/159 . Niet onder de voorgaande subgroepen vallende
toepassingen van vertragingslijnen
H 03 K 5/19 . Bewaken van de patronen van puls-reeksen (aanduiden van amplitude
G01R 19/00; aanduiden van frequentie G01R 23/00; meten van de karakteristieken
van afzonderlijke pulsen G01R 29/02) [3]
H 03 K 5/22 . Circuits met meer dan één ingangssignaal en één uitgangssignaal
voor het met elkaar vergelijken van pulsen of puls-reeksen in overeenstemming
met de karakteristieken van het ingangssignaal, bijv. de helling of integraal
(aanduiden van faseverschil van twee cyclische puls-reeksen G01R 25/00) [3]
H 03 K 5/24 . . waarbij de
karakteristiek de amplitude is [3]
H 03 K 5/26 . . waarbij de
karakteristiek de duur, periode, positie, frequentie of volgorde is [3]
H 03 K 6/00 Niet onder een van de andere
hoofdgroepen van deze subklasse vallend manipuleren van pulsen met een eindige
helling (circuits met regeneratieve werking H03K 4/00)
Aantekening
In deze groep zijn de ingangssignalen puls-vormig. [3]
H 03 K 6/02 . Versterken van pulsen
H 03 K 6/04 . Modificeren van de helling van pulsen, bijv. S-correctie (S-correctie
bij televisie H04N 3/23)
H 03 K 7/02 . Amplitudemodulatie, d.w.z. PAM
H 03 K 7/04 . Positiemodulatie, d.w.z. PPM
H 03 K 7/06 . Frequentiemodulatie of tempomodulatie,
d.w.z. PFM of PRM
H 03 K 7/08 . Duurmodulatie of breedtemodulatie
H 03 K 7/10 . Gecombineerde modulatie, bijv. een tempomodulatie en een
amplitudemodulatie
H 03 K 9/02 . van amplitudegemoduleerde pulsen
H 03 K 9/04 . van positie-gemoduleerde pulsen
H 03 K 9/06 . van frequentie-gemoduleerde of snelheid-gemoduleerde pulsen
H 03 K 9/08 . van duur-gemoduleerde of breedte-gemoduleerde pulsen
H 03 K 9/10 . van pulsen met gecombineerde modulatie
H 03 K 12/00 Produceren
van pulsen door het verstoren of combineren van sinusvormige golfvormen (vormen
van pulsen H03K 5/01; combineren van sinusgolven waarbij gebruik wordt gemaakt
van elementen die werken op niet-schakelende wijze H03B 21/00) [3,13]
H 03 K 17/00 Elektronisch
schakelen of poorten, d.w.z. niet door het maken en verbreken van contacten
(poortversterkers H03F 3/72; schakelvoorzieningen voor wisselsystemen waarbij
gebruik wordt gemaakt van statische inrichtingen H04Q 3/52) [13]
H 03 K 17/04 . Modificaties voor het versnellen van
schakeling [3]
H 03 K 17/041 . . zonder
terugkoppeling van het uitgangscircuit naar het regelcircuit [6]
H 03 K 17/0412 . . . door maatregelen die worden genomen in het
regelcircuit [6]
H 03 K 17/0414 . . . . Anti-verzadigingsmaatregelen
[6]
H 03 K 17/0416 . . . door maatregelen die worden genomen in het
uitgangscircuit [6]
H 03 K 17/042 . . door
terugkoppeling van het uitgangscircuit naar het regelcircuit [6]
H 03 K 17/0422 . . . Anti-verzadigingsmaatregelen [6]
H 03 K 17/0424 . . . door het gebruik van een transformator
[6]
H 03 K 17/06 . Modificaties voor het garanderen van een
volledig geleidende toestand [3]
H 03 K 17/08 . Modificaties voor het beschermen van het
schakelcircuit tegen overstroom of overspanning [3]
H 03 K 17/081 . . zonder
terugkoppeling van het uitgangscircuit naar het regelcircuit [6]
H 03 K 17/0812 . . . door maatregelen die worden genomen in het
regelcircuit [6]
H 03 K 17/0814 . . . door maatregelen die worden genomen in het
uitgangscircuit [6]
H 03 K 17/082 . . door
terugkoppeling van het uitgangscircuit naar het regelcircuit [6]
H 03 K 17/10 . Modificaties voor het verhogen van de
maximaal toelaatbare schakelspanning [3]
H 03 K 17/12 . Modificaties voor het verhogen van de
maximaal toelaatbare schakelstroom [3]
