SECTIE H         ELEKTRICITEIT

              Aantekeningen

 

              Deze Aantekeningen dekken de basisprincipes en algemene instructies voor het gebruik van Sectie H.

I.           Onder Sectie H vallen:

a)         elektrische basiselementen, waaronder alle elektrische eenheden en de algemene mechanische structuur van apparatuur en schakelingen vallen, inclusief de samenstelling van diverse basiselementen tot wat worden genoemd gedrukte schakelingen (printed circuits), en tevens tot op zekere hoogte het maken van deze elementen (voorzover niet elders ondergebracht);

b)         het opwekken van elektriciteit, waaronder de opwekking, omzetting en distributie van elektriciteit vallen samen met het regelen van de overeenkomstige toestellen;

c)         toegepaste elektriciteit, waaronder vallen:

(i)         algemene gebruikstechnieken, nl. die van elektrische verwarming en elektrische verlichtingsschakelingen;

(ii)        enige speciale gebruikstechnieken, hetzij elektrisch hetzij elektronisch in strikte zin, die niet vallen onder andere Secties van de Classificatie, inclusief:

1.         elektrische lichtbronnen, inclusief lasers;

2.         elektrische röntgentechniek;

3.         elektrische plasmatechniek, en de opwekking en versnelling van elektrisch geladen deeltjes of neutronen;

d)         elektronische basisschakelingen en hun regeling;

e)         radio of elektrische communicatietechniek;

f)          het gebruik van een specifiek materiaal voor het maken van het beschreven artikel of element. In dit verband moet gewezen worden op de paragrafen 88 tot 90 van de Gids.

II.          In deze Sectie worden de volgende algemene regels toegepast:

a.         Met inachtneming van de uitzonderingen zoals zoals vermeld onder I© hierboven, wordt elk elektrisch aspect of deel dat hoort bij een bepaalde apparatuur of werking, of een bepaald proces, object of artikel, geklasseerd in één van de Secties van de Classificatie anders dan in Sectie H, altijd geklasseerd in de subklasse voor die apparatuur of werking, of dat proces, object of artikel. Daar waar gezamelijke kenmerken met betrekking tot technische onderwerpen van overeenkomstige aard zijn uitgebracht op klasseniveau, is het elektrische aspect of deel, in overeenstemming met de apparatuur of werking, of het proces, object of artikel, geklasseerd in een subklasse waaronder de algemene elektrische toepassingen voor het technische onderwerp in kwestie geheel vallen;

b.         The hierboven onder (a) bedoelde elektrische toepassingen, algemeen of specifiek, houden in:

i.           de therapeutische processen en apparatuur, in klasse A61;

ii.          de elektrische processen en apparatuur die worden gebruikt in verschillende laboratoriumacitiviteiten en industriële activiteiten, in de klassen B01 en B03, en in subklasse B23K;

iii.         de elektriciteitstoevoer, en de elektrische aandrijving en verlichting bij voertuigen in het algemeen en bij bijzondere voertuigen, in de subsectie “Transport” van Sectie B;

iv.         de elektrische ontstekingssystemen van verbrandingsmotoren, in subklasse F02P, en van verbrandingsapparatuur in het algemeen, in subklasse F23Q;

v.          het gehele elektrische gedeelte van Sectie G, d.w.z. meetinrichtingen inclusief apparatuur voor het meten van elektrische variabelen, het controleren, het signaleren en het berekenen. Elektriciteit in die Sectie wordt in het algemeen gezien als middel en niet als einddoel op zich;

c.         Alle elektrische toepassingen, zowel algemeen als specifiek, veronderstellen dat de elektrische basisaspecten in Sectie H voorkomt (zie I(a) hierboven) voor wat betreft de elektrische basiselementen die zij bevatten. Deze regel geldt ook voor toegepaste elektriciteit zoals bedoeld onder I(c) hierboven, die zelf onder Sectie H valt.

III.         In deze Sectie komen de volgende speciale gevallen voor:

a.         Onder de algemene toepassingen die onder andere Secties dan Sectie H vallen, is het vermeldenswaard, dat elektrische verwarming in het algemeen valt onder de subklassen F24D en F24H, of klasse F27, en dat elektrische verlichting in het algemeen gedeeltelijk valt onder klasse F21, omdat er in Sectie H (zie I(c) hierboven) plaatsen zijn in subklasse H05B waaronder dezelfde technische onderwerpen vallen;

b.         In de beide gevallen waarover onder (a) hierboven wordt gesproken, vallen onder de subklassen van Sectie F die gaan over de respectievelijke onderwerpen, in hoofdzaak in de eerste plaats het gehele mechanische gedeelte van de apparatuur of inrichtingen, terwijl het elektrische gedeelte als zodanig valt onder subklasse H05B;

c.         In het geval van verlichting moet onder dit mechanische gedeelte de materiaalopstelling van de verschillende elektrische elementen vallen, d.w.z. hun geometrische of fysieke positie ten opzichte van elkaar; dit aspect valt onder de subklassen van klasse F21, de elementen zelf en de primaire schakelingen blijven in Sectie H. Hetzelfde geldt voor elektrische lichtbronnen, als zij zijn gecombineerd met lichtbronnen van een ander soort. Deze vallen onder subklasse H05B, terwijl de fysieke opstelling die de combinatie vormt valt onder de subklassen van klasse F21; [16]

d.         Met betrekking tot verwarming vallen niet alleen de elektrische elementen en schakelontwerpen als zodanig onder subklasse H05B, maar ook de elektrische aspecten van hun opstelling, daar waar het zaken met een algemene toepassing betreft; elektrische ovens worden op zich beschouwd. De fysieke plaatsing van de elektrische elementen in ovens valt onder Sectie F. Als een vergelijk wordt gemaakt met elektrische lasschakelingen, die in samenhang met lassen vallen onder subklasse B23K, blijkt dat elektrische verwarming niet valt onder de algemene regel zoals vermeld onder II hierboven.

 

H 03        ELEKTRONISCHE BASISCIRCUITS

 

H 03 K    PULSTECHNIEK (meten van puls-karakteristieken G01R; moduleren van sinusvormige oscillaties met pulsen H03C; verzenden van digitale informatie H04L; discriminatorcircuits voor het detecteren van een faseverschil tussen twee signalen door tellen of integreren van oscillatiecycli H03D 3/04; automatisch regelen, starten, synchroniseren of stabiliseren van generatoren  van elektronische oscillaties of pulsen waarbij het soort generator niet van belang of niet beschreven is H03L; coderen, decoderen of code-omzetting in het algemeen H03M) [4,13]

 

              Aantekeningen

 

              (1)      Deze subklasse dekt:

                        -        methoden, circuits, inrichtingen of apparatuur waarbij gebruik wordt gemaakt van actieve elementen die discontinu of schakelend werken voor het opwekken, tellen, versterken, vormen, moduleren, demoduleren of op een andere wijze manipuleren van signalen;

                        -        elektronisch schakelen waarbij geen sprake is van het maken of verbreken van contact;

                        -        logische circuits die elektrische pulsen verwerken.