H 03 K 17/13 . Modificaties voor het schakelen bij
nul-doorgang (opwekken van een impuls bij nul-doorgang H03K 5/1536) [3]
H 03 K 17/14 . Modificaties voor het compenseren van
variaties in fysische waarden, bijv. van de temperatuur [3]
H 03 K 17/16 . Modificaties voor het elimineren van
interferentiespanningen of interferentiestromen [3]
H 03 K 17/18 . Modificaties voor het aanduiden van de
schakeltoestand [3]
H 03 K 17/20 . Modificaties voor het terugstellen van de
kernschakeleenheden in een vooraf bepaalde toestand [3]
H 03 K 17/22 . Modificaties voor het garanderen van een
vooraf bepaalde begintoestand na het aanbrengen van de voedingsspanning
(bi-stabiele generatoren H03K 3/12) [3]
H 03 K 17/24 . . Opslaan
van de werkelijke toestand bij het wegvallen van de voedingsspanning [3]
H 03 K 17/26 . Modificaties voor het tijdelijk blokkeren na
het opvangen van regelpulsen [3]
H 03 K 17/28 . Modificaties voor het inbrengen van een
tijdsvertraging vóór schakeling (modificaties die zorgen voor het kunnen
selecteren van tijdsintervallen voor het uitvoeren van meer dan één
schakelwerking H03K 17/296) [3]
H 03 K 17/284 . . in
veldtransistorschakelaars [3]
H 03 K 17/288 . . in
buisschakelaars [3]
H 03 K 17/292 . . in
thyristorschakelaars, unijunctie-transistorschakelaars of programmeerbare
unijunctie-transistorschakelaars [3]
H 03 K 17/296 . Modificaties die zorgen voor het kunnen
selecteren van tijdsintervallen voor het uitvoeren van meer dan één
schakelwerking en waarvan de werking automatisch wordt beëindigd nadat het
programma is afgelopen (elektronische klokken die middelen bevatten die moeten
worden bediend op vooraf geselecteerde tijdstippen of na vooraf geselecteerde
tijdsintervallen G04G 15/00) [3]
H 03 K 17/30 . Modificaties die zorgen voor een vooraf
bepaalde drempel vóór schakeling (vormen van pulsen door drempelvorming H03K
5/08) [3]
H 03 K 17/51 . gekenmerkt door het gebruik van specifieke
componenten (H03K 17/04 tot H03K 17/30 en H03K 17/94 hebben voorrang) [3]
H 03 K 17/52 . . door
het gebruik, als actieve elementen, van met gas gevulde buizen [3]
H 03 K 17/54 . . door
het gebruik, als actieve elementen, van vacuümbuizen (gebruikmakend van dioden
H03K 17/74) [3]
H 03 K 17/56 . . door
het gebruik, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen (gebruikmakend
van dioden H03K 17/74) [3]
H 03 K 17/567 . . . Circuits die worden gekenmerkt door het
gebruik van meer dan één soort halfgeleiderinrichting, bijv. BIMOS of
samengestelde inrichtingen zoals IGBT [6]
H 03 K 17/58 . . . waarbij de inrichtingen tunneldioden zijn [3]
H 03 K 17/60 . . . waarbij de inrichtingen bipolaire
transistors zijn (bipolaire transistors met vier of meer elektroden H03K 17/72)
[3]
H 03 K 17/605 . . . . met
galvanische isolatie tussen het regelcircuit en het uitgangscircuit (H03K 17/78
heeft voorrang) [5]
H 03 K 17/61 . . . . . gebruikmakend van een transformatorkoppeling
[5]
H 03 K 17/615
. . . . in
een Darlington-configuratie [5]
H 03 K 17/62 . . . . Schakelvoorzieningen
met diverse aansluitklemmen bij de ingang of uitgang, bijv. vermenigvuldigers
of verdelers (logische circuits H03K 19/00; code-omvormers H03M 5/00 of H03M
7/00) [3]
H 03 K 17/64 . . . . met
inductieve belastingen [3]
H 03 K 17/66 . . . . Schakelvoorzieningen
voor het selectief in elke richting laten passeren van de stroom;
Schakelvoorzieningen voor het naar wens omkeren van de stroom [3]
H 03 K 17/68 . . . . speciaal
aangepast voor het schakelen van wisselstromen of wisselspanningen [3]
H 03 K 17/687 . . . waarbij de inrichtingen veldtransistors zijn