              (2)      In deze subklasse wordt de volgende uitdrukking gebruikt met de aangegeven betekenis:

                        -        een “actief element” zorgt voor het regelen van de omzetting van invoerenergie in een oscillatie of een discontinue energiestroom.

              (3)      In deze subklasse wordt, als de conclusies van een octrooidocument niet beperkt zijn tot een specifiek circuitelement, het document tenminste geklasseerd naar de elementen die worden gebruikt in de beschreven uitvoering. [6]

 

H 03 K      3/00                    Circuits voor het opwekken van elektrische pulsen;  Mono-stabiele, bi-stabiele of meervoudig stabiele circuits (H03K 4/00 heeft voorrang; voor digitale functiegeneratoren in computers G06F 1/02) [5,13]

H 03 K      3/01                    .    Details [3]

H 03 K      3/011                  .    .    Modificeren van de generator voor het compenseren voor variaties in fysische waarden, bijv. spanning of temperatuur [6]

H 03 K      3/012                  .    .    Modificeren van de generator voor het verbeteren van de reactietijd of het verlagen van stroomverbruik [6]

H 03 K      3/013                  .    .    Modificeren van de generator voor het voorkomen van ruis of interferentie [3]

H 03 K      3/014                  .    .    Modificeren van de generator voor het garanderen van het starten van oscillaties [6]

H 03 K      3/015                  .    .    Modificeren van de generator voor het constant houden van de energie [6]

H 03 K      3/017                  .    .    Verstellen van de breedte of de aan/uit-verhouding van pulsen (puls-breedtemodulatie H03K 7/08) [3]

H 03 K      3/02                    .    Generatoren die worden gekenmerkt door het soort circuit of door de middelen die worden gebruikt voor het produceren van pulsen (H03K 3/64 tot H03K 3/84 hebben voorrang)

H 03 K      3/021                  .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van meer dan één soort element of middel, bijv. BIMOS of samengestelde inrichtingen zoals IGBT [6]

H 03 K      3/023                  .    .    door het gebruik van differentiaalversterker of vergelijkende schakelingen, met inwendige of uitwendige positieve terugkoppeling [3]

H 03 K      3/0231                 .    .    .    Niet-stabiele circuits [6]

H 03 K      3/0232                 .    .    .    Mono-stabiele circuits [6]

H 03 K      3/0233                 .    .    .    Bi-stabiele circuits [6]

H 03 K      3/0234                 .    .    .    Meervoudig stabiele circuits [6]

H 03 K      3/027                  .    .    door het gebruik van logische circuits, met inwendige of uitwendige positieve terugkoppeling [3]

H 03 K      3/03                    .    .    .    Niet-stabiele circuits [3]

H 03 K      3/033                  .    .    .    Mono-stabiele circuits [3]

H 03 K      3/037                  .    .    .    Bi-stabiele circuits [3]

H 03 K      3/038                  .    .    .    Meervoudig stabiele circuits [6]

H 03 K      3/04                    .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van alleen vacuümbuizen, met positieve terugkoppeling (H03K 3/023 en H03K 3/027 hebben voorrang) [3]

H 03 K      3/05                    .    .    .    gebruikmakend van andere middelen dan een transformator voor de terugkoppeling

H 03 K      3/06                    .    .    .    .    gebruikmakend van tenminste twee buizen die zodanig gekoppeld zijn dat de invoer van de ene wordt afgeleid van de uitvoer van een ander, bijv. een multivibrator

H 03 K      3/08                    .    .    .    .    .    niet-stabiel

H 03 K      3/09                    .    .    .    .    .    .    Stabiliseren van de uitvoer [2]

H 03 K      3/10                    .    .    .    .    .    mono-stabiel

H 03 K      3/12                    .    .    .    .    .    bi-stabiel

H 03 K      3/13                    .    .    .    .    .    .    Bi-stabiel met hysterese, bijv. een Schmitt-trigger [6]

H 03 K      3/14                    .    .    .    .    .    meervoudig stabiel

H 03 K      3/16                    .    .    .    gebruikmakend van een transformator voor terugkoppeling, bijv. een blokkeeroscillator met verzadigbare kern

H 03 K      3/22                    .    .    .    .    speciaal aangepast voor amplitudevergelijking, d.w.z. Multiar

H 03 K      3/26                    .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van bipolaire transistors met inwendige of uitwendige positieve terugkoppeling (H03K 3/023 en H03K 3/027 hebben voorrang) [2]

H 03 K      3/28                    .    .    .    gebruikmakend van andere middelen dan een transformator voor de terugkoppeling

H 03 K      3/281                  .    .    .    .    gebruikmakend van tenminste twee transistors die zodanig gekoppeld zijn dat de invoer van de ene wordt afgeleid van de uitvoer van een ander, bijv. een multivibrator

H 03 K      3/282                  .    .    .    .    .    niet-stabiel

H 03 K      3/283                  .    .    .    .    .    .    Stabiliseren van de uitvoer [2]

H 03 K      3/284                  .    .    .    .    .    mono-stabiel

H 03 K      3/286                  .    .    .    .    .    bi-stabiel [3]

H 03 K      3/287                  .    .    .    .    .    .    gebruikmakend van extra transistors in het terugkoppelcircuit (H03K 3/289 heeft voorrang) [3]

H 03 K      3/288                  .    .    .    .    .    .    gebruikmakend van extra transistors in het invoercircuit (H03K 3/289 heeft voorrang) [3]

H 03 K      3/2885                 .    .    .    .    .    .    .    waarbij het invoercircuit een differentiaalconfiguratie heeft [5]

H 03 K      3/289                  .    .    .    .    .    .    van het meester-slaaftype [3]

H 03 K      3/2893                 .    .    .    .    .    .    Bi-stabiel met hysterese, bijv. een Schmitt-trigger [6]

H 03 K      3/2897                 .    .    .    .    .    .    .    met een invoercircuit met differentiaalconfiguratie [6]

H 03 K      3/29                    .    .    .    .    .    meervoudig stabiel

H 03 K      3/30                    .    .    .    gebruikmakend van een transformator voor terugkoppeling, bijv. een blokkeeroscillator

H 03 K      3/313                  .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen met twee elektroden, met één of twee potentiaalsprongbarrières en met een negatieve weerstandskarakteristiek [3]

H 03 K      3/315                  .    .    .    waarbij de inrichtingen tunneldioden zijn

H 03 K      3/33                    .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen met gatengeheugen of een verrijkingseffect

H 03 K      3/335                  .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen met meer dan twee elektroden en met een lawine-effect

H 03 K      3/35                    .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van bipolaire halfgeleiderinrichtingen met meer dan twee PN-juncties, meer dan drie elektroden of meer dan één elektrode gekoppeld aan hetzelfde geleidbaarheidsgebied (H03K 3/023 en H03K 3/027 hebben voorrang) [3]

H 03 K      3/351                  .    .    .    waarbij de inrichtingen unijunctie-transistors zijn (H03K 3/352 heeft voorrang) [3]

H 03 K      3/352                  .    .    .    waarbij de inrichtingen thyristors zijn [3]

H 03 K      3/3525                 .    .    .    .    Anodepoort-thyristors of programmeerbare unijunctie-transistors [6]

H 03 K      3/353                  .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van veldtransistors met inwendige of uitwendige positieve terugkoppeling (H03K 3/023 en H03K 3/027 hebben voorrang) [2,3]

H 03 K      3/354                  .    .    .    Niet-stabiele circuits [3]

H 03 K      3/355                  .    .    .    Mono-stabiele circuits [3]

H 03 K      3/356                  .    .    .    Bi-stabiele circuits [3]

H 03 K      3/3562                 .    .    .    .    van het meester-slaaftype [6]

H 03 K      3/3565                 .    .    .    .    Bi-stabiel met hysterese, bijv. een Schmitt-trigger [6]

H 03 K      3/3568                 .    .    .    Meervoudig stabiele circuits [6]

H 03 K      3/357                  .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van sterk negatieve weerstandsinrichtingen, bijv. Gunn-inrichtingen [2]

H 03 K      3/36                    .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van niet elders ondergebrachte halfgeleiders [2]

H 03 K      3/37                    .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van met gas gevulde buizen, bijv. niet-stabiele triggercircuits (H03K 3/55 heeft voorrang)

H 03 K      3/38                    .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van supergeleidende inrichtingen [3]

H 03 K      3/40                    .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van elektrochemische galvanische elementen

H 03 K      3/42                    .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van opto-elektronische inrichtingen, d.w.z. elektrisch of optisch gekoppelde licht-uitstralende en foto-elektrische inrichtingen

H 03 K      3/43                    .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van straal-afbuigingsbuizen

H 03 K      3/45                    .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van niet-lineaire magnetische of diëlectrische inrichtingen

H 03 K      3/47                    .    .    .    waarbij de inrichtingen parametrons zijn

H 03 K      3/49                    .    .    .    waarbij de inrichtingen ferroresonant zijn

H 03 K      3/51                    .    .    .    waarbij de inrichtingen magnetische kernen met meerdere openingen zijn, bijv. transfluxors

H 03 K      3/53                    .    .    door het gebruik van een energie-accumulerend element dat wordt ontladen in de belasting via een schakelinrichting die wordt geregeld door een uitwendig signaal en waarbij geen sprake is van positieve terugkoppeling (H03K 3/335 heeft voorrang)

H 03 K      3/537                  .    .    .    waarbij de schakelinrichting een vonk-brug is [3]

H 03 K      3/543                  .    .    .    waarbij de schakelinrichting een vacuümbuis is [3]

H 03 K      3/55                    .    .    .    waarbij de schakelinrichting een met gas gevulde buis is met een stuurelektrode

H 03 K      3/57                    .    .    .    waarbij de schakelinrichting een halfgeleiderinrichting is

H 03 K      3/59                    .    .    door het gebruik van galvano-magnetische inrichtingen, bijv. Hall-inrichtingen [2]

H 03 K      3/64                    .    Generatoren voor het produceren van reeksen pulsen, d.w.z. eindige puls-volgorden

H 03 K      3/66                    .    .    door het onderbreken van de uitvoer van een generator

H 03 K      3/70                    .    .    .    waarbij de tijdintervallen tussen alle aansluitende pulsen van één reeks gelijk zijn

H 03 K      3/72                    .    .    met middelen voor het variëren van de mate van herhaling van reeksen

H 03 K      3/78                    .    Opwekken van één reeks pulsen met een vooraf bepaald patroon, bijv. een vooraf bepaald aantal

H 03 K      3/80                    .    Opwekken van reeksen sinusvormige oscillaties (door keying of onderbreking van sinusvormige oscillaties H03C; voor het verzenden van digitale informatie H04L) [13]

H 03 K      3/84                    .    Opwekken van pulsen met een vooraf bepaalde statistische verdeling van een parameter, bijv. generatoren voor willekeurige pulsen [2]

H 03 K      3/86                    .    Niet onder de voorgaande subgroepen vallend opwekken van pulsen door middel van vertragingslijnen [2]

 

H 03 K      4/00                    Opwekken van pulsen met voornamelijk een eindige steilheid of met getrapte gedeelten [13]

H 03 K      4/02                    .    met getrapte gedeelten, bijv. een golfladder

H 03 K      4/04                    .    met parabolische vorm

H 03 K      4/06                    .    met driehoekige vorm

H 03 K      4/08                    .    .    met zaagtandvorm

H 03 K      4/10                    .    .    .    gebruikmakend, als actieve elementen, van alleen vacuümbuizen

H 03 K      4/12                    .    .    .    .    waarin een zaagtandspanning wordt geproduceerd over een condensator

H 03 K      4/14                    .    .    .    .    .    gebruikmakend van twee buizen die op zodanige wijze gekoppeld zijn dat de invoer van de ene wordt afgeleid van de uitvoer van de ander, bijv. een multivibrator

H 03 K      4/16                    .    .    .    .    .    gebruikmakend van één buis met positieve terugkoppeling door een transformator, bijv. een blokkeeroscillator

H 03 K      4/18                    .    .    .    .    .    gebruikmakend van één buis met negatieve weerstand tussen twee van de elektroden, bijv. een transitron of dynatron

H 03 K      4/20                    .    .    .    .    .    gebruikmakend van een buis met negatieve terugkoppeling door een condensator, bijv. een Miller-integrator

H 03 K      4/22                    .    .    .    .    .    .    gecombineerd met een transitron, bijv. een fantastron of sanatron

H 03 K      4/24                    .    .    .    .    .    Boot-strap generatoren

H 03 K      4/26                    .    .    .    .    waarin een zaagtandstroom wordt geproduceerd door een inductieklos

H 03 K      4/28                    .    .    .    .    .    gebruikmakend van een buis die werkt als schakelinrichting [3]

H 03 K      4/32                    .    .    .    .    .    .    gecombineerd met middelen voor het opwekken van de aandrijfpulsen

H 03 K      4/34                    .    .    .    .    .    .    .    gebruikmakend van één buis met positieve terugkoppeling door een transformator

H 03 K      4/36                    .    .    .    .    .    .    .    gebruikmakend van één buis met negatieve weerstand tussen twee van de elektroden, bijv. een transitron of dynatron

H 03 K      4/38                    .    .    .    .    .    .    .    .    gecombineerd met een Miller-integrator

H 03 K      4/39                    .    .    .    .    .    gebruikmakend van een buis die werkt als versterker [3]

H 03 K      4/41                    .    .    .    .    .    .    met negatieve terugkoppeling door een condensator, bijv. een Miller-integrator [3]