[3]
H 03 K 17/689 . . . . met
galvanische isolatie tussen het regelcircuit en het uitgangscircuit (H03K 17/78
heeft voorrang) [5]
H 03 K 17/691 . . . . . gebruikmakend van een transformatorkoppeling
[5]
H 03 K 17/693 . . . . Schakelvoorzieningen
met diverse aansluitklemmen bij de ingang of uitgang, bijv. vermenigvuldigers
of verdelers (logische circuits H03K 19/00; code-omvormers H03M 5/00 of H03M
7/00) [3]
H 03 K 17/695 . . . . met
inductieve belastingen (beschermen van een schakelcircuit tegen inductieve
terugloopspanning H03K 17/08) [6]
H 03 K 17/70 . . . waarbij de inrichtingen slechts twee
elektroden hebben en negatieve weerstand uitoefenen (waarbij de inrichtingen
tunneldioden zijn H03K 17/58) [3]
H 03 K 17/72 . . . Bipolaire halfgeleiderinrichtingen met meer
dan twee PN-juncties, bijv. thyristors
of programmeerbare unijunctie-transistors, of met meer dan drie elektroden,
bijv. silicium-geregelde schakelaars, of met meer dan één elektrode die is
verbonden met hetzelfde geleidbaarheidsgebied, bijv. unijunctie-transistors [3]
H 03 K 17/722 . . . . met
galvanische isolatie tussen het regelcircuit en het uitgangscircuit (H03K 17/78
heeft voorrang) [5]
H 03 K 17/723 . . . . . gebruikmakend van een transformatorkoppeling
[5]
H 03 K 17/725 . . . . voor
wisselspanningen of wisselstromen (H03K 17/722 en H03K 17/735 hebben voorrang) [3,5]
H 03 K 17/73 . . . . voor
gelijkspanningen of gelijkstromen (H03K 17/722 en H03K 17/735 hebben voorrang)
[3,5]
H 03 K 17/732 . . . . . Maatregelen voor het kunnen uitschakelen [5]
H 03 K 17/735 . . . . Schakelvoorzieningen
met diverse aansluitklemmen bij de ingang of uitgang, bijv. vermenigvuldigers
of verdelers (H03K 17/722 heeft voorrang; logische circuits H03K 19/00;
code-omvormers H03M 5/00 of H03M 7/00) [3,5]
H 03 K 17/74 . . door
het gebruik, als actieve elementen, van dioden (door het gebruik van meer dan
één soort halfgeleiderinrichting H03K 17/567; door het gebruik van tunneldioden
H03K 17/58; door het gebruik van dioden met negatieve weerstand H03K 17/70) [3]
H 03 K 17/76 . . . Schakelvoorzieningen met diverse
aansluitklemmen bij de ingang of uitgang, bijv. vermenigvuldigers of verdelers
(logische circuits H03K 19/00; code-omvormers H03M 5/00 en H03M 7/00) [3,13]
H 03 K 17/78 . . door
het gebruik, als actieve elementen, van opto-elektronische inrichtingen, d.w.z.
licht-uitstralende en foto-elektrische inrichtingen die elektrisch of optisch
zijn gekoppeld [3]
H 03 K 17/785 . . . voor het regelen van
veldtransistorschakelaars [5]
H 03 K 17/79 . . . voor het regelen van halfgeleiderschakelaars
met meer dan twee PN-juncties, of meer dan drie elektroden of meer dan één elektrode
die is verbonden met hetzelfde geleidbaarheidsgebied [5]
H 03 K 17/795 . . . voor het regelen van bipolaire transistors [5]
H 03 K 17/80 . . door
het gebruik, als actieve elementen, van niet-lineaire magnetische of
diëlectrische inrichtingen [3]
H 03 K 17/81 . . . Schakelvoorzieningen met diverse
aansluitklemmen bij de ingang of uitgang, bijv. vermenigvuldigers of verdelers
(logische circuits H03K 19/00; code-omvormers H03M 5/00 of H03M 7/00) [3]
H 03 K 17/82 . . . waarbij de inrichtingen transfluxors zijn [3]
H 03 K 17/84 . . . waarbij de inrichtingen
dunnefilminrichtingen zijn [3]
H 03 K 17/86 . . . waarbij de inrichtingen twistors zijn [3]
H 03 K 17/88 . . door
het gebruik, als actieve elementen, van buizen met straalafbuiging [3]
H 03 K 17/90 . . door
het gebruik, als actieve elementen, van galvanomagnetische inrichtingen, bijv.
Hall-inrichtingen (H03K 17/95 en H03K 17/97 hebben voorrang) [2,3]
H 03 K 17/92 . . door
het gebruik, als actieve elementen, van supergeleidende inrichtingen [2,3]
H 03 K 17/94 . gekenmerkt door de wijze waarop de
regelsignalen worden opgewekt [3,4,13]
H 03 K 17/945 . . Naderingsschakelaars
(H03K 17/96 heeft voorrang) [3]
H 03 K 17/95 . . . gebruikmakend van een magnetische detector [3]
H 03 K 17/955 . . . gebruikmakend van een capacitieve detector [3]
H 03 K 17/96 . . Contactschakelaars
(speciaal aangepast voor elektronische uurwerken zonder bewegende delen G04G
21/08) [3,10]
H 03 K 17/965 . . Schakelaars
die worden geregeld door het bewegen van een element dat deel uitmaakt van de
schakelaar [3]
H 03 K 17/967 . . . met meerdere regellichamen, bijv. een
toetsenbord (H03K 17/969, H03K 17/972 en H03K 17/98 hebben voorrang) [4]
H 03 K 17/968 . . . gebruikmakend van opto-elektronische
inrichtingen [4]
H 03 K 17/969 . . . . met
meerdere regellichamen, bijv. een toetsenbord [4]
H 03 K 17/97 . . . gebruikmakend van een magnetisch beweegbaar
element [3]
H 03 K 17/972 . . . . met
meerdere regellichamen, bijv. een toetsenbord [4]
H 03 K 17/975 . . . gebruikmakend van een capacitief beweegbaar
element [3]
H 03 K 17/98 . . . . met
meerdere regellichamen, bijv. een toetsenbord [4]
H 03 K 19/00 Logische
circuits, d.w.z. met tenminste twee ingangssignalen die werken op één
uitgangssignaal (circuits voor computersystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van
fuzzy logica G06N 7/02);
Omkeercircuits
H 03 K 19/003 . Modificaties voor het verhogen van de
betrouwbaarheid [3]
H 03 K 19/007 . Storingsvrije circuits [3]
H 03 K 19/01 . Modificaties voor het versnellen van de
schakeling [3]
H 03 K 19/013 . . in
bipolaire transistorcircuits [3]
H 03 K 19/017 . . in
veldtransistorcircuits [3]
H 03 K 19/0175 . Koppelvoorzieningen; Interface voorzieningen
(interface voorzieningen voor digitale computers G06F 3/00 of G06F 13/00) [5]
H 03 K 19/018 . . gebruikmakend
van alleen bipolaire transistors [5]
H 03 K 19/0185 . . gebruikmakend
van alleen veldtransistors [5]
H 03 K 19/02 . gebruikmakend van specifieke componenten
(H03K 19/003 tot H03K 19/0175 hebben voorrang) [3,5]
H 03 K 19/04 . . gebruikmakend
van met gas gevulde buizen
H 03 K 19/06 . . gebruikmakend
van vacuümbuizen (gebruikmakend van diodegelijkrichters H03K 19/12)
H 03 K 19/08 . . gebruikmakend
van halfgeleiderinrichtingen (H03K 19/173 heeft voorrang; waarin de
halfgeleiderinrichtingen alleen diodegelijkrichters zijn H03K 19/12) [3]
H 03 K 19/082 . . . gebruikmakend van bipolaire transistors [3]
H 03 K 19/084 . . . . Diode/transistor-logica
[3]
H 03 K 19/086 . . . . Emitter-gekoppelde
logica [3]
H 03 K 19/088 . . . . Transistor/transistor-logica
[3]
H 03 K 19/09 . . . . Weerstand/transistor-logica
[3]
H 03 K 19/091 . . . . Logica
met geïntegreerde injectie of gemengde transistors [3]
H 03 K 19/094 . . . gebruikmakend van veldtransistors [3]
H 03 K 19/0944 . . . . gebruikmakend
van een MOSFET (H03K 19/096 heeft voorrang) [5]