H 03 K      4/43                    .    .    .    .    .    .    gecombineerd met middelen voor het opwekken van de aandrijfpulsen [3]

H 03 K      4/48                    .    .    .    gebruikmakend, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen (H03K 4/787 tot H03K 4/84 hebben voorrang)

H 03 K      4/50                    .    .    .    .    waarin een zaagtandspanning wordt geproduceerd over een condensator

H 03 K      4/501                  .    .    .    .    .    waarbij het beginpunt van de terugloopperiode wordt bepaald door de amplitude van de spanning over de condensator, bijv. door een vergelijkende schakeling

H 03 K      4/502                  .    .    .    .    .    .    waarbij de condensator wordt opgeladen vanuit een constante stroombron [6]

H 03 K      4/52                    .    .    .    .    .    gebruikmakend van twee halfgeleiderinrichtingen die zodanig gekoppeld zijn dat de invoer van elk wordt afgeleid uit de uitvoer van de ander, bijv. een multivibrator

H 03 K      4/54                    .    .    .    .    .    gebruikmakend van één halfgeleiderinrichting met positieve terugkoppeling door een transformator, bijv. een blokkeeroscillator

H 03 K      4/56                    .    .    .    .    .    gebruikmakend van een halfgeleiderinrichting met negatieve terugkoppeling door een condensator, bijv. een Miller-integrator

H 03 K      4/58                    .    .    .    .    .    Boot-strap generatoren

H 03 K      4/60                    .    .    .    .    waarin een zaagtandstroom wordt geproduceerd door een inductieklos

H 03 K      4/62                    .    .    .    .    .    gebruikmakend van een halfgeleiderinrichting die werkt als schakelinrichting [3]

H 03 K      4/64                    .    .    .    .    .    .    gecombineerd met middelen voor het opwekken van de aandrijfpulsen

H 03 K      4/66                    .    .    .    .    .    .    .    gebruikmakend van één inrichting met positieve terugkoppeling, bijv. een blokkeeroscillator

H 03 K      4/68                    .    .    .    .    .    .    Generatoren waarin de schakelinrichting geleidend is tijdens het terugloopdeel van de cyclus

H 03 K      4/69                    .    .    .    .    .    gebruikmakend van een halfgeleiderinrichting die werkt als versterker [3]

H 03 K      4/71                    .    .    .    .    .    .    met negatieve terugkoppeling door een condensator, bijv. een Miller-integrator [3]

H 03 K      4/72                    .    .    .    .    .    .    gecombineerd met middelen voor het opwekken van de aandrijfpulsen

H 03 K      4/787                  .    .    .    gebruikmakend, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen met twee elektroden en met een negatieve weerstandskarakteristiek [2]

H 03 K      4/793                  .    .    .    .    gebruikmakend van tunneldioden [2]

H 03 K      4/80                    .    .    .    gebruikmakend, als actieve elementen, van meerlaagse dioden

H 03 K      4/83                    .    .    .    gebruikmakend, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen met meer dan twee PN-juncties, meer dan drie elektroden of meer dan één elektrode verbonden met hetzelfde geleidbaarheidsdeel [2]

H 03 K      4/84                    .    .    .    .    Generatoren waarin de halfgeleiderinrichting geleidend is tijdens het terugloopdeel van de cyclus

H 03 K      4/86                    .    .    .    gebruikmakend, als actieve elementen, van met gas gevulde buizen

H 03 K      4/88                    .    .    .    gebruikmakend, als actieve elementen, van elektrochemische galvanische elementen

H 03 K      4/90                    .    .    .    Lineariseren van een helling (modificeren van de steilheid van pulsen H03K 6/04; aftasten van de vervormingscorrectie voor televisieontvangers H04N 3/23); Synchroniseren van pulsen [2,13]

H 03 K      4/92                    .    met een golfvorm die een gedeelte van een sinusoïde bevat (opwekken van sinusvormige oscillaties H03B) [2]

H 03 K      4/94                    .    met een trapezevorm [2]

 

H 03 K      5/00                    Manipulatie van pulsen die niet vallen onder één van de andere hoofdgroepen van deze subklasse (circuits met regeneratieve werking H03K 3/00 of H03K 4/00; door het gebruik van niet-lineaire magnetische of diëlectrische inrichtingen H03K 3/45) [14]

 

                 Aantekening

 

                 In deze groep zijn de invoersignalen puls-vormig. [3]

 

H 03 K      5/003                  .    Veranderen van het gelijkstroomniveau (opnieuw inbrengen van de gelijkstroomcomponent van een televisiesignaal H04N 5/16) [13]

H 03 K      5/007                  .    .    Base line stabilisatie (drempelvorming H03K 5/08)

H 03 K      5/01                    .    Vormen van pulsen (discriminatie tegen ruis of interferentie H03K 5/125)

H 03 K      5/02                    .    .    door versterken (H03K 5/04 heeft voorrang) [13]

H 03 K      5/04                    .    .    door het verlengen van de duur; door het verkorten van de duur

H 03 K      5/05                    .    .    .    door het gebruik van kloksignalen of andere tijdreferentiesignalen [3]

H 03 K      5/06                    .    .    .    door het gebruik van vertragingslijnen of andere analoge vertragingselementen [3]

H 03 K      5/07                    .    .    .    door het gebruik van resonantiecircuits [3]

H 03 K      5/08                    .    .    door beperking, drempelvorming of slicing, d.w.z. het gecombineerd beperken en vormen van een drempel (H03K 5/07 heeft voorrang; vergelijken van de ene puls met een andere H03K 5/22; zorgen voor een bepaalde drempel voor het schakelen H03K 17/30) [3]

H 03 K      5/12                    .    .    door het steiler maken van voorflanken of achterflanken

H 03 K      5/125                  .    Discrimineren van pulsen (meten van de kenmerken van afzonderlijke pulsen G01R 29/02; scheiden van synchronisatiesignalen bij televisiesystemen H04N 5/08) [6,13]

H 03 K      5/1252                 .    .    Onderdrukken of beperken van ruis of interferentie (speciaal aangepast voor zendsystemen H04B 15/00 of H04L 25/08) [6]

H 03 K      5/1254                 .    .    .    speciaal aangepast voor pulsen die worden opgewekt door het sluiten van een schakelaar, d.w.z. anti-bouncing inrichtingen (debouncing circuits voor elektronische uurwerken G04G 5/00) [6]

H 03 K      5/13                    .    Voorzieningen met één uitgangssignaal en waarbij ingangssignalen worden omgezet naar pulsen die worden afgegeven na gewenste tijdsintervallen

H 03 K      5/131                  .    .    Digitaal geregeld [14]

H 03 K      5/133                  .    .    gebruikmakend van een keten van actieve vertragingsmiddelen [14]

H 03 K      5/134                  .    .    met veldeffect-transistors [14]

H 03 K      5/135                  .    .    door het gebruik van tijdreferentiesignalen, bijv. kloksignalen [3]