H 03 K 19/0948 . . . . . gebruikmakend van een CMOS [5]
H 03 K 19/0952 . . . . gebruikmakend
van een Schottky-FET (H03K 19/096 heeft voorrang) [5]
H 03 K 19/0956 . . . . gebruikmakend
van een Schottky-diode met FET-logica (H03K 19/096 heeft voorrang) [5]
H 03 K 19/096 . . . . Synchrone
circuits, d.w.z. gebruikmakend van kloksignalen [3]
H 03 K 19/098 . . . gebruikmakend van thyristors [3]
H 03 K 19/10 . . . gebruikmakend van tunneldioden [3]
H 03 K 19/12 . . gebruikmakend
van diodegelijkrichters
H 03 K 19/14 . . gebruikmakend
van opto-elektronische inrichtingen, d.w.z. licht-uitstralende en
foto-elektrische inrichtingen die elektrisch of optisch zijn gekoppeld
(optische logische elementen G02F 3/00)
H 03 K 19/16 . . gebruikmakend
van verzadigbare magnetische inrichtingen
H 03 K 19/162 . . . gebruikmakend van parametrons
H 03 K 19/164 . . . gebruikmakend van ferroresonante
inrichtingen
H 03 K 19/166 . . . gebruikmakend van transfluxors
H 03 K 19/168 . . . gebruikmakend van dunne-filminrichtingen
H 03 K 19/17 . . gebruikmakend
van twistors
H 03 K 19/173 . . gebruikmakend
van elementaire logische circuits als componenten [3]
H 03 K 19/177 . . . aangebracht in matrixvorm [3]
H 03 K 19/18 . . gebruikmakend
van galvano-magnetische inrichtingen, bijv. Hall-inrichtingen [2]
H 03 K 19/185 . . gebruikmakend
van diëlectrisch element met een variabele diëlectrische constante, bijv.
ferro-elektrische condensatoren [2]
H 03 K 19/19 . . . gebruikmakend van ferroresonante
inrichtingen [2]
H 03 K 19/195 . . gebruikmakend
van supergeleidende inrichtingen [2,3]
H 03 K 19/20 . gekenmerkt door de logische functie, bijv. AND-circuits, OR-circuits, NOR-circuits of NOT-circuits
(H03K 19/003 tot H03K 19/01 hebben voorrang)
H 03 K 19/21 . . Non-equivalentiecircuits
(EXCLUSIVE-OR), d.w.z. die een uitvoer geven als het ingangssignaal slechts bij
één invoer voorkomt; Coïncidentiecircuits (COINCIDENCE), d.w.z. die alleen een
uitvoer geven als alle ingangssignalen identiek zijn [3]
H 03 K 19/23 . . Meerderheidscircuits
of minderheidscircuits, d.w.z. die een uitvoer geven die overeenkomt met de
toestand van de meerderheid of minderheid van de invoer [3]
H 03 K 21/02 . Ingangscircuits [4]
H 03 K 21/08 . Uitgangscircuits [4]
H 03 K 21/10 . . met
logische circuits
H 03 K 21/12 . . met
parallelle uitlezing [4]
H 03 K 21/14 . . met
seriële uitlezing van opgeslagen getallen [4]
H 03 K 21/16 . Circuits voor het overdragen van pulsen
tussen opeenvolgende tientallen
H 03 K 21/17 . . met
veldtransistors [4]
H 03 K 21/18 . Circuits voor het zichtbaar aanduiden van
het resultaat [4]
H 03 K 21/20 . . gebruikmakend
van gloei-ontladingslampen
H 03 K 21/38 . Starten, stoppen of terugstellen van de
teller (tellers met een andere basis dan een macht van twee H03K 23/48 en H03K
23/66) [4]
H 03 K 21/40 . Bewaking; Foutdetectie; Voorkomen of
corrigeren van een onjuiste teller-werking [4]
H 03 K 23/00 Pulstellers
die telketens bevatten; Frequentiedelers die telketens bevatten (H03K