H 03 K      5/14                    .    .    door het gebruik van vertragingslijnen (H03K 5/133 heeft voorrang) [3,14]

H 03 K      5/145                  .    .    door het gebruik van resonantiecircuits [3]

H 03 K      5/15                    .    Voorzieningen waarin pulsen worden afgegeven op verschillende tijden met diverse uitgangssignalen, d.w.z. puls-verdelers (distributievoorzieningen, schakelvoorzieningen of poortvoorzieningen H03K 17/00) [2]

H 03 K      5/151                  .    .    met twee complementaire uitgangssignalen [6]

H 03 K      5/153                  .    Voorzieningen waarin een puls wordt afgegeven ogenblikkelijk nadat een vooraf bepaalde karakteristiek van een ingangssignaal aanwezig is of na een vaste tijdsinterval volgend op dat moment (schakelen op de nul-doorgang H03K 17/13)

H 03 K      5/1532                 .    .    Piekdetectoren (meten van de karakteristieken van afzonderlijke pulsen G01R 29/02) [6]

H 03 K      5/1534                 .    .    Overgangsdetectoren of flankdetectoren [6]

H 03 K      5/1536                 .    .    Nul-doorgangsdetectoren (in meetcircuits G01R 19/175) [6]

H 03 K      5/156                  .    Voorzieningen waarin een continue puls-reeks wordt omgevormd tot een reeks met een gewenst patroon

H 03 K      5/159                  .    Niet onder de voorgaande subgroepen vallende toepassingen van vertragingslijnen

H 03 K      5/19                    .    Bewaken van de patronen van puls-reeksen (aanduiden van amplitude G01R 19/00; aanduiden van frequentie G01R 23/00; meten van de karakteristieken van afzonderlijke pulsen G01R 29/02) [3]

H 03 K      5/22                    .    Circuits met meer dan één ingangssignaal en één uitgangssignaal voor het met elkaar vergelijken van pulsen of puls-reeksen in overeenstemming met de karakteristieken van het ingangssignaal, bijv. de helling of integraal (aanduiden van faseverschil van twee cyclische puls-reeksen G01R 25/00) [3]

H 03 K      5/24                    .    .    waarbij de karakteristiek de amplitude is [3]

H 03 K     5/26                    .    .    waarbij de karakteristiek de duur, periode, positie, frequentie of volgorde is [3]

 

H 03 K      6/00                    Niet onder een van de andere hoofdgroepen van deze subklasse vallend manipuleren van pulsen met een eindige helling (circuits met regeneratieve werking H03K 4/00)

 

                 Aantekening

 

                 In deze groep zijn de ingangssignalen puls-vormig. [3]

 

H 03 K      6/02                    .    Versterken van pulsen

H 03 K      6/04                    .    Modificeren van de helling van pulsen, bijv. S-correctie (S-correctie bij televisie H04N 3/23)

H 03 K      7/00                    Moduleren van pulsen met een continu variabel modulatiesignaal

H 03 K      7/02                    .    Amplitudemodulatie, d.w.z. PAM

H 03 K      7/04                    .    Positiemodulatie, d.w.z. PPM

H 03 K      7/06                    .    Frequentiemodulatie of tempomodulatie, d.w.z. PFM of PRM

H 03 K      7/08                    .    Duurmodulatie of breedtemodulatie

H 03 K      7/10                    .    Gecombineerde modulatie, bijv. een tempomodulatie en een amplitudemodulatie 

H 03 K      9/00                    Demoduleren van pulsen die zijn gemoduleerd met een continu variabel signaal

H 03 K      9/02                    .    van amplitudegemoduleerde pulsen

H 03 K      9/04                    .    van positie-gemoduleerde pulsen

H 03 K      9/06                    .    van frequentie-gemoduleerde of snelheid-gemoduleerde pulsen

H 03 K      9/08                    .    van duur-gemoduleerde of breedte-gemoduleerde pulsen

H 03 K      9/10                    .    van pulsen met gecombineerde modulatie 

H 03 K    11/00                   Omzetten van soorten modulatie, bijv. positie-gemoduleerde pulsen naar duur-gemoduleerde pulsen

 

H 03 K    12/00                   Produceren van pulsen door het verstoren of combineren van sinusvormige golfvormen (vormen van pulsen H03K 5/01; combineren van sinusgolven waarbij gebruik wordt gemaakt van elementen die werken op niet-schakelende wijze H03B 21/00) [3,13]

 

H 03 K    17/00                   Elektronisch schakelen of poorten, d.w.z. niet door het maken en verbreken van contacten (poortversterkers H03F 3/72; schakelvoorzieningen voor wisselsystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van statische inrichtingen H04Q 3/52) [13]

H 03 K    17/04                   .    Modificaties voor het versnellen van schakeling [3]

H 03 K    17/041                  .    .    zonder terugkoppeling van het uitgangscircuit naar het regelcircuit [6]

H 03 K    17/0412                .    .    .    door maatregelen die worden genomen in het regelcircuit [6]

H 03 K    17/0414                .    .    .    .    Anti-verzadigingsmaatregelen [6]

H 03 K    17/0416                .    .    .    door maatregelen die worden genomen in het uitgangscircuit [6]

H 03 K    17/042                  .    .    door terugkoppeling van het uitgangscircuit naar het regelcircuit [6]

H 03 K    17/0422                .    .    .    Anti-verzadigingsmaatregelen [6]

H 03 K    17/0424                .    .    .    door het gebruik van een transformator [6]

H 03 K    17/06                   .    Modificaties voor het garanderen van een volledig geleidende toestand [3]

H 03 K    17/08                   .    Modificaties voor het beschermen van het schakelcircuit tegen overstroom of overspanning [3]

H 03 K    17/081                  .    .    zonder terugkoppeling van het uitgangscircuit naar het regelcircuit [6]

H 03 K    17/0812                .    .    .    door maatregelen die worden genomen in het regelcircuit [6]

H 03 K    17/0814                .    .    .    door maatregelen die worden genomen in het uitgangscircuit [6]

H 03 K    17/082                  .    .    door terugkoppeling van het uitgangscircuit naar het regelcircuit [6]

H 03 K    17/10                   .    Modificaties voor het verhogen van de maximaal toelaatbare schakelspanning [3]

H 03 K    17/12                   .    Modificaties voor het verhogen van de maximaal toelaatbare schakelstroom [3]

H 03 K    17/13                   .    Modificaties voor het schakelen bij nul-doorgang (opwekken van een impuls bij nul-doorgang H03K 5/1536) [3]

H 03 K    17/14                   .    Modificaties voor het compenseren van variaties in fysische waarden, bijv. van de temperatuur [3]

H 03 K    17/16                   .    Modificaties voor het elimineren van interferentiespanningen of interferentiestromen [3]

H 03 K    17/18                   .    Modificaties voor het aanduiden van de schakeltoestand [3]

H 03 K    17/20                   .    Modificaties voor het terugstellen van de kernschakeleenheden in een vooraf bepaalde toestand [3]