29/00 heeft voorrang)
H 03 K 23/40 . Poortsignalen of kloksignalen die worden
toegevoerd aan alle trappen, d.w.z. synchrone tellers [4]
H 03 K 23/42 . . Poortsignalen
of kloksignalen met een verschoven fase die aan teltrappen worden toegevoerd [4]
H 03 K 23/44 . . . gebruikmakend van veldtransistors [4]
H 03 K 23/46 . . . gebruikmakend van inrichtingen waarbij
lading wordt overgedragen, d.w.z. bucket brigade inrichtingen of door lading
gekoppelde inrichtingen [4]
H 03 K 23/48 . . met
een andere basis of een ander grondtal dan een macht van twee (H03K 23/42 heeft
voorrang) [4]
H 03 K 23/50 . . gebruikmakend
van bi-stabiele regeneratieve triggercircuit (H03K 23/42 tot H03K 23/48 hebben
voorrang) [4]
H 03 K 23/52 . . . gebruikmakend van veldtransistors [4]
H 03 K 23/54 . . . Ringtellers, d.w.z. tellers met
terugkoppeling via een schuifregister (H03K 23/52 heeft voorrang) [4]
H 03 K 23/56 . . . Omkeerbare tellers (H03K 23/52 heeft
voorrang) [4]
H 03 K 23/58 . Poortsignalen of kloksignalen die niet
worden toegevoerd aan alle trappen, d.w.z. asynchrone tellers (H03K 23/74 tot
H03K 23/84 hebben voorrang) [4]
H 03 K 23/60 . . met
veldtransistors [4]
H 03 K 23/62 . . omkeerbaar
[4]
H 03 K 23/64 . met een andere basis of een ander grondtal
dan een macht van twee (H03K 23/40 tot H03K 23/62 hebben voorrang) [4]
H 03 K 23/66 . . met
een variabele tel-basis, bijv. door voorinstelling of door het toevoegen of
onderdrukken van pulsen [4]
H 03 K 23/68 . . met
een niet geheel getal als basis [4]
H 03 K 23/70 . . met
een oneven getal als basis (H03K 23/66 heeft voorrang) [4]
H 03 K 23/72 . . Tellers
voor tientallen (H03K 23/66 heeft voorrang) [4]
H 03 K 23/74 . gebruikmakend van relais [4]
H 03 K 23/76 . gebruikmakend van magnetische kernen of
ferro-elektrische condensatoren [4]
H 03 K 23/78 . gebruikmakend van opto-elektronische inrichtingen
[4]
H 03 K 23/80 . gebruikmakend van halfgeleiderinrichtingen
met slechts twee elektroden, bijv. een tunneldiode of meerlaagse diode [4]
H 03 K 23/82 . gebruikmakend van met gas gevulde buizen [4]
H 03 K 23/84 . gebruikmakend van thyristors of unijunctie-transistors [4]
H 03 K 23/86 . omkeerbaar (H03K 23/40 tot H03K 23/84 hebben
voorrang) [4]
H 03 K 25/02 . met ladingopslag, bijv. een condensator
zonder polarisatiehysterese
H 03 K 25/04 . . gebruikmakend
van een extra puls-generator die wordt getriggerd door de binnenkomende pulsen [4]
H 03 K 25/12 . met hysterese-opslag
H 03 K 27/00 Pulstellers
waarin pulsen continu circuleren in een gesloten lus; Analoge frequentiedelers (tellers
met terugkoppeling via een schuifregister H03K 23/54) [4]
H 03 K 29/00 Pulstellers die meervoudig
stabiele elementen bevatten, bijv. voor een drietallige of decimale schaal;
Analoge frequentiedelers
H 03 K 29/04 . gebruikmakend van gasontladingsbuizen met
meerdere kathoden [4]
H 03 K 29/06 . gebruikmakend van buizen met een straal,
bijv. magnetrons of kathodestraalbuizen [4]
H 03 K 99/00 Onderwerpen
voor zover niet vallend onder andere groepen van deze subklasse [13]