H 03 K    17/22                   .    Modificaties voor het garanderen van een vooraf bepaalde begintoestand na het aanbrengen van de voedingsspanning (bi-stabiele generatoren H03K 3/12) [3]

H 03 K    17/24                   .    .    Opslaan van de werkelijke toestand bij het wegvallen van de voedingsspanning [3]

H 03 K    17/26                   .    Modificaties voor het tijdelijk blokkeren na het opvangen van regelpulsen [3]

H 03 K    17/28                   .    Modificaties voor het inbrengen van een tijdsvertraging vóór schakeling (modificaties die zorgen voor het kunnen selecteren van tijdsintervallen voor het uitvoeren van meer dan één schakelwerking H03K 17/296) [3]

H 03 K    17/284                  .    .    in veldtransistorschakelaars [3]

H 03 K    17/288                  .    .    in buisschakelaars [3]

H 03 K    17/292                  .    .    in thyristorschakelaars, unijunctie-transistorschakelaars of programmeerbare unijunctie-transistorschakelaars [3]

H 03 K    17/296                  .    Modificaties die zorgen voor het kunnen selecteren van tijdsintervallen voor het uitvoeren van meer dan één schakelwerking en waarvan de werking automatisch wordt beëindigd nadat het programma is afgelopen (elektronische klokken die middelen bevatten die moeten worden bediend op vooraf geselecteerde tijdstippen of na vooraf geselecteerde tijdsintervallen G04G 15/00) [3]

H 03 K    17/30                   .    Modificaties die zorgen voor een vooraf bepaalde drempel vóór schakeling (vormen van pulsen door drempelvorming H03K 5/08) [3]

H 03 K    17/51                   .    gekenmerkt door het gebruik van specifieke componenten (H03K 17/04 tot H03K 17/30 en H03K 17/94 hebben voorrang) [3]

H 03 K    17/52                   .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van met gas gevulde buizen [3]

H 03 K    17/54                   .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van vacuümbuizen (gebruikmakend van dioden H03K 17/74) [3]

H 03 K    17/56                   .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen (gebruikmakend van dioden H03K 17/74) [3]

H 03 K    17/567                  .    .    .    Circuits die worden gekenmerkt door het gebruik van meer dan één soort halfgeleiderinrichting, bijv. BIMOS of samengestelde inrichtingen zoals IGBT [6]

H 03 K    17/58                   .    .    .    waarbij de inrichtingen tunneldioden zijn [3]

H 03 K    17/60                   .    .    .    waarbij de inrichtingen bipolaire transistors zijn (bipolaire transistors met vier of meer elektroden H03K 17/72) [3]

H 03 K    17/605                  .    .    .    .    met galvanische isolatie tussen het regelcircuit en het uitgangscircuit (H03K 17/78 heeft voorrang) [5]

H 03 K    17/61                   .    .    .    .    .    gebruikmakend van een transformatorkoppeling [5]

H 03 K    17/615                      .   .    .    .    in een Darlington-configuratie [5]

H 03 K    17/62                   .    .    .    .    Schakelvoorzieningen met diverse aansluitklemmen bij de ingang of uitgang, bijv. vermenigvuldigers of verdelers (logische circuits H03K 19/00; code-omvormers H03M 5/00 of H03M 7/00) [3]

H 03 K    17/64                   .    .    .    .    met inductieve belastingen [3]

H 03 K    17/66                   .    .    .    .    Schakelvoorzieningen voor het selectief in elke richting laten passeren van de stroom; Schakelvoorzieningen voor het naar wens omkeren van de stroom [3]

H 03 K    17/68                   .    .    .    .    speciaal aangepast voor het schakelen van wisselstromen of wisselspanningen [3]

H 03 K    17/687                  .    .    .    waarbij de inrichtingen veldtransistors zijn [3]

H 03 K    17/689                  .    .    .    .    met galvanische isolatie tussen het regelcircuit en het uitgangscircuit (H03K 17/78 heeft voorrang) [5]

H 03 K    17/691                  .    .    .    .    .    gebruikmakend van een transformatorkoppeling [5]

H 03 K    17/693                  .    .    .    .    Schakelvoorzieningen met diverse aansluitklemmen bij de ingang of uitgang, bijv. vermenigvuldigers of verdelers (logische circuits H03K 19/00; code-omvormers H03M 5/00 of H03M 7/00) [3]

H 03 K    17/695                  .    .    .    .    met inductieve belastingen (beschermen van een schakelcircuit tegen inductieve terugloopspanning H03K 17/08) [6]

H 03 K    17/70                   .    .    .    waarbij de inrichtingen slechts twee elektroden hebben en negatieve weerstand uitoefenen (waarbij de inrichtingen tunneldioden zijn H03K 17/58) [3]

H 03 K    17/72                   .    .    .    Bipolaire halfgeleiderinrichtingen met meer dan twee PN-juncties, bijv. thyristors of programmeerbare unijunctie-transistors, of met meer dan drie elektroden, bijv. silicium-geregelde schakelaars, of met meer dan één elektrode die is verbonden met hetzelfde geleidbaarheidsgebied, bijv. unijunctie-transistors [3]

H 03 K    17/722                  .    .    .    .    met galvanische isolatie tussen het regelcircuit en het uitgangscircuit (H03K 17/78 heeft voorrang) [5]

H 03 K    17/723                  .    .    .    .    .    gebruikmakend van een transformatorkoppeling [5]

H 03 K    17/725                  .    .    .    .    voor wisselspanningen of wisselstromen (H03K 17/722 en H03K 17/735 hebben voorrang) [3,5]

H 03 K    17/73                   .    .    .    .    voor gelijkspanningen of gelijkstromen (H03K 17/722 en H03K 17/735 hebben voorrang) [3,5]

H 03 K    17/732                  .    .    .    .    .    Maatregelen voor het kunnen uitschakelen [5]

H 03 K    17/735                  .    .    .    .    Schakelvoorzieningen met diverse aansluitklemmen bij de ingang of uitgang, bijv. vermenigvuldigers of verdelers (H03K 17/722 heeft voorrang; logische circuits H03K 19/00; code-omvormers H03M 5/00 of H03M 7/00) [3,5]

H 03 K    17/74                   .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van dioden (door het gebruik van meer dan één soort halfgeleiderinrichting H03K 17/567; door het gebruik van tunneldioden H03K 17/58; door het gebruik van dioden met negatieve weerstand H03K 17/70) [3]

H 03 K    17/76                   .    .    .    Schakelvoorzieningen met diverse aansluitklemmen bij de ingang of uitgang, bijv. vermenigvuldigers of verdelers (logische circuits H03K 19/00; code-omvormers H03M 5/00 en H03M 7/00) [3,13]

H 03 K    17/78                   .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van opto-elektronische inrichtingen, d.w.z. licht-uitstralende en foto-elektrische inrichtingen die elektrisch of optisch zijn gekoppeld [3]

H 03 K    17/785                  .    .    .    voor het regelen van veldtransistorschakelaars [5]

H 03 K    17/79                   .    .    .    voor het regelen van halfgeleiderschakelaars met meer dan twee PN-juncties, of meer dan drie elektroden of meer dan één elektrode die is verbonden met hetzelfde geleidbaarheidsgebied [5]

H 03 K    17/795                  .    .    .    voor het regelen van bipolaire transistors [5]

H 03 K    17/80                   .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van niet-lineaire magnetische of diëlectrische inrichtingen [3]

H 03 K    17/81                   .    .    .    Schakelvoorzieningen met diverse aansluitklemmen bij de ingang of uitgang, bijv. vermenigvuldigers of verdelers (logische circuits H03K 19/00; code-omvormers H03M 5/00 of H03M 7/00) [3]

H 03 K    17/82                   .    .    .    waarbij de inrichtingen transfluxors zijn [3]

H 03 K    17/84                   .    .    .    waarbij de inrichtingen dunnefilminrichtingen zijn [3]

H 03 K    17/86                   .    .    .    waarbij de inrichtingen twistors zijn [3]

H 03 K    17/88                   .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van buizen met straalafbuiging [3]

H 03 K    17/90                   .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van galvanomagnetische inrichtingen, bijv. Hall-inrichtingen (H03K 17/95 en H03K 17/97 hebben voorrang) [2,3]

H 03 K    17/92                   .    .    door het gebruik, als actieve elementen, van supergeleidende inrichtingen [2,3]

H 03 K    17/94                   .    gekenmerkt door de wijze waarop de regelsignalen worden opgewekt [3,4,13]

H 03 K    17/945                  .    .    Naderingsschakelaars (H03K 17/96 heeft voorrang) [3]

H 03 K    17/95                   .    .    .    gebruikmakend van een magnetische detector [3]

H 03 K    17/955                  .    .    .    gebruikmakend van een capacitieve detector [3]

H 03 K    17/96                   .    .    Contactschakelaars (speciaal aangepast voor elektronische uurwerken zonder bewegende delen G04G 21/08) [3,10]

H 03 K    17/965                  .    .    Schakelaars die worden geregeld door het bewegen van een element dat deel uitmaakt van de schakelaar [3]

H 03 K    17/967                  .    .    .    met meerdere regellichamen, bijv. een toetsenbord (H03K 17/969, H03K 17/972 en H03K 17/98 hebben voorrang) [4]

H 03 K    17/968                  .    .    .    gebruikmakend van opto-elektronische inrichtingen [4]

H 03 K    17/969                  .    .    .    .    met meerdere regellichamen, bijv. een toetsenbord [4]

H 03 K    17/97                   .    .    .    gebruikmakend van een magnetisch beweegbaar element [3]

H 03 K    17/972                  .    .    .    .    met meerdere regellichamen, bijv. een toetsenbord [4]

H 03 K    17/975                  .    .    .    gebruikmakend van een capacitief beweegbaar element [3]

H 03 K    17/98                   .    .    .    .    met meerdere regellichamen, bijv. een toetsenbord [4]

 

H 03 K    19/00                   Logische circuits, d.w.z. met tenminste twee ingangssignalen die werken op één uitgangssignaal (circuits voor computersystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van fuzzy logica G06N 7/02); Omkeercircuits

H 03 K    19/003                  .    Modificaties voor het verhogen van de betrouwbaarheid [3]

H 03 K    19/007                  .    Storingsvrije circuits [3]

H 03 K    19/01                   .    Modificaties voor het versnellen van de schakeling [3]

H 03 K    19/013                  .    .    in bipolaire transistorcircuits [3]

H 03 K    19/017                  .    .    in veldtransistorcircuits [3]

H 03 K    19/0175                .    Koppelvoorzieningen; Interface voorzieningen (interface voorzieningen voor digitale computers G06F 3/00 of G06F 13/00) [5]

H 03 K    19/018                  .    .    gebruikmakend van alleen bipolaire transistors [5]

H 03 K    19/0185                .    .    gebruikmakend van alleen veldtransistors [5]

H 03 K    19/02                   .    gebruikmakend van specifieke componenten (H03K 19/003 tot H03K 19/0175 hebben voorrang) [3,5]

H 03 K    19/04                   .    .    gebruikmakend van met gas gevulde buizen

H 03 K    19/06                   .    .    gebruikmakend van vacuümbuizen (gebruikmakend van diodegelijkrichters H03K 19/12)

H 03 K    19/08                   .    .    gebruikmakend van halfgeleiderinrichtingen (H03K 19/173 heeft voorrang; waarin de halfgeleiderinrichtingen alleen diodegelijkrichters zijn H03K 19/12) [3]

H 03 K    19/082                  .    .    .    gebruikmakend van bipolaire transistors [3]

H 03 K    19/084                  .    .    .    .    Diode/transistor-logica [3]

H 03 K    19/086                  .    .    .    .    Emitter-gekoppelde logica [3]

H 03 K    19/088                  .    .    .    .    Transistor/transistor-logica [3]

H 03 K    19/09                   .    .    .    .    Weerstand/transistor-logica [3]

H 03 K    19/091                  .    .    .    .    Logica met geïntegreerde injectie of gemengde transistors [3]

H 03 K    19/094                  .    .    .    gebruikmakend van veldtransistors [3]

H 03 K    19/0944                .    .    .    .    gebruikmakend van een MOSFET (H03K 19/096 heeft voorrang) [5]

H 03 K    19/0948                .    .    .    .    .    gebruikmakend van een CMOS [5]

H 03 K    19/0952                .    .    .    .    gebruikmakend van een Schottky-FET (H03K 19/096 heeft voorrang) [5]

H 03 K    19/0956                .    .    .    .    gebruikmakend van een Schottky-diode met FET-logica (H03K 19/096 heeft voorrang) [5]

H 03 K    19/096                  .    .    .    .    Synchrone circuits, d.w.z. gebruikmakend van kloksignalen [3]

H 03 K    19/098                  .    .    .    gebruikmakend van thyristors [3]

H 03 K    19/10                   .    .    .    gebruikmakend van tunneldioden [3]

H 03 K    19/12                   .    .    gebruikmakend van diodegelijkrichters

H 03 K    19/14                   .    .    gebruikmakend van opto-elektronische inrichtingen, d.w.z. licht-uitstralende en foto-elektrische inrichtingen die elektrisch of optisch zijn gekoppeld (optische logische elementen G02F 3/00)

H 03 K    19/16                   .    .    gebruikmakend van verzadigbare magnetische inrichtingen

H 03 K    19/162                  .    .    .    gebruikmakend van parametrons

H 03 K    19/164                  .    .    .    gebruikmakend van ferroresonante inrichtingen

H 03 K    19/166                  .    .    .    gebruikmakend van transfluxors

H 03 K    19/168                  .    .    .    gebruikmakend van dunne-filminrichtingen

H 03 K    19/17                   .    .    gebruikmakend van twistors

H 03 K    19/173                  .    .    gebruikmakend van elementaire logische circuits als componenten [3]

H 03 K    19/177                  .    .    .    aangebracht in matrixvorm [3]

H 03 K    19/18                   .    .    gebruikmakend van galvano-magnetische inrichtingen, bijv. Hall-inrichtingen [2]

H 03 K    19/185                  .    .    gebruikmakend van diëlectrisch element met een variabele diëlectrische constante, bijv. ferro-elektrische condensatoren [2]

H 03 K    19/19                   .    .    .    gebruikmakend van ferroresonante inrichtingen [2]

H 03 K    19/195                  .    .    gebruikmakend van supergeleidende inrichtingen [2,3]

H 03 K    19/20                   .    gekenmerkt door de logische functie, bijv. AND-circuits, OR-circuits, NOR-circuits of NOT-circuits (H03K 19/003 tot H03K 19/01 hebben voorrang)

H 03 K    19/21                   .    .    Non-equivalentiecircuits (EXCLUSIVE-OR), d.w.z. die een uitvoer geven als het ingangssignaal slechts bij één invoer voorkomt; Coïncidentiecircuits (COINCIDENCE), d.w.z. die alleen een uitvoer geven als alle ingangssignalen identiek zijn [3]

H 03 K    19/23                   .    .    Meerderheidscircuits of minderheidscircuits, d.w.z. die een uitvoer geven die overeenkomt met de toestand van de meerderheid of minderheid van de invoer [3] 

H 03 K    21/00                   Details van pulstellers of frequentiedelers

H 03 K    21/02                   .    Ingangscircuits [4]

H 03 K    21/08                   .    Uitgangscircuits [4]

H 03 K    21/10                   .    .    met logische circuits

H 03 K    21/12                   .    .    met parallelle uitlezing [4]

H 03 K    21/14                   .    .    met seriële uitlezing van opgeslagen getallen [4]

H 03 K    21/16                   .    Circuits voor het overdragen van pulsen tussen opeenvolgende tientallen

H 03 K    21/17                   .    .    met veldtransistors [4]

H 03 K    21/18                   .    Circuits voor het zichtbaar aanduiden van het resultaat [4]

H 03 K    21/20                   .    .    gebruikmakend van gloei-ontladingslampen

H 03 K    21/38                   .    Starten, stoppen of terugstellen van de teller (tellers met een andere basis dan een macht van twee H03K 23/48 en H03K 23/66) [4]

H 03 K    21/40                   .    Bewaking; Foutdetectie; Voorkomen of corrigeren van een onjuiste teller-werking [4]

 

H 03 K    23/00                   Pulstellers die telketens bevatten; Frequentiedelers die telketens bevatten (H03K 29/00 heeft voorrang)

H 03 K    23/40                   .    Poortsignalen of kloksignalen die worden toegevoerd aan alle trappen, d.w.z. synchrone tellers [4]

H 03 K    23/42                   .    .    Poortsignalen of kloksignalen met een verschoven fase die aan teltrappen worden toegevoerd [4]

H 03 K    23/44                   .    .    .    gebruikmakend van veldtransistors [4]

H 03 K    23/46                   .    .    .    gebruikmakend van inrichtingen waarbij lading wordt overgedragen, d.w.z. bucket brigade inrichtingen of door lading gekoppelde inrichtingen [4]

H 03 K    23/48                   .    .    met een andere basis of een ander grondtal dan een macht van twee (H03K 23/42 heeft voorrang) [4]

H 03 K    23/50                   .    .    gebruikmakend van bi-stabiele regeneratieve triggercircuit (H03K 23/42 tot H03K 23/48 hebben voorrang) [4]

H 03 K    23/52                   .    .    .    gebruikmakend van veldtransistors [4]

H 03 K    23/54                   .    .    .    Ringtellers, d.w.z. tellers met terugkoppeling via een schuifregister (H03K 23/52 heeft voorrang) [4]

H 03 K    23/56                   .    .    .    Omkeerbare tellers (H03K 23/52 heeft voorrang) [4]

H 03 K    23/58                   .    Poortsignalen of kloksignalen die niet worden toegevoerd aan alle trappen, d.w.z. asynchrone tellers (H03K 23/74 tot H03K 23/84 hebben voorrang) [4]

H 03 K    23/60                   .    .    met veldtransistors [4]

H 03 K    23/62                   .    .    omkeerbaar [4]

H 03 K    23/64                   .    met een andere basis of een ander grondtal dan een macht van twee (H03K 23/40 tot H03K 23/62 hebben voorrang) [4]

H 03 K    23/66                   .    .    met een variabele tel-basis, bijv. door voorinstelling of door het toevoegen of onderdrukken van pulsen [4]

H 03 K    23/68                   .    .    met een niet geheel getal als basis [4]

H 03 K    23/70                   .    .    met een oneven getal als basis (H03K 23/66 heeft voorrang) [4]

H 03 K    23/72                   .    .    Tellers voor tientallen (H03K 23/66 heeft voorrang) [4]

H 03 K    23/74                   .    gebruikmakend van relais [4]

H 03 K    23/76                   .    gebruikmakend van magnetische kernen of ferro-elektrische condensatoren [4]

H 03 K    23/78                   .    gebruikmakend van opto-elektronische inrichtingen [4]

H 03 K    23/80                   .    gebruikmakend van halfgeleiderinrichtingen met slechts twee elektroden, bijv. een tunneldiode of meerlaagse diode [4]

H 03 K    23/82                   .    gebruikmakend van met gas gevulde buizen [4]

H 03 K    23/84                   .    gebruikmakend van thyristors of unijunctie-transistors [4]

H 03 K    23/86                   .    omkeerbaar (H03K 23/40 tot H03K 23/84 hebben voorrang) [4] 

H 03 K    25/00                   Pulstellers met stapsgewijze integratie en statische opslag; Analoge frequentiedelers

H 03 K    25/02                   .    met ladingopslag, bijv. een condensator zonder polarisatiehysterese

H 03 K    25/04                   .    .    gebruikmakend van een extra puls-generator die wordt getriggerd door de binnenkomende pulsen [4]

H 03 K    25/12                   .    met hysterese-opslag

 

H 03 K    27/00                   Pulstellers waarin pulsen continu circuleren in een gesloten lus; Analoge frequentiedelers (tellers met terugkoppeling via een schuifregister H03K 23/54) [4]

 

H 03 K    29/00                   Pulstellers die meervoudig stabiele elementen bevatten, bijv. voor een drietallige of decimale schaal; Analoge frequentiedelers

H 03 K    29/04                   .    gebruikmakend van gasontladingsbuizen met meerdere kathoden [4]

H 03 K    29/06                   .    gebruikmakend van buizen met een straal, bijv. magnetrons of kathodestraalbuizen [4]

 

H 03 K    99/00                   Onderwerpen voor zover niet vallend onder andere groepen van deze subklasse [13]